Zwaarlijvigheid, een groeiende epidemie
Ook in Nederland zijn steeds meer mensen te dik. Dit geldt niet alleen voor volwassenen, maar ook voor kinderen. De kans op ziektes (zoals kanker) wordt door obesitas of zwaarlijvigheid verhoogd. Juist voor kinderen is overgewicht een extra groot probleem. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat kinderen meer kans hebben om ook op latere leeftijd te zwaar te zijn.
Zwaarlijvigheid of obesitas
Obesitas of zwaarlijvigheid is de bovenmatige ophoping van vetweefsel in het lichaam. De Wereldgezondheidsorganisatie beschouwt obesitas als een gevaar voor de volksgezondheid. Zwaarlijvigheid is over ter wereld in opmars. Het is daarbij vooral van belang om overgewicht al op jonge leeftijd te voorkomen. Om obesitas te kunnen voorkomen, moet je de oorzaak ervan kennen.
Oorzaken van obesitas
Hoeveel risico iemand loopt om overgewicht of obesitas te krijgen, wordt voor een deel bepaald door de sociale omgeving. Dit geldt zeker voor kinderen. Ouders spelen een grote rol bij het voorkomen van overgewicht en zwaarlijvigheid bij hun kinderen omdat zij voor een deel kunnen bepalen wat en hoeveel hun kind eet en hoe het zijn vrije tijd invult. Juist bij kinderen is het belangrijk om hen gezonde leefgewoontes aan te leren, omdat de kans groot is dat ze die dan ook als volwassene zullen voortzetten.
Zwaarlijvigheid over de wereld
Wereldwijd wordt het aantal zwaarlijvige mensen geschat op 300 miljoen. Obesitas komt niet alleen voor in geïndustrialiseerde, maar ook in ontwikkelingslanden. In Nederland heeft ongeveer de helft van de bevolking last van overgewicht en in de periode 1998 - 2002 kwam obesitas voor bij gemiddeld 10,4% van de mannen en 10,1% van de vrouwen. In de VS wordt het aantal zwaarlijvige personen op 89,8 miljoen geschat. Dit is 30,6% van de bevolking.
Erfelijkheid
De aanleg om dik te worden is genetisch bepaald. Het risico op zwaarlijvigheid is groter als de ouders obesitas hebben of de naaste familieleden (broers of zusters) kampen met gewichtsproblemen. Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds financiert een onderzoek naar factoren die invloed kunnen hebben op het risico van jongeren op overgewicht en obesitas. Hiermee moet duidelijk worden op welke manier overgewicht bij kinderen moet worden aangepakt. Het doel daarbij is om ook hun kans op kanker op latere leeftijd te verkleinen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd onder leiding van professor Johannes Brug van het VU Medisch Centrum in Amsterdam.
Eetgedrag
Het risico van jongeren op overgewicht en obesitas wordt vooral bepaald door hun gedrag, zoals al dan niet dagelijks fietsen en lopen alsmede hun deelname aan sportieve activiteiten. Een zittend leven en gebrek aan lichaamsbeweging gaan dikwijls gepaard met een ongecontroleerd en ongezond eetgedrag: snoepen, snacken, voedsel met te veel vet en suiker, enz. Het gevolg hiervan is dat het evenwicht tussen de toevoer en het verbruik van energie verstoord raakt. Vet dat niet is afgevoerd, wordt opgeslagen.
Lekker light koken
- Roerbakken is een snelle, slanke en heerlijke manier om eten te bereiden;
- Laat groenten het grootste deel van de maaltijd zijn;
- Gebruik maximaal 1 eetlepel (15 gram) olie of margarine per persoon voor de bereiding van de warme maaltijd;
- Kies voor magere bereidingstechnieken van vlees en vis (koken, stomen, grillen of bereiden in de magnetron in plaats van bakken en braden);
- Leg een stuk vis of vlees met wat groente en kruiden in aluminiumfolie en leg dat in de oven om te garen;
- Bak vlees of vis in een pan met een antiaanbaklaag. Dan heb je niet zoveel margarine nodig;
- Verwijder het velletje van kip en snijd het vetrandje van vlees na het bakken;
- Zin in een sausje? Kies voor barbecuesaus, tomatenketchup, curry, picadilly, ketjap, salsa, mangochutney of slasaus;
- Kies slanke ingrediënten, zoals 30+ kaas, halfvolle of magere melk, magere yoghurt en zoetstof.
Individuele en omgevingsfactoren
Zowel individuele als omgevingsfactoren beïnvloeden het gedrag van jongeren. Onder individuele factoren vallen bijvoorbeeld hun kennis en houding ten opzichte van een gezonde eet- en leefstijl. Omgevingsfactoren zijn bijvoorbeeld hun toegang tot lichamelijke activiteiten en de beschikbaarheid van gezonde voeding in hun omgeving. Dus dat kinderen te veel eten, dat het moderne leven hen aanzet tot gebruik van kant-en-klare gerechten of dat er in het gezin slechte eetgewoontes zijn.
Andere factoren
Bij zwaarlijvigheid of obesitas moet ook rekening gehouden worden met andere factoren, zoals een verstoorde hormoon-huishouding, het gebruik van medicijnen als corticosteroïden of antidepressiva.
Gevolgen
Lange tijd werd obesitas gezien als een esthetisch probleem, maar tegenwoordig wordt ingezien dat zwaarlijvigheid een echte ziekte is, verantwoordelijk voor een aantal ernstige gezondheidsproblemen, zoals:
Vroegtijdig overlijden
Volgens de internationale Obesity Task-Force (OTF) is het risico van zwaarlijvige vrouwen op een cerebrovasculair accident (CVA) drie maal zo groot als van andere vrouwen. Door een verhoogd vetgehalte van het bloed ontstaan in de vaten afzettingen die de bloedsomloop vertragen en het risico op een trombo-embolie en aandoeningen van de kransslagaders (hartinfarct, angina pectoris, aderontsteking, longembolie) met factor 1 tot 6 doen toenemen.
Hoge bloeddruk
Hoge bloeddruk is in 30 tot 65% van de gevallen een gevolg van obesitas, met name bij volwassenen onder de 40 jaar in de geïndustrialiseerde landen.
Colonkanker
Het verband tussen obesitas en andere vormen van kanker staat niet vast, maar dat met colonkanker (kanker in een deel van de dikke darm) is bewezen.
Overgewicht en obesitas
Of een persoon overgewicht of obesitas heeft, wordt onder andere vastgesteld aan de hand van de Body Mass Index (BMI). Deze methode geeft een indicatie van het gewicht in verhouding tot de lengte.
Berekenen van de BMI
De BMI is je gewicht gedeeld door je lengte in het kwadraat. Een gezond BMI houdt in:
- Minder dan 18,5 betreft ondergewicht;
- 18,5 tot 24,9 betreft gezond gewicht;
- 25 tot 29.9 betreft overgewicht;
- Hoger dan 30 betreft ernstig overgewicht of obesitas.
Quetelet-index (QI) en lengte
Het overgewicht kan aan de hand van de Quetelet-index worden gemeten door het gewicht in kilogram te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Bijvoorbeeld: iemand van 1,80 m met een gewicht van 75 kg = QI = 75/1,80 in het kwadraat = 23,1.
- Normaal gewicht: Hierbij is de QI tussen 20 en 25;
- Overgewicht: Hierbij is de QI tussen 25 en 30;
- Obesitas: Hierbij is de QI boven de 30.
Opmerking
Deze getallen gelden niet voor kinderen of ouderen. De tailleomvang is ook een aanwijzing voor obesitas. Bij de man moet deze omvang minder dan 100 cm zijn en bij vrouwen (behalve tijdens de zwangerschap) minder dan 90 cm.
Buikomvang
Behalve de BMI en QI is ook de buikomvang een belangrijke graadmeter voor een gezond gewicht.
Androïde obesitas wordt gekenmerkt door vetweefsel op de buik, rond de maag en vlak onder de borst. Er wordt dan gesproken van een 'appelvorm'. Deze verdeling van vetweefsel is gevaarlijk voor de gezondheid (verhoogd risico op hart- en vaatziekten).
Gynoïde obesitas wordt gekenmerkt door vetweefsel dat zich voornamelijk ter hoogte van de heupen, de dijen en de billen ophoopt. Er is dan sprake van een 'peervorm'. Dit type obesitas leidt vooral tot problemen met de gewrichten.