Zuring, teelt en gebruik
De wilde zuring is een echte inheemse plant, die algemeen in wegbermen en in weilanden wordt aangetroffen. Vooral op natte, schrale gronden kan het in de zomer roodbruin zien van de bloeiende en zaaddragende zuringplanten. Er zijn heel wat wilde soorten, vooral veldzuring en schapenzuring zijn goed eetbaar. Het blad van de schapenzuring is wel klein, de veldzuring is groter en dus is er gemakkelijker een portie van te plukken.
De planten bevatten oxaalzuur en zuringzouten. Grote hoeveelheden oxaalzuur kunnen schadelijk zijn. In kleine hoeveelheden gegeten heeft zuring een bloedzuiverende werking. Zuring behoort evenals rabarber tot de familie van de duizendknopigen of Polygonaceae. Nauw verwant aan zuring is Engelse winterspinazie (Rumex patiëntia) die soms als groente wordt geteeld. De bladeren zijn niet zuur, maar smaken wat wrang.
Een ander oud voedingsgewas, dat tot deze familie behoort is boekweit (Fagopyrum esculentum). De bloemen van boekweit bevatten veel nectar en worden druk door insecten bezocht. Het gewas groeit op een schrale grond. De driekantige vruchtjes lijken iets op beukennootjes. Vandaar de naam boek (= beuk). Het woord "weit" is afgeleid van tarwe, boekweit heeft echter niets met de graansoorten te maken. Ook zuring heeft driekantige vruchtjes met kleine vleugels, waardoor het zaad gemakkelijk door de wind wordt verspreid. Hoewel het zeer aantrekkelijk lijkt om in de vrije natuur wat zuringzaad te verzamelen, wordt bij de teelt liever uitgegaan van tuinzuring.
Teelt van zuring
Zuring stelt weinig eisen aan de grond en kan zowel onder glas als buiten worden geteeld. Onder glas wordt gewoonlijk op rijtjes gezaaid en jong blad gesneden, gelijk aan spinazie. Bij zaai in de winter onder verwarmd glas wordt door gebrek aan licht vaak een iel gewas verkregen met lange, slappe bladstelen en een kleine bladschijf. In de zomer groeit zuring onder glas spoedig te wild. In de volle grond kan van maart tot september worden gezaaid. Bij zaai in het voorjaar schiet zuring in de zomer spoedig door en gaat bloeien. De beste resultaten worden verkregen bij uitzaai in de nazomer, bijvoorbeeld in augustus.
Voor de teelt van afzonderlijke planten wordt in een kistje met potgrond gezaaid. Na het verkrijgen van het eerste echte blad kunnen de plantjes bijvoorbeeld in een ander kistje op een afstand van 5 x 5 cm worden verspeend. Zodra het bakje is vol gegroeid worden de planten buiten op een afstand van 25 x 25 cm geplant. Bij deze afstand kunnen het flinke pollen worden, waarbij een goede selectie mogelijk is. Zuring is tamelijk heterogeen van samenstelling. Tussen de planten bestaan vrij grote verschillen in bladgrootte en in de gevoeligheid voor doorschieten. Snel opschietende planten kunnen reeds in het eerste jaar worden verwijderd. Alleen de mooie planten worden aangehouden. Deze groeien in het volgende voorjaar vroeg uit. Gewoonlijk kan reeds vanaf eind maart worden geoogst.
Geneeskrachtige werking beschreven in oude kruidenboeken
- Petrus Nijlandt en anderen over de geneeskrachtige werking van zuring: tegen ontsteking van de maag, lever en gal en de onmatige dorst bij hete koortsen. Kook drie handen vol zuring in voldoende gerstewater tot een pint, als het doorgezeefd is doe er drie ons siroop bij dat van zuringsap gemaakt is en drink hier dikwijls van. Hiertegen kan ook het sap dat uit de zuring geperst is nuttig zijn of het gedistilleerde water dat hieruit gemaakt is.
- Dodonaeus, Fuchsius, Durantus: tegen zwellen van de ogen. Leg zuringbladeren enige tijd onder de hete as en bind ze op de ogen.
- Ravelingius: tegen schurft. Neem sap van zuring en van duivenkervel, van elk een half mutsje en laat dit enige dagen achtereen nuchter innemen.
- John Stocker: tegen nierstenen, kook de wortel van zuring in wijn en laat ervan drinken.
Verfrissend en licht laxerend zijn zeker ook nu nog eigenschappen van veldzuring en schapenzuring. Ook tegen huidirritatie, bijensteken en netelprik kan het blad en sap verzachtend werken