Seks bij rusthuisbewoners
Geruststellend nieuws met het oog op uw oude dag: er wordt flink gesekst in de Vlaamse rusthuizen. Uit onderzoek blijkt echter ook dat onder het personeel van rust- en verzorgingstehuizen (RVT's) een groot taboe leeft rond bejaarden en erotiek. Verzorgers gaan er vaak van uit dat rusthuisbewoners geen seksuele behoeften meer hebben en menen zelfs dat er moet 'ingegrepen' worden wanneer twee oudjes op intimiteit worden 'betrapt'. Er is dringend nood aan een rusthuisbeleid rond seksualiteit.
Of u de gedachte nu lekker vindt of niet: de jongste
seksuele revolutie vindt plaats in de steriele setting van
rust- en verzorgingstehuizen. Naar verluidt zelfs met alles erop en eraan. De vraag is echter niet óf (hoog)bejaarden seks hebben, maar waarom jongere generaties (o.a. zij die de bejaarden verzorgen) er blijkbaar zo'n moeite mee hebben dat oudjes nog nood hebben aan intiem geknuffel. Met andere woorden: aantrekkingskracht en seks in de nabijheid van de dood moeten dringend gedefinieerd worden en wel in de eerste plaats door het
personeel in de RVT's.
Het
taboe en de vooroordelen zijn groot. RVT's hanteren nog erg vaak de visie dat hun bewoners alles verliezen: hun sociale contacten, de zeggenschap over hun financiën, hun capaciteiten, tot uiteindelijk hun leven. En dus ook hun
seksuele behoeften. Men heeft vastgesteld dat veel bejaardenhelpers het gevoel hebben dat ze moeten ingrijpen wanneer ze met seksualiteit geconfronteerd worden, omdat ze denken dat de bewoners daar zelf niet competent genoeg voor zijn.
Coïtus in het rusthuis
Het zogenaamde '
incesttaboe' blijkt een andere verklaring voor het feit dat veel verzorgers als strenge leerkrachten ingrijpen bij intiem gefoefel: 'Als de bliksem terug naar uw eigen kamer, gij!' Het
personeel van RVT's denkt bij de seksuele contacten van bewoners vaak aan hun eigen ouders en zijn daardoor vlugger geneigd de zaak te verbieden.
Verzorgers en familieleden blijken ook vaak een
te strikte definitie te hanteren van seks. Door de betekenis te verengen naar 'coïtus' nemen ze aan dat bejaarden dat gewoon niet meer kúnnen en dus ook geen seks hébben. Uiteraard is de biologische drang bij veel bejaarden vaak fel afgezwakt, maar door hun levenservaring en -wijsheid beschouwen zij seks natuurlijk véél ruimer dan alleen maar het obligate 'in-uit'. Het is
ook kussen en strelen en dicht bij elkaar zijn, naakt of niet.
Dementie en seks in het rusthuis
Uiteraard weet men in de rusthuizen uit ervaring dat sommige bejaarden er een actief seksleven op nahouden en gaat men geen vragen rond seks uit de weg, maar men anticipeert er toch niet op. Gemakshalve, dat geef ik toe, uit gebrek aan duidelijke beleidsrichtlijnen. Maar dat wil niet zeggen dat men per definitie negatief reageert op intieme contacten. Al moet er toch
waakzaamheid zijn. Een rusthuis blijft een semipublieke plek waar bezoek komt, waar verzorgers de kamers binnen en buiten lopen, enz... Bovendien blijkt het verlangen van de betrokken bejaarden ook
niet altijd wederzijds. Er zijn ook gevallen die echt besproken moeten worden met de familie. Neem nu een demente bejaarde die eigenlijk nog een vrouw heeft buiten het rusthuis maar een relatie is aangegaan met een medebewoonster. Zijn vrouw bezoekt hem nog elke dag, maar hij herkent haar niet meer. Ondertussen beleeft hij wel een verse romance in het rusthuis. Moeilijk, hoor.
Andere aanpak
Jan Van Velthoven, directeur zorgverlening van de RVT's 'De Kleine Kasteeltjes' in Tongeren en Brecht, bepleit een
andere aanpak: «Onze basisfilosofie zorgt ervoor dat de
seksualiteitsbeleving van de bejaarden nooit ter discussie kán staan. Onze instelling is geen reservaat dat 'les choses de la vie' hardnekkig tracht buiten te houden. Het is niet omdat men ouder wordt dat men afstand moet doen van zijn seksualiteit. En die komt - zoals iedereen weet - in vele vormen. Dat is zo buiten het rusthuis, dus dat moet niet anders zijn binnen het rusthuis. En we hebben
respect. Als wij een kamer willen binnengaan, dan bellen we sowieso eerst aan en wachten we op een uitnodiging om binnen te komen. Als we per ongeluk een koppel betrappen, dan verontschuldigen we ons uitvoerig. Wij gaan er ook van uit dat onze bewoners door hun gevorderde leeftijd sowieso meer levenservaring en -wijsheid hebben dan iedereen die hen verzorgt. Jonge mensen die bejaarden gaan ordonneren wat wel of niet zou mogen: dat is de wereld op zijn kop. Dat iedereen daar maar eens over begint na te denken.»