Voorbehoedsmiddelen: de pil
Bij een vrouw in de vruchtbare leeftijd produceren eierstokken naast vrouwelijke hormonen ook regelmatig eicellen. Ongeveer twee weken voor elke menstruatie komt er uit een van de eierstokken een eicel vrij, die via de eileider richting de baarmoeder gaat. Wanneer de eicel in de eileider een zaadcel tegenkomt, dan kan er een bevruchting plaats vinden. Een voorbehoedsmiddel dat geschikt is om zwangerschap te voorkomen is de pil.
De pil is een voorbehoedsmiddel dat uitsluitend bescherming biedt te zwangerschap en dus niet tegen seksueel overdraagbare aandoeningen.
De werking van de pil
De vrouwelijke hormonen die geproduceerd worden door de eierstokken regelen de maandelijkse cyclus van de vrouw. De pil bevat deze hormonen, oestrogeen en progestageen, ook. Door de extra hormonen die je via de pil binnenkrijgt, reageert je lichaam op de volgende manieren:
- De maandelijkse eisprong wordt onderdrukt. Er komt dus geen eicel vrij!
- De binnenwand van de baarmoeder verandert. Ze wordt ongeschikt voor innesteling van een bevruchte eicel.
- Het slijm bij de ingang van de baarmoeder wordt ondoordringbaar voor zaadcellen.
Door deze combinatie is de pil, op voorwaarde dat je hem op de juiste manier gebruikt, voor bijna 100% betrouwbaar.
Het gebruik van de pil
Bijna iedere pilstrip bestaat uit 21 tabletten. 21 dagen lang slik je iedere dag een pil en dan stop je zeven dagen. Het maakt niet uit of je de pil 's ochtends of 's avonds slikt. Neem hem wel elke dag op ongeveer dezelfde tijd in. De 7 stopdagen vormen de pauzeweek. In de meeste gevallen is het bloedverlies in deze week minder en duurt het korter dan bij een normale menstruatie. Ook in de pauzeweek ben je beschermd tegen zwangerschap. Op alle pilstrips is de juiste volgorde van slikken aangegeven. Zeker als er pillen inzitten met een verschillende samenstelling (bijv. bij de 3-fasen-pil), is het belangrijk om die volgorde aan te houden. Er zijn ook pilstrips met 22 of 28 tabletten. Bij een strip met 22 tabletten houd je een pauzeweek van 6 dagen. Bij een strip met 28 tabletten hoef je geen pauzeweek in te lassen, de 6 of 7 extra pillen in de strip zijn neppillen.
De pil en bijverschijnselen
Veel vrouwen hebben weinig of geen klachten van de pil. Toch kan pilgebruik wel aanleiding geven tot klachten of bijverschijnselen. De meest gehoorde klachten zijn, gespannen borsten, hoofdpijn, gewichtstoename, stemmingsverandering en tussentijdse bloeding. Verder kan de bloeddruk iets stijgen door pilgebruik. Slechts in enkele gevallen is die stijging zo ernstig dat het beter is om met de pil te stoppen.
De pil en kanker
Over de relatie tussen de pil en kanker zijn tot op heden twee zaken bekend. Wat vast staat is dat de pil beschermt tegen kanken van de eierstrokken en van de baarmoeder. Hier staat tegenover dat sommige onderzoekers een verband tussen jarenlang gebruik van de ouderwetse, zware pil en een licht verhoogde kans op borstkanker menen te zien.
De pil en toch zwanger
Als je ondanks het slikken van de pil toch zwanger wordt en je wilt de zwangerschap laten voortbestaan, dan kan dat zonder meer. Het is nooit aangetoond dat het slikken van een pil in het begin van een zwangerschap, afwijkingen bij de vrucht veroorzaakt. Wanneer je de zwangerschap niet wilt laten voortbestaan kun je terecht bij elke abortuskliniek. Hiervoor heb je wel een verwijsbrief nodig van je huisarts. Abortus is voor elke vrouw die in Nederland woont gratis.