Jongeren, verslaving en hulpverlening
Er zijn veel soorten verslavende middelen waar jongeren mee in aanraking kunnen komen. De bekendsten zijn alcohol, roken, cannabis, cocaïne, en XTC. Er komen regelmatig nieuwe middelen bij waar jongeren aan verslaafd kunnen raken. Sinds de toegankelijkheid van online gamen en social media zijn er voor dat soort zaken vragen bij ouders hoe ze daarmee om moeten gaan. Uitgebreid ingaan op de middelen die er zijn maakt het er niet overzichtelijker op. Maar wat betekent het nu eigenlijk voor de omgeving en hoe kunnen ouders of opvoeders ermee omgaan?
Voorlichting bij jongeren
Op de basisschool wordt regelmatig voorlichting gegeven over de risico's van bijvoorbeeld alcohol, drugs of gokken. Jongeren zijn echter moeilijk te overtuigen als het gaat om het plezier wat men ergens aan beleefd. Het cognitieve niveau speelt hierbij een grote rol. Voorlichting kan alleen een goede uitwerking hebben als ook de omgeving zich bewust is van de gevolgen. Een voorlichtingsles heeft het meeste kans van slagen als ook de ouders er bij betrokken worden. Vervolgens zal ook de politiek er op moeten toezien dat bijvoorbeeld supermarkten en slijterijen geen alcohol verkopen aan jongeren onder de zestien of achttien jaar.
Sport en alcohol
Ook de sportverenigingen moeten bij dit beleid betrokken worden. Sommige sportkantines zijn verkapte 'zuipketen'. Jonge voetballertjes van acht jaar kijken op tegen de spits van het eerste elftal. Neemt deze spits na de wedstrijd een paar biertjes dan wordt dit een aangeleerd gedrag. Alcohol met mate bij volwassenen hoeft niet schadelijk te zijn. Jongeren en vooral kinderen denken al snel dat alcohol na sporten gewoon is. Goed voorbeeld doet volgen. Slecht voorbeeld helaas ook.
Drugsgebruik en jongeren
Ondanks voorlichting op school, kerk en in de media gaat een jongere experimenteren. De jongere maakt het begin van zijn gebruik bewust mee. Het is dus een bewuste keus die men maakt. Hoe en waarom men begint is niet altijd met zekerheid te zeggen. Groepsdruk en de ruime verkrijgbaarheid van de middelen zijn de belangrijkste oorzaken. (ondanks de waarschuwingsteksten op pakjes sigaretten gaat men toch roken) In deze beginfase is nog geen sprake van verslaving of afhankelijkheid van een middel. Hier begint een lange weg van stoppen, gebruiken, experimenteren, aangeschoten, dronken, en stoned worden en wat al niet meer.
Beloningssysteem in de hersenen
Ondanks de gevolgen (misselijkheid, overgeven, hoofdpijn) ziet de jongere vaak (nog) geen risico's van het gebruik. Helaas gaan de eerste kennismakingen gepaard met veel plezier. Drugs hebben vrijwel direct invloed op
het beloningssysteem in de hersenen. Wanneer men weet dat een middel direct effect heeft dan kan dat de reden zijn om het steeds te gebruiken. De keus gaat dan bijvoorbeeld niet naar het voeren van een gesprek. Dat is ook gelijk de oorzaak dat men een middel vaker en langer blijft gebruiken. Dit proces kan jaren duren en geeft de gelegenheid dat de jongere een afhankelijkheid (lees: verslaving) ontwikkelt.
Ouders van verslaafde jongeren
De ouders zullen het vroeg of laat te weten komen dat hun kind alcohol of drugs gebruikt. Wanneer er sprake is van experimenteren zijn de gevolgen nog niet direct merkbaar. Het ligt echter aan het karakter van het kind hoe zich dat ontwikkelt. Wanneer er sprake is van structureel gebruik en/of zelfs misbruik dan kunnen er al snel conflicten ter sprake komen. Het proces van ontkennen, manipulatie en mogelijk stelen begint en men weet niet waar en wanneer het stopt. Ouders begrijpen ook vaak niet wat de gebruiker voelt bij het gebruik of onthouding van een middel. Hier is een grijs gebied waar voedingsbodem is voor langdurige en zinloze conflicten. Ouders die bijvoorbeeld zelf roken zullen moeite hebben om hun kinderen te overtuigen om het niet te doen. 'Waarom zou ik niet gaan roken. Jij doet het toch ook?'
Machteloos bij verslaving
Er komt een moment dat de conclusie moet worden getrokken dat men machteloos staat tegenover het gebruik van de jongere. Als er sprake is van problematisch gebruik kunnen verschillende manieren van hulpverlening worden gezocht maar de jongere zal er zal voor open moeten staan. Maar hoe? Wil hij of zij wel stoppen? In negen van de tien gevallen vindt de jongere hulp niet nodig. Jongeren kunnen namelijk moeilijk over gevoelens praten en zijn niet emotioneel aangelegd. Hierdoor raken ouders en kind ver van elkaar verwijderd. Het feit dat het negatieve gedrag het gevolg is van het gebruik moet onderkent worden door de gebruiker zelf. Hij of zij zal dit in eerste instantie opvatten als een persoonlijke afwijzing wat juist weer resulteert in meer gebruik van het middel.
Hulpverlening aan verslaafde jongeren
Als de jongere gemotiveerd is om hulp te aanvaarden zijn er verschillende mogelijkheden. Het is echter wel belangrijk om te kijken welke hulp bij de jongere past. De (klinische) verslavingszorg voelt toch enigszins dreigend en onnodig. Bij het breken van een been is het voor de jongere klaar en duidelijk: hij heeft hulp nodig. Bij het afhankelijk zijn van een middel denkt een jongere al snel dat hij of zij het zelf wel kan of geen hulp nodig heeft. (dit geldt echter in de meeste gevallen ook voor volwassenen). Hierbij is het ook belangrijk dat er naar de onderliggende oorzaak van het gebruik wordt gekeken. Niemand wil verslaafd zijn aan een middel maar wil wel de wenselijke effecten ervan ervaren. In de meeste gevallen gaat het om verdoving of door de 'trip' even niet aan de problemen hoeven denken. De hulpverlening moet dus voor een groot deel gericht zijn op het aanpakken van de onderliggende oorzaak.
Opname van verslaafde jongeren
De keus voor een opname in een verslavingskliniek is niet altijd in eerste instantie noodzakelijk. De jongere zelf zit er al niet om te springen laat staan dat men het advies moet geven. Alleen bij psychische stoornissen of ernstige lichamelijke verwaarlozing kan het noodzakelijk zijn. De betreffende behandelaar of arts zal hier altijd een uitspraak over moeten doen.