Hepatitis C: symptomen, diagnose, behandeling en prognose
Hepatitis is een ontsteking aan de lever en wordt veroorzaakt door een virus. Bij een op de vijf mensen gaat hepatitis C vanzelf over, maar bij veel mensen ontwikkelt de leverontsteking zich tot een chronische ziekte. Hepatitis C kan ernstige schade veroorzaken aan de lever.
Symptomen
Veel mensen hebben geruime tijd hepatitis C, maar hebben geen tot weinig klachten. Bekende symptomen zijn:
- Vermoeidheid
- Misselijkheid
- Overgeven
- Slechte eetlust
- Klachten met de gewrichten
- Vage klachten aan buik
- Grieperig gevoel
Geelzucht
Pas in een laat stadium van de ziekte komt geelzucht voor. Geelzucht uit zich in het geel worden van de huid en het oogwit. Daarna kan ook de urine donker worden en de ontlasting er ook ontkleurd uitzien. Wanneer hiervan sprake is, is vaak de lever aan het verschralen. Dit noemt men levercirrose. Dit stadium treedt vaak op na tien tot twintig jaar na besmetting met hepatitis C.
Diagnose
Bij een verdenking met hepatitis C volgt eerst een bloedonderzoek. Het virus is terug te vinden in het bloed. Verder kan ook via het bloed gezien worden hoe de lever functioneert. Bij een ontsteking van de lever zijn vaak de leverwaardes veel hoger dan normaal. Via een echo kan de dokter kijken hoe de lever eruitziet. Abnormaliteiten aan de lever zijn snel te vinden via een CT-scan of een MRI-scan. Een scanner brengt de lever veel gedetailleerder in kaart dan een echo. De lever kan zo virtueel in plakjes worden gesneden en bekeken. Een ontsteking aan de lever kan worden vastgesteld door het uitvoeren van een leverpunctie (ook wel leverbiopsie genoemd). Een arts schuift een lange holle naald tussen de rechterribben naar binnen en haalt een stukje lever weg. Onder de microscoop wordt het biopt nader bekeken. Eventueel kan de dokter een leverpunctie ook doen in combinatie met een echografie. Zo kan nog nauwkeuriger bekeken waar de naald het beste de lever in kan gaan.
Behandeling
De meeste patiënten ontwikkelen blijvende hepatitis C. Het hangt per cliënt af welke behandeling het meest geschikt is. Het kan soms zelfs het beste zijn om helemaal niet te behandelen. Omdat er verschillende soorten virussen zijn die hepatitis C veroorzaken, verschilt de behandeling per patiënt. Een in hepatitis C gespecialiseerde internist zorgt meestal voor de behandeling. Vaak worden peginterferonen voorgeschreven. Dit is medicatie die het afweersysteem prikkelt en de virusdeling afzwakt. Peginterferonen gaan het lichaam in via een prik. Deze medicatie is niet voor iedereen geschikt vanwege de vaak zware bijwerkingen. Deze behandeling slaat bij de helft van de patiënten met hepatitis C aan. Een andere vorm van behandelen is het voorschrijven van het antivirale middel ribavirine. Deze medicatie wordt voorgeschreven in tabletvorm. Ribavirine kan het virus van hepatitis C volledig uit het lichaam laten verdwijnen, maar slaat bij veel patiënten niet aan. De arts kan ook besluiten om ribavirine voor te schrijven in een combinatie met peginterferonen. Specifieke diëten zijn niet nodig. Wel is het belangrijk om geen alcohol te drinken, omdat alcohol de lever kan beschadigen.
Verschil hepatitis C met hepatitis A en B
Hepatitis C verschilt met
hepatitis A en
hepatitis B, doordat het minder besmettelijk is en doordat het enkel besmettelijk is via bloed. Daarnaast hebben de meeste patiënten in het begin geen klachten, waardoor hepatitis C zich al snel ontwikkelt tot een blijvende ziekte.
Preventie
Mensen met hepatitis C moeten zich er van bewust zijn dat ze andere mensen kunnen besmetten. Dit gaat via bloed. Daar zit het virus in. Het is daarom belangrijk dat andere mensen niet in aanraking komen met bijvoorbeeld tandenborstels, pleisters en maandverband met besmet bloed. Hepatitis C kan niet worden overgebracht speeksel. Besmetting geschiedt vaak via gebruikte naalden. Daardoor komt de ziekte onder junks veel voor. Een moeder met hepatitis C kan wel via borstvoeding of de bevalling de ziekte doorgeven aan haar baby.
Prognose
De vooruitzichten voor een patiënt met hepatitis C verschillen erg. Ongeveer 1 op de 5 mensen krijgt blijvende hepatitis C. Patiënten met onbehandelde chronische hepatitis A hebben een grote kans op het krijgen van levercirrose (verschrompeling van de lever), uitval van de lever en leverkanker. Bij zware levercirrose en uitval van de lever kan vaak de enige behandeling een levertransplantatie zijn.