Soorten depressie: somatogeen, endogeen of exogeen
Somatogene depressies zijn depressies die soms volgen op lichamelijke ziektes zoals: kanker, mononucleose, griep,… Endogene depressies vinden hun oorsprong in wijzigingen binnen het organisme, voornamelijk in de hersenen. Exogene zijn depressies waarvan de oorsprong psychisch is en die voorkomen na externe traumatiserende gebeurtenissen of bij onrijpe en gevoelige persoonlijkheden.
Somatogene depressie
De
somatogene depressie vergt geen bijzondere uitleg. Hieronder vallen ook de depressies die hun oorsprong vinden in letsels, b.v. naar aanleiding van een verkeersongeval. Ook zwaar gehandicapten hebben het soms moeilijk om zich een positief beeld te vormen van hun verminkt lichaam en maken vaak
depressies door die men niet lichtzinnig mag opnemen.
Endogene depressie
Deze
depressie vindt zijn oorsprong binnen het lichaam. Ze schijnt vaker voor te komen in bepaalde families dan in andere, hetgeen zou kunnen wijzen op de invloed van de erfelijkheid. Tegenwoordig is men er bijna zeker van dat biochemische stoornissen ter hoogte van de hersenen of stoornissen in de klieren met interne secretie (lever, schildklier) een rol spelen bij deze aandoening. Toch kan men nog niet met zekerheid stellen dat het hier gaat om de ware oorzaken.
Dit type van depressie treedt meestal op zonder uitlokkende factoren, d.w.z. zonder externe elementen of gebeurtenissen die het optreden van de depressie kunnen verklaren. En zelfs wanneer de depressieve persoon verwijst naar externe gebeurtenissen, blijken die doorgaans miniem te zijn in vergelijking met de ernst van de
depressie. De zieke vindt eigenlijk geen sluitende externe verklaring voor de depressie die hij doormaakt.
Het gebeurt dat een
endogene depressie spontaan verdwijnt. Dat noemen we het fenomeen van
spontane remissie. De zieke herstelt en zijn persoonlijkheid komt ongeschonden uit de depressieve fase. Meestal hervalt de zieke echter en bij sommigen kunnen zich verscheidene depressieve episodes per jaar voordoen. Bij die recidives groeit de wanhoop en de geestelijke pijn.
Opgelet: een
endogene depressie moet met zorg behandeld worden:
- omdat ze pijnlijk is, voor de zieke zelf, die niet begrijpt wat hem overkomt;
- omdat ze zwaar om dragen is voor de omgeving,
- omdat er risico is op zelfmoord: de zieke voelt zich zo machteloos en wanhopig dat hij bijna altijd zelfmoordgedachten heeft. Het zelfmoordrisico is veel groter bij endogene depressies dan bij andere vormen van depressie.
Behandeling van endogene depressie
De endogene depressie vereist een medische behandeling, hetzij:
- met antidepressiva van het tricyclische genre of inhibotoren (remmers) van het mono-aminoxydase, of de recentere selec-
- tieve afremmers van de serotonine-heropname;
- met lithium voor de manische depressie;
- met electroshocks (bij dringende gevallen wanneer het risico van zelfmoord groot is).
De behandeling moet lang genoeg duren om het evenwicht bij de zieke te herstellen.
Bij oudere mensen stelt men een bijzondere vorm van endogene depressie vast, "
involutieve (of regressieve) depressie" genaamd. Deze depressie kan verscheidene aspecten vertonen, maar meestal nestelt de oudere persoon zich in een toestand van
apathie, een emotionele verschansing die al te vaak beschouwd wordt als eigen aan de leeftijd. Als men niet de moeite neemt de persoon te troosten en gerust te stellen, bestaat het gevaar dat hij zich helemaal op zichzelf terugplooit, hetgeen uiteindelijk kan uitmonden in
seniele dementie.
Exogene depressie
Dit soort depressie treedt op tengevolge van een traumatiserende gebeurtenis of een emotionele schok zoals een overlijden, een scheiding, het verlies van werk, een promotie, een ontgoocheling of een sentimentele breuk, een verandering van omgeving, zoals een verhuizing. In dat geval is de depressie gebonden aan het verlies van een geliefd persoon of een situatie waarin men zich veilig voelt. De intense triestheid die daaruit resulteert is een normale reactie. Men maakt als het ware een rouwperiode door. Zo'n
rouwperiode mag zes maanden tot een jaar duren: dat hangt af van het belang dat de verdwenen persoon of de situatie had in de ogen van de rouwende, alsook van de kwaliteit van de relatie.
Men kan ook iets anders dan een liefdesvoorwerp verliezen: bijvoorbeeld zijn eigendunk of zelfvertrouwen. De situatie die zich op dit ogenblik vaak voordoet is die van het verlies van tewerkstelling. Men wordt werkloos, de motivatie valt weg, het inkomen en de verantwoordelijkheden verminderen. Men moet vaak minder aangenaam werk aanvaarden of men wordt simpelweg vroegtijdig op rust gesteld. Een deel van het gevoel van eigenwaarde valt weg. "Niet meer werken" wordt aangevoeld als "nutteloos geworden zijn" en het zelfbeeld van de gepensioneerde krijgt een lelijke deuk. In dergelijke gevallen is depressie een min of meer normale en begrijpelijke reactie op een traumatiserende gebeurtenis.
Voor een gevoelige of
neurotische persoonlijkheid zal een rouw moeilijk te dragen vallen met het risico dat hij blijft duren. De kans bestaat dat de rouw in dit geval een zwaardere depressie veroorzaakt. Anders gezegd, een abnormale rouw, is een rouw die langer dan normaal blijft duren. Jaren later is de triestheid nog even sterk en levendig als bij het begin.
Het leven haalt niet meer de bovenhand en dat kan leiden tot een ware cultus van de overledene. Dit fenomeen komt vaak voor bij een oudere persoon die zijn partner verliest en alleen achterblijft. Vaak ontbreekt de nodige vitale impuls om de crisis te boven te komen en nieuwe relaties aan te gaan.