Depressie bij het kind
In sommige perioden van de ontwikkeling van het kind komen er depressieve aspecten naar voren. Dit zijn normale en noodzakelijke veranderingsfasen. Deze verandering is zowel lichamelijk als psychologisch en het kind vindt het moeilijk om zich aan te passen. Wij zullen ons hier tot de drie voornaamste beperken.
Angst op de leeftijd van acht maanden
Deze
angstreactie treedt bij het kind op omdat het niet gerust is bij of bang is voor niet bekende personen in zijn omgeving. Dat kan van kind tot kind verschillen, maar meestal is die
angst niet abnormaal: daaruit blijkt heel eenvoudig dat het kind nu in staat is zijn moeder (of haar vervangster) te onderscheiden van en vreemde persoon; het betekent ook dat hij het moeilijk vindt om haar afwezigheid te verdragen.
Depressieve neigingen in de Oedipusfase
Tussen 4 en 7 jaar voelt het kind zich aangetrokken tot de ouder van het andere geslacht. Daardoor voelt hij zich schuldig over de rivaliteit met de ouder van hetzelfde geslacht. Door dit schuldgevoel kunnen er
depressieve gevoelens optreden. Vooral als het kind bang is dat het daardoor de liefde van een van de ouders moet missen. Bij kleine meisjes is deze conflicttoestand dubbelzinniger en vaak vager omdat voor haar de moeder tegelijkertijd rivale en voorwerp van liefde is. Deze
depressieve gevoelens zijn niet abnormaal, zij geven aan dat het moeilijk is deze psychische ontwikkelingsfase te beleven en er doorheen te komen. Het is niet dramatisch, men moet echter wel waakzaam zijn om het kind tijdig te kunnen helpen.
Depressieve gedachten in de tienerleeftijd
In de
tienerleeftijd komen
depressieve gedachten zeer vaak voor, omdat de tiener zich inderdaad in een levensfase bevindt waarin hij van een reeks dingen afstand moet doen, een soort symbolische rouwperiode. Tegelijk met de fysieke en biologische veranderingen van de puberteit, treedt er ook een echte psychologische verandering op, waarbij hij afstand doet van de zorgeloze kinderjaren. Naast deze normale veranderingsfasen, waarbij regelmatig depressieve momenten voorkomen, ondergaan sommige kinderen veel duidelijkere
depressieve perioden. Om die op tijd te kunnen herkennen geven wij hierna een korte beschrijving.
Depressie bij de zuigeling (0-1 jaar)
Deze depressie vindt men het meest bij zuigelingen die langere tijd in het ziekenhuis verblijven. Dit verschijnsel wordt beschreven onder de naam
ziekenhuissyndroom. De reacties van de
depressieve zuigeling verlopen in twee fasen. In de eerste is hij erg prikkelbaar en zeer afhankelijk, hij huilt onophoudelijk en eist voortdurend de aandacht van de volwassene op.
In de tweede fase, na ongeveer 3 maanden, wordt hij minder expressief van uitdrukking en blik. Dat kan verder gaan tot het op shocktoestand of versuftheid lijkt. Dergelijke toestanden komen voor bij zuigelingen die herhaaldelijk in tehuizen ondergebracht moeten worden, ofwel verlaten, mishandeld en zwaar in de war zijn geraakt omdat ze door de ouders niet worden aanvaard (
babymishandeling bestaat!). Ook andere vormen van ouderlijk gedrag hebben schadelijke invloed op kinderen: b.v. niet te voorziene strafmaatregelen, tegenstrijdige boodschappen of signalen, waardoor aan beide zijden moeilijkheden bij de waarneming optreden. Als gevolg daarvan brengen deze problemen contactstoornissen met zich wat weer leidt tot frustraties en wederkerige teleurstellingen: de ouder vindt het niet meer leuk om bij de baby te zijn, die het op zijn beurt niet leuk meer vindt en dus de volwassene ergert.
Depressie bij het kind (1-12 jaar)
Het meest opvallend is hier dat het kind bedroefd is en
depressief: het huilt vaak, veelal zonder duidelijke reden, als men hem ondervraagt lijkt zijn ontreddering echt en dringt door in zijn uitlatingen, zijn stem, zijn blik of zijn mimiek. Het is geen toneelspel om de volwassene te beïnvloeden. Hij is echt bedroefd en aangedaan. Het geeft uitdrukking aan morele pijn die van binnenuit komt. Een dergelijke depressie kan uit zeer uiteenlopende gedragingen blijken:
- Het kind blijft uit de buurt van anderen; in de klas is hij vaak verzonken in zijn eigen wereldje. Meestal merkt zijn omgeving dat niet omdat hij zich vol ijver op zijn werk werpt. Maar kinderen die zich op zo een manier aan hun schoolbezigheden overgeven, verwaarlozen al het andere ter compensatie. Maar er zijn ook kinderen die zich in zichzelf keren en op school afhaken. Ze luisteren niet en kunnen zich niet concentreren, ze krijgen vaak veel verwijten, maar ze voelen zich ongelukkig en alleen.
- Er zijn ook kinderen die geen moment op hun plaats kunnen blijven, die voortdurend bewegen en veel lawaai maken (men noemt ze hyperkinetisch). Zulke kinderen kunnen zich heel moeilijk concentreren en dat heeft een weerslag op hun schoolresultaten.
- Bij beide soorten komen slapeloosheid en moeilijkheden bij het inslapen vaak voor (omdat ze bang zijn of piekeren), of worden ze 's nachts vaak wakker; bedwateren (enuresie) hoort er bijna altijd bij.
Depressie bij de tiener
Bijna alle tieners kennen een
zwaarmoedige periode. Toch moeten we hier de aarzelende perioden waarin de tiener op zoek is naar zichzelf niet verwarren met depressie. De echte
depressie bij de tiener gaat vaak schuil achter lichamelijke kwalen zoals hoofdpijn, diverse pijnen en moeheid, of achter uitdagend gedrag zoals van huis weglopen, strafbare handelingen, alcohol- en/of druggebruik. Achter dit impulsieve en uitdagende optreden steekt altijd te weinig gevoel voor eigenwaarde, een gevoel van onmacht en van zinloosheid van het bestaan. Er wordt vaak te weinig aandacht aan geschonken, omdat de verschillende buien elkaar zo snel opvolgen.
Als we zeggen "dat is de leeftijd, dat gaat vanzelf over, geduld hebben", voelt de tiener zich niet begrepen, niet geholpen. Het is daarom beter er een gesprek over uit te lokken, zodat ze zich kunnen uiten, want alleen door te proberen uit te drukken wat er aan de hand is zal hij leren voelen waar hij nu precies heen wil. Het is echter ook nodig dat de ouders van hun kant hun standpunt blijven verdedigen. De uitersten die in de houding van de ouders mogelijk zijn, "ouders-martelaren", tegenover"dominerende, autoritaire ouders" kunnen de problemen bij hun tieners alleen maar verergeren want daardoor is het niet mogelijk dat ze, zoals de psycholoog dat noemt, het verschil ervaren.