Het schildkliermechanisme
In de schildklier worden twee hormonen afgescheiden, thyroxine en trijoodthyronine, die essentieel zijn voor de stofwisseling van bijna alle cellen in het lichaam. De functie van een schildklier is onder meer het regelen van het calcium- en fosfaatgehalte van het bloed. Een verkeerd calciumniveau in de bijschildklieren veroorzaakt ontstekingsprocessen met name artritis. Daarom wordt bij een dreigend calciumtekort in het bloed het parathormoon afgescheiden. Dit zorgt er voor dat calcium vanuit de darm wordt terug geabsorbeerd. Het is tevens het gaspedaal van het lichaam, waarbij TSH middels stimulatie van de schildklier de aanmaak van T3 en T4 verzorgd. Door een zwakke lever kan de omzetting van T4 naar T3 blokkeren.
Algemeen
De schildklier is een klier, die zich bevindt aan weerszijden van de luchtpijp en met elkaar verbonden is door twee kwabben. Aan de achterzijde van de schildklier op de kwabben zijn vier bijschildkliertjes gesitueerd, die tezamen het parathormoon vormen. De regulatie daarvan vindt plaats middels het calciumgehalte van het bloed. De schildklier zelf reguleert onder meer de lichaamstemperatuur, ademhaling, denksnelheid, gewichtsbeheersing, cholesterolniveau, waterafvoer en de stemming. De schildklier wordt bestuurd door de hypofyse en indirect door de hypothalamus. De schildklierhormonen, met name T3, reguleren de verschillende cellulaire verbrandingsprocessen.
Bij een snelle verbranding horen veel schildklierhormonen, waardoor er gas gegeven kan worden. Zuurstof + glucose en vetzuren vormen daarbij ATP. De T4- en TSH-waarden zijn dan beide verhoogd. Echter hoe hoger het tekort aan schildklierhormonen, hoe hoger de TSH-waarde is. Bij een verhoogde TSH-waarde, hetgeen de ziekte van Hashimoto wordt genoemd, hoort een hogere bloeddruk. Een TSH waarde onder de 1 kan duiden op een verlaagde werking van de hypofyse. Een verder onderzoek naar antistoffen is in het algemeen wenselijk. Wallen onder de ogen kunnen verder duiden op een schildklierprobleem.
De stimulatie middels het hormoon TSH
TSH stimuleert de schildklier om thyroxine (T4) en tri-joodthyronine (T3) voor de celgroei en calcitone om de afbraak van botweefsel af te remmen, door de opname van calcium en fosfaat in de botsubstantie te ondersteunen. Het meeste schildklierhormoon bindt zich aan eiwitten in het bloed. Door virussen en met name bacteriën veroorzaakte verhoogde waarden van procalcitonine (PCT), een voorloper van calcitonine, alsmede ernstig letsel, auto-immuunziekten en na een operatie kunnen een indicatie zijn voor ontstekingsprocessen. Daarbij neemt tevens het C-reactief proteïne (CRP) in het bloed in korte tijd aanzienlijk toe. Overigens zijn de hormoonspiegels van T4 en T3 belangrijker dan de TSH-waarde.
Werking van de schildklier
15x meer vrouwen dan mannen hebben een afwijkende schildklierklierwerking, die genetisch bepaald kan zijn. Bij een goede werking van de schildklier is de TSH waarde normaliter laag. Hoewel bij een normale TSH-waarde 0.34-3.2 het toch mogelijk is dat de schildklier niet goed functioneert, vooral als de waarde boven de 2 ligt. Bij een lagere waarde dan 0.34 is men hyper, alhoewel er patiënten zijn met een stabiele TSH-waarde van 0.01 die geen problemen hebben. Het is mogelijk dat er veel T3 aanwezig is, maar dat er te weinig receptoren voor T3 zijn. Dan is er sprake van een resistentie van het schildklierhormoon. De
gebonden schildklierhormonen worden totaal T3/T4 genoemd.
Het hormoon T4
Daarvan wordt vijftien keer zoveel van geproduceerd als T3. Het vormt een buffervoorraad om uiteindelijk te worden omgezet in T3. Dit proces vindt plaats in de cellen, dus
niet in het bloed. Is er te weinig T4 beschikbaar, de normaalwaarde is 60-140 nmol/l, dan gaat de hypofyse ter compensatie harder werken. Alle T4 wordt naar behoefte van het lichaam in twee weken in de weefsels omgezet in het actieve T3. Het FT4, wat direct beschikbaar is bedraagt slechts 1% van alle T4 in het lichaam en zijn waarde dient tussen de 8 en 26 te liggen. Bij een lagere waarde dan 8 kan men hypoverschijnselen krijgen zoals een depressie, het vaak koud hebben, vermoeidheid of een droge huid. T4 hormoon is bekend als levothyroxine (thyrax) en vervangt het hormoon dat de schildklier niet meer aanmaakt. Het doet zijn werk in de cellen en weefsels van het lichaam en dus niet in de schildklier zelf.
Het hormoon T3
De werking van T3 is tien keer sterker dan de T4-werking. Bij onvoldoende beschikbaar T3 zal glucose, afkomstig uit koolhydraten, niet efficiënt verbranden en grotendeels worden omgezet in het nadelige melkzuur in plaats van in koolzuurdioxide. Een lage T3 status, de normale FT3-waarde is 3-8 pmol/l, duidt op een conversie probleem van T4 naar T3. De FT3-waarde, de werkzame hoeveelheid T3 kan echter enorm fluctueren, vandaar dat voor de diagnostiek naast de FT4-waarde als eerste de TSH-waarde wordt gebruikt. Daarbij komt dat we op basis van de meetresultaten van T4 en T3 in het bloed geen conclusie mogen trekken over de omzetting van T4 in T3. Dit komt omdat T3 ook afkomstig kan van de lever en in mindere mate van de nieren. T3-hormoon is bekend als cytomel ook wel cynomel genoemd.
Hypothyroïdie
Een vertraagde werking van de schildklier, die onder meer kan ontstaan door een vitamine B12-tekort of door een hoge productie van cortisol teneinde de suikerspiegel constant te houden, wordt hypothyroïdie genoemd. Er wordt dan te weinig of geen hormoon aangemaakt (ziekte van Hashimoto). Een subklinische hypothyreoïdie heeft doorgaans een normale FT4 en een TSH boven de vier.
Een door stress teveel aangemaakte cortisol kan tevens verbindingen tussen amygdala en hypocampus blokkeren, die vervolgens niet meer werken. Een vertraagde werking kan verder wordt veroorzaakt door:
- De omzetting van T4 naar T3 niet goed verloopt, waardoor er te weinig actieve T3 bij de cellen aankomt
- een cellulaire receptor resistentie voor T3
- een tekort aan transporteiwitten, zodat de schildklierhormonen hun doel in het lichaam niet of te weinig bereiken
- tekorten aan adrenaline
Gevolgen van een vertraagde schildklier werking
Is er sprake van hypothyroïdie dan is het cholesterol veelal verhoogd en zijn er lage niveaus van serotonine, GABA en noradrenaline. Het vervoer van schildklierhormonen door het bloed geschiedt middels binding aan een eiwit bij voorbeeld albumine. Bij een traag werkende schildklier is de schildklier vergroot en kan er een onverklaarbare moeheid en gewichtstoename ontstaan. Ook een vertraagde hartslag, een lage lichaamstemperatuur en het vormen van oedeem zijn er het gevolg van. Een bloedonderzoek geeft onvoldoende duidelijkheid over de:
- opname bereidheid van de cel
- kwaliteit van de functie van receptoren
- aanmaak en conversie (omzetting) van de stoffen
Beter is af te gaan op de bevindingen van de patiënt en urineonderzoek naar de T4- en vrije T3-waarde in het bloed en het checken van de auto immuunreactie middels antilichamen
Medicatie
De behandeling van schildklierproblemen is simpel en bestaat uit:
- het toedienen van synthetische T4-preparaten (niet bij een blokkade in de omzetting van T4 naar T3)
- suppletie met biologische T3- en/of T4-preparaten
Het correct instellen middels een juiste dosering van schildklierhormonen
Het doseren van schildkliertabletten is echter wel precisiewerk en dient dan ook nauwgezet uitgevoerd te worden. Het juist instellen op schildklierhormoon kan soms vele maanden in beslag nemen. Bij patiënten die goed zijn ingesteld is de TSH-waarde vaak laag-normaal (circa 1mU/l) en de vrije (F)T4-waarde zit veelal in de bovenste helft van de normaalwaarden. Bij combinatietherapie dient de verhouding van de T3 en T4 tussen 1:13 en 1:20 te bedragen. T4 wordt 1x per dag ingenomen en T3 2x daags.
De medicatie dient in de ochtend een half uur voor het ontbijt via de mond ingenomen te worden. Bij een te hoge dosering thyrax kunnen er hartkloppingen ontstaan. In dat geval de dosering aanpassen tot de hartkloppingen over zijn. Regelmatig bloedonderzoek is een vereiste. Op het internet kan men over deze problematiek middels het Hypo Forum met elkaar van gedachten wisselen.
Hyperthyreoïdie
Hierbij werkt de schildklier te snel, waardoor de processen in het lichaam te snel werken. Gejaagdheid, angsten, ongedurigheid, een snelle stofwisseling en gewichtsverlies kunnen het gevolg zijn. Is er teveel hormoon, dan maakt de hypofyse weinig TSH aan.
Deze aandoening kan met schildklier remmende tabletten (PTU) worden bestreden.