Kiezen voor een borstamputatie of borstbesparende operatie?
Als een operatie nodig bij borstkanker heeft u de keuze uit een borstamputatie of een borstbesparende operatie. Bij een borstverwijdering haalt de chirurg de hele borst weg. Er blijft dan een vlakke borst achter waarbij de borstspier de ribben omsluiert. Bij een borstbesparende operatie verwijdert de chirurg alleen de tumor. Beide operaties brengen voor- en nadelen met zich mee.
Borstamputatie
Na een borstamputatie blijft de patiënt achter met een enorm litteken. Soms is de platte borst niet helemaal glad, maar bobbelig. Dit kan weg trekken. Herstel treedt binnen een paar weken op en kan enkele maanden duren. Bij het litteken is de huid vaak gevoelloos of juist extra gevoelig. Na de operatie bestaat de keuze om een borstprothese te laten maken of een nieuwe borst te creëren door de plastisch chirurg. Tegenwoordig is dat vaak meteen al mogelijk na de amputatie van de borst.
Borstbesparende operatie
Bij veel vrouwen met borstkanker kan tegenwoordig een borstbesparende operatie worden uitgevoerd. Niet alle patiënten komen hiervoor in aanmerking. Een borstbesparende ingreep is geen optie als er twee of meer tumoren in de borst zitten, als de borst ooit is bestraald, als blijkt dat er in weefsel rondom de borst kankercellen zitten en of als de tumor te groot is. Na een borstbesparende operatie kan de borst er anders uitzien. Soms is de borst kleiner of zit er een deuk in. Bij het litteken kan de borst gevoelloos of juist extra gevoelig zijn. Als een borst er heel anders uitziet is het vaak mogelijk om plastische chirurgie te laten uitvoeren om het lichaamsdeel mooier te maken.
Verwijderen schildklierwachten en/of okselklieren
Als borstkanker zich gaat verspreiden gebeurt dat vaak als eerst naar de lymfeklieren in de oksels. Bij een borstoperatie verwijdert de chirurg daarom meestal meerdere lymfeklieren. Dit worden de schildwachtklieren genoemd. Als deze klieren niet kunnen worden weggehaald gaat de chirurg vaak over tot het weghalen van meerdere okselklieren. Dit heet een okselklierdissectie. Na de operatie wordt de schildklierwacht onderzocht om te zien of er kankercellen inzitten. Dit kan ook tijdens de operatie door middel van een vriescoupeonderzoek. Als de schildwachtklieren geen kankercellen bevatten hoeven oksellymfeklieren niet meer te worden weggehaald. Indien dat wel het geval is moeten ook de oksels worden behandeld. Dat kan door middel van een nieuwe operatie of door te kiezen voor bestraling. Wanneer voor een vriescoupeonderzoek wordt gekozen is het voor de chirurg snel duidelijk of de okselklieren wel of niet moeten worden weggehaald. Door het verwijderen van de okselklieren treedt er gevoelloosheid op in de oksels. Dat gebeurt niet zo snel bij patiënten waarbij alleen de schildklierwachten zijn weggehaald.
Chemotherapie voor operatie
Bij sommige borstkankerpatiënten is opereren niet meteen de eerste optie. Dan volgt er vaak eerst behandeling met chemotherapie om de tumor bijvoorbeeld te verkleinen. Wanneer het gezwel slinkt, volgt dan alsnog een operatie.
Het maken van een keuze
Vaak hebben patiënten zelf de keuze uit een borstbesparende operatie of uit een algehele borstamputatie. Als dat het geval is, betekent dat beide behandeling grote kans van slagen hebben. Soms vinden vrouwen het toch fijner om voor een borstamputatie te kiezen, omdat ze hun eigen borst niet meer vertrouwen. Het is belangrijk om voor de keuze goed te praten met uw behandelend arts en niet te snel een besluit hebben nemen.
Complicaties
Na elke operatie kunnen complicaties optreden.
Nabloeding en wondinfectie
Zo bestaat er de kans op nabloeding en wondinfectie. Bij een infectie wordt antibiotica voorgeschreven. In enkele gevallen wordt het litteken een stukje opengesneden om pus weg te laten stromen.
Opeenstapeling vocht
Bij het verwijderen van okselklieren is de kans aanwezig dat lymfevocht en wondvocht op elkaar gaan stapelen. Dit vocht kan worden weggezogen met een holle naald.
Gevoelloosheid
De huid bij de oksels kan gevoelloos worden na het weghalen van de okselklieren. Hieraan is niets te doen. Bij een enkele patiënt treedt ook gevoelloosheid op in de borstwand of in de bovenarm.
Overgevoeligheid
Bij andere patiënten treedt juist overgevoeligheid op door zenuwpijnen doordat zenuwen zijn doorgesneden. Zenuwpijn is lastig te bestrijden.
Schouderproblemen
Een zeldzame complicatie die optreedt is een uitstekend schouderblad doordat zenuwen zijn gehavend. Oefeningen en fysiotherapie zorgen ervoor dat het schouderblad terugkomt in de normale stand. Daarnaast kan zijn dat u niet alle bewegingen kunt maken met uw schouder. Fysiotherapie kan dit verhelpen.
Na de operatie
Na de operatie blijft de patiënt vaak nog even in het ziekenhuis. Als de borst is verwijderd dragen de meeste patiënten een tijdelijke prothese. Na de operatie blijft vaak een drain aanwezig in de borst om vocht af te voeren. De drain zit er soms ook nog bij thuiskomst in. Die wordt dan later poliklinisch verwijderd. Ook na operaties wordt de patiënt nog regelmatig gecontroleerd.