Virulentie, schade door een micro-organisme
Virulentie duidt aan in hoeverre een micro-organisme als een schimmel, gist, bacterie of virus in staat is de gastheer ziek te maken. Er zijn micro-organismen die vrij weinig virulent zijn, zoals een griepvirus. Het HI-virus (HIV) is hoog virulent omdat de patiënt dodelijk altijd ziek zal worden. Een micro-organisme kan zich aanpassen, waardoor er virulentiewisseling plaatsvindt. Ook kan er virulentieverlies optreden.
Wat is virulentie?
Virulentie is een maataanduiding. Hiermee wordt aangegeven in hoeverre een micro-organisme of virus in staat is ziekte te verwekken. Ieder micro-organisme of virus zorgt ervoor dat de gastheer ziek wordt. Voor een micro-organisme is het zaak om zo min mogelijk virulent te zijn. Een hoge virulentie zorgt er namelijk voor dat de gastheer wordt gedood. Met een dode gastheer kan het micro-organisme zich niet meer verspreiden. Vaak zijn het dan ook nieuwe micro-organismen die erg virulent zijn. Een bekend voorbeeld was de Mexicaanse griep. In het begin zorgde dit voor een aantal doden of ernstig zieken. Tegenwoordig is de Mexicaanse griep afgezwakt tot een griepvirus dat weinig klachten geeft.
Virus en micro-organisme
We onderscheiden simpelweg vier micro-organismen: bacteriën, virussen, schimmels en gisten. Vaak wordt gedacht dat een parasiet een micro-organisme is. Dat kan. Een parasiet is een organisme die leeft (parasiteert) van zijn gastheer. Een parasiet kan dus een micro-organisme zijn, maar ook een mug is een parasiet. Virussen worden als enige niet direct als organisme gezien omdat deze niet in staat zijn in hun eigen energiebehoefte te voorzien. Ze zijn volledig afhankelijk van de gastheer. Een bacterie bestaat uit een cel die zichzelf kan delen. Een virus bestaat uit genetisch materiaal met daaromheen een eiwitmantel. Het infecteert lichaamscellen met het genetisch materiaal.
Virulentiefactor
Micro-organismen scheiden stoffen uit. Deze stoffen zorgen ervoor dat de gastheer ziek wordt. Afhankelijk van de soort stof die het micro-organisme uitscheidt, zullen er diverse dingen binnen het lichaam gebeuren. Zo is bekend dat bij het uitscheiden van de stof
leukocidines, witte bloedcellen worden gedood. Dit verlaagt de afweer van de gastheer. De stof
streptokinase hecht zich aan plasminogeen in het bloedplasma. Hierdoor ontstaat er plasmine, wat bloedstolsels oplost. Op deze manier kan het micro-organisme zich via het bloed verspreiden.
Gezonde darmflora
Bij een gezonde darmflora komt virulentie niet voor. Hoewel de darmflora bestaat uit een grote hoeveelheid micro-organismen, wordt de gastheer hier niet ziek van. Ze hebben juist vaak een nuttige functie. Bij infectie met een ziekmakend micro-organisme kan deze zich lange tijd in de darmen verborgen houden. De darmwand bevat micro-organismen die de afweer aantasten, waardoor de patiënt uiteindelijk ziek wordt of opnieuw ziek wordt, ondanks behandeling. Bij bepaalde aandoeningen zoals gewrichtsontstekingen, spastische darm en problemen met de slijmvliezen wordt de darmflora onderzocht. Het is namelijk mogelijk dat er virulente micro-organismen aanwezig zijn, die bij andere onderzoeken niet opgemerkt werden.
Virulentiewisseling
De virulentie kan plots wisselen. Ze kan sterker of zwakker worden. Een micro-organisme heeft als doel zich te verspreiden en voort te blijven bestaan. Wanneer de gastheer ziek wordt, is het micro-organisme bezig zich te delen. Het is niet de bedoeling om de gastheer te doden. Een dode gastheer zorgt er namelijk voor dat het micro-organisme zich niet meer kan verspreiden. Een micro-organisme is daardoor in staat zich aan te passen aan de reactie van de gastheer.
Een virus is in staat het type te veranderen. Dit is voor het virus nodig omdat het menselijk immuunsysteem een virus vaak weet uit te schakelen. Door aanpassing van het type, wat bij een virus vrij snel kan gaan, is het menselijk afweersysteem niet voorbereid op het nieuwe type virus. De virulentie kan hiermee ook gewisseld in en zal vaak in het begin te hoog zijn. Hierdoor zullen er altijd eerst slachtoffers vallen. Zo wordt jaarlijks bekeken welk type influenzavirus (griepvirus) het meest virulent en dus het meest aantal zieken zal veroorzaken. Mensen met een verminderde afweer zullen eerder getroffen worden door een nieuw type virus.
Virulentieverlies
Virulentieverlies treedt op bij resistentie Resistentie treedt op wanneer het immuunsysteem wordt blootgesteld aan een schadelijk micro-organisme. Het lichaam komt in actie en zal het micro-organisme aanvallen en deze proberen uit te schakelen. Het geheugen van het immuunsysteem onthoudt dit. Het herkent de volgende keer het type micro-organisme en zal deze direct uitschakelen. Hierdoor verliest het micro-organisme aan virulentie: de gastheer wordt niet langer ziek. Om die reden is een micro-organisme vaak ook in staat zichzelf te veranderen.