Leven met een blaassonde: oorzaken en behandeling
Dagelijks zijn er heel wat mensen die met een blaassonde moeten leven. Er zijn verschillende redenen waarom ze er een hebben. Dit kan gaan van niet meer kunnen plassen tot incontinent zijn voor urine. Bij sommigen is het maar tijdelijk (bijvoorbeeld na een operatie) maar bij anderen is het een levenslange noodzaak. Bij deze laatste groep gaat men vaak over naar een suprapubische sonde. Deze sonde gaat langs de buik naar de blaas en kan langer blijven zitten dan een gewone blaassonde.
Wat is een blaassonde?
Een blaassonde is, zoals het woord al zelf zegt, een sonde die tot in de blaas gaat. De sonde kan geplaatst worden door een verpleegkundige of een uroloog. Aan deze sonde wordt dan een urinezak gekoppeld waarin de urine opgevangen kan worden.
De meest voorkomende sondes zijn gemaakt van siliconen materiaal en mogen maximum zes weken blijven zitten. Nadien moeten ze vervangen worden (of verwijderd indien het niet meer nodig is). Een blaassonde bestaat uit twee lumen/doorgangen.
De ene doorgang is bedoeld voor de afloop van de urine en via de andere doorgang kan de zorgverlener een ballonnetje opblazen dat zich aan het uiteinde van de sonde in blaas bevindt. Door dit ballonnetje wordt er voorkomen dat de sonde er per ongeluk uitvalt.
Wanneer krijgt men een blaassonde?
Een blaassonde kan om verschillende redenen geplaatst worden. Enkele veelvoorkomende redenen zijn:
- Wanneer men door een of andere redenen niet meer kan plassen
- Als men niet volledig kan leeg plassen
- Verminderde mobiliteit (bijvoorbeeld bij een zware aandoening of na een operatie)
- (Zware) incontinentie voor urine
- ...
Meestal is een blaassonde een tijdelijke oplossing en kan ze na verloop van tijd worden verwijderd. Als men nadien nog steeds problemen blijft behouden of als het geen optie is om de blaassonde te verwijderen gaat men meestal over tot een
suprapubische sonde.
Aandachtspunten bij een blaassonde
Het plaatsen van een blaassonde is een steriel proces. De kans dat men een urineweginfectie krijgt is groter met een blaassonde en door die reden moet men er voorzichtig mee omspringen. Zorg ervoor dat er nooit tractie op de sonde of de urinezak ontstaat. Met andere woorden, zorg ervoor dat u nergens blijft achterhangen of er onbewust op gaat staan, liggen. Dit kunt u grotendeels voorkomen door de urinezak aan een been vast te maken. Voorkom het onderbreken van verbinding tussen de sonde en de urinezak als dit niet nodig is. Meestal bestaat de urinezak uit een kraantje waarlangs de urine kan verwijderd worden. Het ontkoppelen van de sonde en de urinezak verhoogt de kans op infecties. Blijf voldoende water drinken en meldt elk ongemak aan de zorgverleners
Het is normaal dat u aandrang voelt om te plassen. Meld dit ook zeker aan de zorgverleners zodat ze kunnen nagaan of de urine nog voldoende afloopt. Een blaassonde kan verstopt raken en dit moet dan ook zo snel mogelijk opgelost worden. Het is altijd wennen, vooral bij het zitten, als u een blaassonde heeft. Hou er ook rekening mee, op voorwaarde dat de sonde juist zit en de afvloei goed verloopt, dat een aandrang voelen een normaal gevoel is maar dat de blaas altijd leeg is (de urine loopt immers meteen af en blijft niet in de blaas zitten).
Het verwijderen van een blaassonde
Het verwijderen van een blaassonde is voor veel mensen een spannende gebeurtenis. Het is een periode waarin men zich afvraagt of men terug kan plassen zoals voordien. Echter, dit kan niet gegarandeerd worden en het is voor veel mensen dan ook een teleurstelling als blijkt dat de sonde opnieuw geplaatst moet worden.
Bij het verwijderen van een blaassonde is het belangrijk dat u vooraf goed geïnformeerd bent over wat er gaat gebeuren. Op sommige verpleegdiensten gaat men enkele dagen vooraf beginnen met blaastraining. Dat wil zeggen dat er een tijdelijke klem op de sonde komt te zitten waardoor de blaas zich weer gaat vullen. Na een tijdje wordt de klem verwijderd en kan de urine terug afvloeien. Deze handelingen zorgen ervoor dat de blaasspieren weer geactiveerd worden en de blaas zichzelf als het ware traint om zich terug te vullen.
Bij het verwijderen van de blaassonde wordt eerst het ballonnetje afgelaten en de sonde wordt vloeiend uit de blaas getrokken.
Dit is voornamelijk een onaangenaam gevoel dat na verloop van tijd verdwijnt. Verwittig een zorgverlener als u wilt gaan plassen of net bent geweest. Op die manier kan er een 'residu' bepaald worden. Dat wil zeggen dat men, ofwel door middel van een echo ofwel door middel van een eenmalige sondage, gaat bepalen of u volledig uitgeplast hebt of er nog urine in de blaas is. Bij een te hoge hoeveelheid urine kan het genoodzaakt zijn om terug een blaassonde te plaatsen. Dit hoeft niet meteen te betekenen dat u levenslang een blaassonde zal hebben.
Blijf na het verwijderen van een blaassonde ook voldoende drinken, ook al moet u daardoor vaker naar het toilet. Blijf hierbij ook alert bij eventuele ongemakken en meldt dit zeker aan een zorgverlener. Het komt weleens voor dat u niet op tijd op het toilet raakt of u het niet voelde aankomen. Schaam u zeker niet maar meldt ook dit aan een zorgverlener.
Tot slot
Een blaassonde is voor veel mensen een teleurstelling. Echter, kan dit voor sommigen ook een uitkomst bieden. Er zijn mensen die incontinent zijn voor urine en dan kan een blaassonde een hele hulp zijn aangezien ze dan, vooral 's nachts, niet meer verschoond moeten worden wat de kans op vochtletsels aanzienlijk verkleind.