Functies van hormonen
Hormonen zorgen door het geven van informatie via de bloedbaan ervoor dat alle organen goed werken en dat het lichaamsweefsel gezond is en blijft. Tevens bewerkstelligen ze de opbouw van onze spieren en botten. Ze kunnen echter alleen goed functioneren indien er voldoende receptoren in het lichaam aanwezig zijn. Deze receptoren dienen echter wel goed te werken. Hormonen worden voornamelijk aangemaakt uit eiwitten, cholesterol en essentiële vetzuren, vandaar dat evenwichtige voeding uiterst belangrijk is. Ze beïnvloeden middels de stofwisseling vele functies binnen het organisme zoals de voortplanting, groei en spijsvertering.
Algemeen
Hormonen worden geproduceerd door klieren en zorgen ervoor dat cellen groeien of dat de groei juist wordt afgeremd of stopgezet. Er zijn in totaal 18 verschillende hormonen, waarvan de belangrijkste zijn: cortisol, T3, T4, groeihormoon, DHEA, geslachtshormonen, parathormoon, melatonine, insuline en glucagon. De voorkwab van de hypofyse maakt tenminste zes hormonen aan: groeihormoon (GH), prolactine (PRL), thyreotroop hormoon (TSH), luteïneserend hormoon (LH), follikelstimulerend hormoon (FSH) en adrenocorticotroop hormoon (ACTH) en de daaraan verwante opioïde peptidehormonen. Uit diverse onderzoeken is inmiddels gebleken dat er vijf verschillende typen chromofiele cellen onderscheiden kunnen worden, die bovengenoemde zes hormonen aanmaken. Twee van deze celtypen zijn acidofiel en synthetiseren GH en PRL en drie andere typen zijn basofiel; één van deze basofiele typen maakt TSH, een ander type synthetiseert zowel LH als FSH en in een derde type worden ACTH en aanverwante peptiden gevormd. De ACTH-producerende cel van de hypofyse maakt aan en secerneert ook een groot aantal andere peptiden. GH bindt zich in de lever op GH-receptoren, zo wordt IGF-1 gevormd, dat is een peptide dat op insuline lijkt.
Tekorten aan cortisol
Diegenen met een tekort aan cortisol zijn veelal bleke en magere mensen, die veel last hebben van steeds terugkerende infecties, allergieën en eczeem. Cortisol wordt aangemaakt in de bijnierschors of de cortex, vandaar dat men in het laatste geval soms spreekt van corticoïden. Behalve cortisol worden door de bijnieren ook aldosteron en DHEA aangemaakt. Aldosteron reguleert daarbij de bloeddruk en DHEA zorgt voor een beter spier- en botweefsel. Bij een slechte werking van de bijnierschors kan er een tekort aan cortisol ontstaan, hetgeen men aanduidt met primaire cortisoldeficiëntie of de ziekte van Addison. Indien de hypofyse echter de oorzaak is, door te weinig ACTH aanmaak, wat dan weer een mindere productie aan cortisol geeft in de bijnierschors, spreekt men van secundaire cortisol deficiëntie.
Het bepalen van het cortisolniveau
Patiënten met heel hoge ACTH waarden en een tekort aan cortisol krijgen ten onrechte systematisch de diagnose CVS/ME toebedeeld. Een ITT-test waarin de verhouding tussen ACTH en cortisol gemeten wordt, kan uitsluitsel geven of er een defect is in de hypofyse dan wel in de bijnierschors. Hormoonwaarden in speeksel geven beter de hoeveelheid hormonen in de cel weer, dan bloed- en urinetesten. Een en ander omdat 'bij het testen middels bloed en urine de waarden van hormonen buiten de cellen wordt gemeten. Cortisol kan 3 verschillende vormen in het lichaam aannemen. Namelijk de vrije (ongebonden) vorm, hetgeen 1% van het totaal uitmaakt en de zwak- en sterk aan bloedeiwitten gebonden vorm. Hormoontesten dienen vanwege fluctuaties altijd 4x per dag te worden gedaan, waarvan de eerste om 8 uur s' morgens. In het algemeen is er tussen 3-4 uur in de middag een dip.
Een slechte werking van de bijnierschors en/of de hypofyse
Een en ander kan veroorzaakt worden door:
- Een beschadiging van de hypofyse door een valpartij (whiplash)
- Een verschrompeling van de bijnier als gevolg van infecties
- genetische factoren, waardoor te weinig cortisol wordt aangemaakt en de hypofyse meer ACTH gaat produceren
- onvoldoende of niet goed werkende receptoren
Oorzaken en gevolgen daarvan
Bij een behoorlijke val kan de hypofyse scheuren of beschadigen, waarbij de aanmaak van groeihormoon, omdat deze cellen aan de buitenkant van de hypofyse liggen, het eerst in gevaar komen. Als gevolg van infecties door het CMV virus en TBC, alsmede een auto-immuunreactie, kan de bijnierschors verschrompelen. Genetische factoren in bepaalde families kunnen ervoor zorgen, dat er niet voldoende enzymen worden aangemaakt. Daardoor stagneert de aanmaak van cortisol, hetgeen de hypofyse aanzet om nog meer ACTH te gaan produceren. Het ACTH peil zegt derhalve iets over de werking van de bijnierschors. Middels een Synacthen-test waarbij een hoge dosis aan ACTH wordt toegediend, waarna het cortisolpeil wordt bepaald, kan uitsluitsel geven over de werking van de bijnierschors. Minimaal een verdubbeling van de cortisolwaarde is goed. Om een beter inzicht te verkrijgen over de werking van de bijnierschors
en de hypofyse is een ITT-Test voorhanden. Hormonen kunnen slechts goed werken, als er voldoende goedwerkende receptoren in de verschillende delen van het lichaam aanwezig zijn, waarop ze zich kunnen binden. Deswege kan men bij zelfs bij zeer hoge waarden van ACTH het toch koud hebben, wat illustreert dat bloedwaarden niet alles zeggen.
Cortisol zorgt ervoor door het activeren van serotonine en dopamine dat men bij stress goed blijft functioneren. Tevens houdt het de bloeddruk en de suikerspiegel op peil. Het wordt door het lichaam zelf aangemaakt, mocht dit echter niet gebeuren, dan verdient suppletie met bio-identiek cortisol in een zeer lage dosis de voorkeur. Het bijnierschors kan echter bij deze suppletie lui worden, daarom in de eerste weken 20% minder toedienen dan noodzakelijk is. Van bio-identiek cortisol is inmiddels het patent verlopen en is deswege spotgoedkoop. Het kan worden toegediend in de vorm van pillen, gel, injecties of via een pompje. Let op: op de bijsluiters staan altijd alleen de bijwerkingen van synthetisch cortisol (cortisone), wat misleidend is omdat bio-identiek hormoon geen bijwerkingen heeft. De overgrote meerderheid van mensen met een cortisol tekort heeft ook een DHEA tekort. Daarom dient bij behandeling met cortisol ook DHEA gegeven te worden, om de onderdrukkende (katabole) werking van cortisol te neutraliseren. Een te veel aan cortisol is ook niet goed en blokkeert de regulatie van angstsignalen vanuit de amygdala. Een en ander geeft een overdreven reactie op neutrale gebeurtenissen, waarbij de hoeveelheid neurotransmitters toeneemt.
De werking van groeihormonen (GH)
Groeihormonen houden net als cortisol de bloeddruk en de suikerspiegel op peil en werken voornamelijk via IGF-1.
De cellen die GH vormen zijn gelegen aan de buitenkant van de hypofyse en bevorderen de spiermassa en de vetverbranding.
De productie van GH wordt geactiveerd vanuit de hypothalamus, waarbij door de hypofyse GHRH en GH worden aangemaakt, dat vervolgens via de bloedbaan naar de lever wordt getransporteerd, om aldaar zich te binden op de GH-receptoren van groeihormonen. Aldaar worden uit GH + insuline twee groeifactoren gevormd, die op insuline lijken namelijk insuline groeifactor (IGF 1 en 2). Zoals de naam al doet veronderstellen zijn deze hormonen bestemd om groei te realiseren. Deswege wordt in de puberteit het meeste GH geproduceerd, om vervolgens zeer geleidelijk af te zwakken. Hoe meer groeihormoon voorhanden is, hoe beter de aanmaak van collageen verloopt, waardoor het risico op spier- en peesletsel wordt beperkt. In het topvoetbal is het dan ook niet ongewoon dat aan spelers GH middels injectering toegediend worden.
De belangrijkheid van IGF-1
Zoals gesteld speelt IGF-1 de hoofdrol. Dit wordt deels in de lever gebonden aan een transporteiwit IGF- BP-3. Het vrije en gebonden IGF-1 komt via het bloed terecht in de verschillende lichaamsdelen, waarbij alleen het vrije IGF-1 zich ter plekke kan binden aan TKR receptoren. Daardoor vindt onder andere stimulatie van celgroei plaats. De hoeveelheid vrij IGF-1 is veel belangrijker dan het aantal GH of totaal aantal IGF-1. De hoeveelheid vrij IGF-1 kan worden afgeleid uit het totaal IGF-1 (vrij +gebonden) en de hoeveelheid IGF- BP-3 en dient kleiner te zijn dan 4.5.
Tekorten aan groeihormonen
Diegenen die daarmede behept zijn angstig en vertonen concentratiestoornissen. Lichamelijke klachten kenmerken zich door vermoeidheid, zwakke en pijnlijke gekrompen spieren. Daarnaast hebben patiënten weinig eetlust en een laag libido. Als het vermoeden bestaat van een GH-tekort dient, mede gezien door de indirecte werking van GH via IGF-1, tevens onderzoek gepleegd worden naar tekorten bij andere hormonen, met name cortisol en testosteron. Het komt namelijk voor dat iemand voldoende GH aanmaakt, maar onvoldoende IGF-1. Dit verschijnsel wordt betiteld als groeihormoonresistentie.
Gevolgen van tekorten van groeihormonen zijn onder meer
Daarbij kunnen we onderscheiden:
- een slechte werking van het immuunsysteem
- de aanmaak van insuline wordt belemmerd
- een verhoogde buikvetmassa en een verminderde spierwerking
- de hoeveelheid gammaglobulines dalen
Het testen en toedienen van groeihormoon
De hoeveelheid groeihormoon kan worden gemeten via een ITT-test op basis van IGF-1, waarbij de referentiewaarde voor GH en IGF-1 is bepaald op 300 mcg voor mannen en 250 mcg/liter voor vrouwen. Daarbij bedraagt de minimale waarde 100. Het is echter noodzakelijk om niet uitsluitend uit te gaan van labo-onderzoeken, de toestand van de gehele persoon dient in aanmerking te worden genomen. Te denken daarbij valt aan bot-, spier- en vetmassa en aan de waarden van cholesterol en triglyceriden.
De kostbare behandeling (700 euro per maand) bestaat uit het onderhuids inspuiten met een minimale dosis GH met een prikpen (vaak levenslang). Deze dosis dient dan vervolgens stelselmatig te worden opgehoogd, totdat een optimale IGF-1 waarde is bereikt. De consequentie van het ophogen met GH kan zijn, dat de behoefte aan andere hormonen met name cortisol toenemen.
Lees verder