ADHD: diagnose en behandeling
Voordat artsen iemand behandelen, moeten ze bepalen wat iemand heeft. Dit proces noemen we het stellen van een diagnose. In grote lijnen betekent dit ‘er een naam aan geven’. Het is vooral bij ADHD belangrijk, omdat de gedragingen die de ziekte definiëren - onoplettendheid, afleidbaarheid, hyperactiviteit en impulsiviteit - in zekere mate in alle kinderen aanwezig zijn. Artsen willen zeker weten dat deze gedragingen abnormaal zijn voor de leeftijdsgroep van het kind.
Bovendien varieert de mix van symptomen van patiënt tot patiënt, en 50 procent van degenen met ADHD heeft ook andere gedragsproblemen boven op hun ADHD. Hiertoe behoren conduct disorder of oppositional defiant disorder (dwars of opstandig zijn), leerproblemen (problemen met lezen en schrijven) of motorische afwijkingen (extreme onhandigheid en problemen met lichamelijke coördinatie).
De
diagnose ADHD wordt door medische deskundigen gesteld, maar meestal slaat een bezorgde ouder of leraar als eerste alarm - vaak vanwege slechte prestaties op school. Specialisten gebruiken verschillende technieken om tot een diagnose te komen, maar doorgaans zijn het de volgende:
- het opmerken van symptomen die thuis en op school tot uiting komen
- het in detail bestuderen van de geschiedenis van het kind en de familie op medisch gebied en op het gebied van gedrag
- het vergelijken van het kind met een objectieve meetlat: de meest gebruikte zijn afstreeplijsten en vragenlijsten.
Er zijn ook computerprogramma’s die meten hoe een kind eenvoudige testen uitvoert, en andere die hersengolven (elektrische activiteit in verscheidene belangrijke hersengebieden) analyseren.
Pas als alle andere problemen zijn uitgesloten en het precieze type ADHD waaraan het kind lijdt, is bepaald - d.w.z. onoplettendheid/afleidbaarheid met of zonder hyperactiviteit en impulsiviteit – zal de specialist beginnen met het opstellen van een
behandelingsprogramma.
Aandoeningen die soms verward worden of samengaan met ADHD
Deskundigen proberen ook een onderscheid te maken tussen kinderen met gedragsproblemen die geen ADHD hebben en ADHD-patiënten die daarnaast nog andere aandoeningen of problemen hebben, Deze aandoeningen zijn:
autisme of een mildere vorm daarvan, het
syndroom van Asperger; epilepsie; specicifieke leerproblemen; gehoorproblemen; depressie; hersenbeschadiging; disfunctioneel gezin (wanneer het gedrag van het hele gezin het probleem is); en natuurlijk het kind dat gewoon actief is en waarvan de ouders ten einde raad zijn.
Behandelingsprogramma bij ADHD
Op dit moment kan ADHD niet genezen worden. Wanneer bij een kind de diagnose wordt gesteld, weten zijn of haar familieleden dat ze allemaal met ADHD zullen moeten leren leven. Maar er zijn manieren om de symptomen van de aandoening te bestrijden. De beste resultaten worden bereikt met het combineren van meer dan één behandeling in een programma waarin het kind, de familie en de leraren betrokken worden.
Specialisten die kunnen helpen bij ADHD
Er zijn verscheidene onderwijsspecialisten en
medisch specialisten die hulp en advies aan ADHD-patiënten en hun familie kunnen geven. Hiertoe behoren leraren die lesgeven aan kinderen met speciale behoeften, adviseurs, onderwijs-psychologen, gedragspsychologen, bezigheidstherapeuten, kinderartsen, psychotherapeuten en kinderpsychiaters. In een ideale wereld zouden kinderen met ADHD een team van specialisten tot hun beschikking hebben, en ingewikkelde apparaten om hun vorderingen te volgen.
In de praktijk zijn het meestal ouders en leraren die de problemen aanpakken, begeleid door specialisten, boeken en ondersteunende organisaties.
Medicijnen plus gedragsmodificatie bij ADHD
In de meeste gevallen maken de medicijnen die artsen voorschrijven ADHD al snel hanteerbaarder. De meest succesvolle medicijnen zijn de zogeheten stimulerende middelen.
Stimulerende middelen stellen kinderen met ADHD in staat om zich te concentreren op wat belangrijk is, te onthouden wat er tegen hen gezegd is, en de impuls om in actie te komen zonder over de gevolgen na te denken, tegen te houden.
Gedragsmodificatie is een formele term die door professionele psychologen wordt gebruikt om te beschrijven wat veel ouders en leraren doen wanneer ze kinderen opvoeden. Dit houdt in dat ze hen nuttige manieren leren om hun gedrag te beheersen of te veranderen. Ze kunnen bijvoorbeeld zeggen ‘Stop je huiswerk vanavond in je tas. Dan kun je het morgen niet vergeten.’ Meestal is het mogelijk om kinderen via een mix van regels, beloningen en straf eenvoudige manieren te leren om hun gedrag te veranderen.
Maar omdat kinderen met ADHD niet vooruitdenken, en geen rekening houden met een positieve dan wel negatieve afloop hebben ze speciaal voor hen ontworpen programma's nodig. Deze maken gebruik van herhaling, regelmaat en eindeloos geduld om hen controle over zichzelf te laten krijgen.
Een verandering bewerkstelligen bij ADHD
Kinderen met ADHD kunnen met behulp van een combinatie gedragsmodificatie en medicijnen hun leven op orde krijt In de behandelingsprogramma’s worden naast het kind met ADHD de ouders, broers en zussen, en leraren betrokken Dit is deels omdat het kind hulp nodig zal hebben om een verandering te bewerkstelligen, maar ook omdat ouders, broers en zussen, en leraren, misschien hun eigen gedrag ten opzichte van het kind moeten veranderen.
Een kind dat de orde in het gezin of in de klas verstoort, lokt vaak een negatieve reactie BIJ mensen uit - strenge woorden, boos worden, pesten, tranen en klappen kunnen gemakkelijk een algemene reactie worden op kinderen met onbehandelde ADHD.