Waarom is hersenkanker zo moeilijk te behandelen en genezen?
Hersenkanker is een van de moeilijkste kankersoorten om te behandelen. Bij glioblastomen, de meest voorkomende vorm van hersenkanker, is de gemiddelde overleving zo'n 15 maanden en ongeveer 5% van de patiënten leeft langer dan 5 jaar. De behandeling bestaat uit een combinatie van een operatie om zo veel mogelijk tumor te verwijderen, bestraling en chemotherapie. Toch stijgt de overleving niet veel verder. Er zijn verschillende redenen waarom tumoren in de hersenen moeilijk zijn om te genezen.
Hersenkanker
Kanker blijft een moeilijke ziekte om te behandelen, maar er is een vorm van kanker die toch wel een van de moeilijkste vormen om te behandelen is: hersenkanker en met name glioblastomen. Glioblastomen zijn de meest voorkomende vorm van hersenkanker, ze zijn niet alleen het meest voorkomend maar helaas ook het meest agressief. Glioblastomen zijn niet alleen moeilijk om te behandelen, maar genezen blijft onmogelijk. De gemiddelde overlevingstijd is door jaren onderzoek gestegen van 12 naar 15 maanden, 3 tot 5% van de patiënten leeft langer dan 5 jaar.
Hersenkanker ontstaat in de hersenen en soms in het ruggenmerg. Omdat de tumor blijft groeien duwt het gezonde cellen opzij. Deze vorm van kanker in een kleine ruimte moet groeien, het hoofd, het heeft daarbij steeds meer niet beschikbare ruimte nodig. Daarom doodt de tumor gezonde hersencellen. Dit doet hij door neurotransmitters uit te scheiden. Het is voor hersentumoren erg makkelijk om in leven te blijven omdat voedingsstoffen constant worden aangevoerd door het dichte netwerk van bloedvaatjes in de hersenen.
Symptomen
Hersentumoren kunnen soms erg snel groeien, de symptomen die bij hersentumoren kunnen komen kijken komen daarom vaak door toegenomen druk in de hersenen. De symptomen hangen grotendeels af van de plek van de tumor, maar kunnen onder andere omvatten:
- Hoofdpijn
- Misselijkheid
- Overgeven
- Slaperigheid
- Slapheid aan een kant van het lichaam
- Geheugenverlies
- Spraakmoeilijkheden
- Veranderingen in gedrag
Behandeling
Hersentumoren zijn moeilijk te behandelen, sommige tumoren reageren goed op een behandeling en sommige helemaal niet. Vaak wordt er bij de behandeling gebruikgemaakt van een combinatie van verschillende behandelingen:
Operatie
Hierbij wordt zo veel mogelijk van de tumor verwijderd op een zo veilig mogelijke manier. Glioblastomen bevatten vaak kleine tentakels aan cellen die door de hersenen verspreid kunnen zitten. Deze tentakels zijn erg moeilijk om met een operatie te verwijderen omdat het gezonde weefsel vaak niet onbeschadigd kan blijven bij het verwijderen. Dit is voornamelijk het geval als de tumor met zijn uitsteeksel in een belangrijk gebied van de hersenen zit zoals het spraakgebied of coördinatie. Hier kan vaak onmogelijk in worden gesneden zonder risico's.
Radiotherapie (bestraling)
Bestraling wordt gebruikt om de kankercellen, die zijn achtergebleven na de operatie, te doden. De straling wordt van buitenaf op de tumor gericht. Het doel hiervan is om snel delende cellen te doden. Snelle celdeling is een van de eigenschappen van kankercellen, maar sommige gezonde cellen zoals bloedcellen worden hierdoor ook aangevallen. Door radiotherapie kan de tumor soms wat kleiner worden gemaakt maar vaak blijven er toch kwaadaardige cellen achter.
Chemotherapie
Een andere vorm van behandeling is chemotherapie, deze therapie is er ook voor gemaakt om celdeling te remmen of cellen te doden. Chemotherapie kan veel verschillende soorten kanker aanvallen. Helaas zijn er voor hersentumoren niet veel geschikte chemotherapieën beschikbaar. De enige chemotherapie die effectief is gebleken is temozolomide wanneer het in combinatie wordt gebruikt met bestraling.
De prognose
De prognose kan op verschillende manieren worden weergegeven, meestal wordt hier de mediane overleving gebruikt. Bij de mediane overleving zijn er evenveel mensen die het beter doen dan dit getal en die een slechtere overleving hebben. Als de mediane overleving 5 jaar is, zal 50% van de mensen minder lang leven en 50% langer dan 5 jaar.
Voor goedaardige tumoren is de prognose vaak goed, bij verschillende vormen hersentumoren is de 5 jaars overleving meer dan 90% en de 20 jaars overleving ruim 70%. Toch zijn er enkele vormen van kanker die erg moeilijk zijn om te behandelen. Bij glioblastomen, de agressiefste en meest voorkomende vorm van hersenkanker, is de mediane overleving na alle behandelingen ongeveer 15 maanden. Ongeveer 3 tot 5% van de patiënten leeft langer dan 5 jaar.
Waarom is het zo moeilijk om te behandelen?
Bloed-hersenbarrière
De hersenen zijn normaal gesproken goed beschermd van de buitenwereld door een bescherming genaamd de bloed-hersenbarrière. Deze barrière bestaat uit een laag cellen die er voor zorgt dat niet zomaar elke stof in het bloed bij de hersenen kan komen. Normaal is dit heel handig omdat de hersenen erg gevoelig zijn en goed beschermd moeten worden. Bij behandelingen is dit voor onderzoekers erg lastig, omdat het moeilijk is medicijnen te maken die deze barrière kunnen overbruggen.
De locatie
Een van de belangrijkste redenen waarom gliomen, en voornamelijk glioblastomen, zo moeilijk zijn om te behandelen is omdat ze in de hersenen zitten. De hersenen zijn een van de belangrijkste organen van het lichaam omdat ze het hele lichaam aansturen. Wanneer hier in geopereerd wordt, is de kans aanwezig dat er belangrijke gebieden worden beschadigd. Ook bestraling en chemotherapie kunnen ernstige schade aanbrengen aan de hersenen waardoor normaal functioneren lastig wordt.
Diffuse groei
Glioblastomen hebben een belangrijk kenmerk en dat is dat ze heel diffuus groeien. Dit betekent dat ze niet een klompje cellen blijven, maar dat er allemaal kleine aftakkingen de gezonde hersenen in gaan. Ze kruipen hierbij tussen de gezonde hersencellen en zijn daarom moeilijk te bereiken met operaties. Radiotherapie en chemotherapie kunnen ook niet alle cellen in deze uitsteeksels doden.
Kankercellen overleven behandelingen
Een andere reden waarom glioblastomen zo moeilijk zijn om te behandelen is omdat de tumorcellen de behandeling kunnen overleven. Vaak blijven er cellen achter omdat de operatie niet alles weg kan halen en de bestraling en chemotherapie ook niet alle cellen hebben kunnen bereiken. Omdat het dan maar enkele cellen zijn die overleven, zijn ze niet op te sporen en kunnen ze maanden of jaren later ineens weer uitgroeien.
Dierproeven
Een andere moeilijkheid bij onderzoek naar glioblastomen is dat
diermodellen voor hersentumoren de situatie in mensen vaak niet goed weergeven. Het is al tientallen keren voorgekomen dat hersentumoren in dieren helemaal verdwenen terwijl dit in patiënten niet lukt.