Glioblastoom: Agressieve hersentumor (kanker aan hersenen)
Glioblastomen (glioblastoma multiforme, GBM) zijn uiterst agressieve hersentumoren die beginnen in de hersenen. De symptomen van een glioblastoom zijn aanvankelijk vaak niet-specifiek, zoals hoofdpijn, persoonlijkheidsveranderingen en misselijkheid. Naarmate de tumor zich ontwikkelt, breiden de symptomen zich snel uit en verergeren ze. De behandeling van deze agressieve hersentumor omvat vaak chirurgische verwijdering van de tumor, radiotherapie en/of chemotherapie. Ondanks intensieve behandeling keert de tumor vaak snel terug, en de vooruitzichten voor patiënten zijn doorgaans slecht.
Epidemiologie van glioblastoom
Glioblastomen vertegenwoordigen 15% van alle
hersentumoren. Het is de meest voorkomende primaire hersenkanker en de op één na meest voorkomende hersentumor na meningeomen. De jaarlijkse incidentie bedraagt ongeveer 3 per 100.000 mensen. De diagnose wordt meestal gesteld bij patiënten tussen de vijftig en zeventig jaar. Mannen hebben iets vaker dan vrouwen een glioblastoma multiforme.
De exacte oorzaak van glioblastomen is nog niet volledig begrepen (anno augustus 2024). Glioblastomen zijn kwaadaardige tumoren van graad IV, wat betekent dat ze bijzonder agressief zijn. De tumorcellen reproduceren en delen zich snel, vaak gevoed door een uitgebreide en abnormale bloedtoevoer. Glioblastomen bestaan voornamelijk uit abnormale astrocytische cellen (astrocyten) en bevatten ook een mix van andere celtypen en gebieden van necrose (dode cellen). Deze tumoren zijn infiltratief en kunnen omliggende hersengebieden binnendringen en zich via het corpus callosum naar de andere zijde van de hersenen verspreiden. Verspreiding buiten de hersenen is uiterst zeldzaam.
Nieuwe tumor
Glioblastomen kunnen de novo ontstaan, wat betekent dat ze beginnen als een graad IV-tumor zonder een voorgeschiedenis van een laaggradige tumor. De novo-glioblastomen zijn de meest voorkomende vorm en worden vaak aangetroffen bij oudere volwassenen. Deze tumoren zijn bijzonder agressief.
Secundaire tumor
Secundaire glioblastomen ontstaan uit eerder bestaande laaggradige astrocytische tumoren (graad II of graad III). Hoewel secundaire glioblastomen vaak langzamer groeien dan de novo-tumoren, kunnen ze na verloop van tijd progressief agressief worden.
Risicofactoren
Genetische aandoeningen
Bepaalde genetische aandoeningen verhogen het risico op het ontwikkelen van een glioblastoom, hoewel deze aandoeningen niet altijd tot deze tumor leiden. De volgende genetische aandoeningen worden geassocieerd met een verhoogd risico op glioblastomen:
Omgevingsfactoren
Bepaalde omgevingsfactoren kunnen het risico op glioblastomen verhogen:
- Blootstelling aan pesticiden
- Blootstelling aan rook
- Eerdere radiotherapie
- Werken in de productie van rubber
- Werken in de raffinage van aardolie
Symptomen
Glioblastomen veroorzaken vaak snel symptomen door de groei van de tumor die druk uitoefent op de hersenen of door het oedeem (vochtophoping) rond de tumor, wat leidt tot zwelling van de hersenen. De symptomen zijn afhankelijk van de locatie van de tumor. Veel voorkomende symptomen zijn onder andere
epileptische aanvallen,
hoofdpijn,
misselijkheid en
braken,
geheugenverlies,
veranderingen in de persoonlijkheid,
stemming, of
concentratie, en gelokaliseerde neurologische symptomen zoals gevoelsuitval, zwakte aan één kant van het lichaam, spraak- en taalproblemen, en
oogproblemen.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van een glioblastoom wordt meestal gesteld door een combinatie van een
CT-scan en een
MRI-scan. Bevestiging van de diagnose gebeurt vaak door middel van een
weefselbiopsie.
Behandeling van glioblastoom
De behandeling van glioblastomen bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie,
chemotherapie en
radiotherapie. Het medicijn temozolomide is vaak een onderdeel van de chemotherapie. Hooggedoseerde
steroïden worden ingezet om de zwelling in de hersenen te verminderen en de symptomen te verlichten.
Prognose van glioblastoom
Glioblastomen neigen ernaar om snel terug te keren (
herhaling van kanker), zelfs na intensieve behandeling. Ondanks succesvolle verwijdering van de tumor tijdens een operatie blijven vaak onzichtbare kankercellen achter die zich blijven vermenigvuldigen en zich verspreiden in de hersenen. De gemiddelde overlevingsduur na de diagnose bedraagt ongeveer 12 tot 15 maanden. De vijfjaarsoverleving is minder dan 3 tot 7%. Zonder behandeling is de overleving vaak slechts drie maanden. Jongere patiënten hebben doorgaans een iets betere overlevingskans dan oudere patiënten.
Complicaties van glioblastomen
Glioblastomen kunnen verschillende complicaties met zich meebrengen, zowel door de tumor zelf als door de behandeling:
Complicaties door de tumor
- Herseninfarcten: De tumor kan leiden tot verstoringen in de bloedtoevoer naar delen van de hersenen, wat kan resulteren in herseninfarcten.
- Hersenoedeem: De tumor kan zwelling in de hersenen veroorzaken, wat leidt tot verhoogde intracraniale druk en bijkomende neurologische symptomen.
Complicaties door de behandeling
- Infecties: Chirurgie en chemotherapie kunnen de weerstand van het lichaam verminderen, waardoor patiënten vatbaarder zijn voor infecties.
- Neurocognitieve veranderingen: Behandeling, vooral radiotherapie en chemotherapie, kan leiden tot cognitieve achteruitgang, waaronder geheugenverlies en verminderde mentale helderheid.
- Vermoeidheid en misselijkheid: Veel voorkomende bijwerkingen van chemotherapie en radiotherapie, die de levenskwaliteit aanzienlijk kunnen beïnvloeden.
Door een combinatie van vroege diagnose, gerichte behandeling en ondersteunende zorg kan de impact van deze complicaties worden geminimaliseerd, hoewel de vooruitzichten voor patiënten met glioblastomen nog steeds beperkt zijn.
Preventie van glioblastomen
Anno augustus 2024 zijn er geen bewezen methoden bekend om glioblastomen te voorkomen.
Lees verder