Depressie, pillen of praten?
Elk jaar krijgt 10 % van de Nederlanders te maken met een beginnende depressie. 1000.000 Nederlanders slikken antidepressiva. De wetenschap heeft tot nu toe nog geen overtuigend bewijs voor de werking van deze medicijnen geleverd. Steeds meer deskundigen zeggen dat gesprekstherapie minstens even effectief is als medicatie.
Depressie
Een depressie kan worden omschreven als een langdurige sombere stemming. Iemand met een depressie voelt zich leeg, moe, somber en verdrietig. Meestal is er ook sprake van een opvallende verandering in het eetpatroon. Dat kan betekenen dat iemand veel minder honger heeft dan anders, maar ook veel méér eten dan anders komt voor. Veel mensen die last hebben van een depressie merken ook verschil in het slaappatroon. Sommigen vallen slecht in slaap of worden uren te vroeg wakker, anderen slapen juist veel te lang en te diep. Als meerdere van deze symptomen zich tegelijk voordoen en langere tijd aanhouden spreken we van een depressie.
Effectief of niet?
Vaak wordt een tekort aan serotonine genoemd als
oorzaak van een depressie. Serotonine is een stof in de hersenen die er voor zorgt dat we ons goed kunnen voelen. Wie een tekort aan deze stof heeft is niet in staat om plezier te ervaren.
Er is echter geen overtuigend wetenschappelijk bewijs voor de stelling dat een tekort aan serotonine de oorzaak is van een depressie. Het is slechts een veronderstelling, die ondersteund wordt door het feit dat veel mensen die antidepressiva gebruiken zich na een tijdje minder verdrietig gaan voelen. Echter, ook mensen die
geen antidepressiva gebruiken voelen zich na verloop van tijd beter.
Oorzaak of gevolg?
De aanmaak van serotonine in onze hersenen wordt onder andere gestimuleerd door contact met andere mensen, lachen, sporten, beweging en zonlicht. Iemand die zich somber of verdrietig voelt heeft minder zin om er op uit te trekken. Hij blijft dus binnen, spreekt minder met anderen af, gaat niet sporten of wandelen en heeft zo steeds minder redenen om te lachen. De aanmaak van serotonine komt hierdoor om een laag pitje te staan. De stemming wordt daardoor steeds slechter. Zo bekeken is het gebrek aan serotonine dus het
gevolg van de depressie. Door het gebruik van antidepressiva wordt het tekort aan serotonine opgeheven. De stemming verbetert daardoor wel, maar de meeste depressies ontstaan niet vanzelf. Vaak gaat er een periode met veel spanning, problemen of verdriet aan vooraf. Medicijnen vullen wel het serotoninetekort aan, maar lossen deze onderliggende problemen niet op. Voor echte en blijvende genezing is het belangrijk om te onderzoeken wat de aanleiding voor de depressie was en daar, waar mogelijk, iets aan te veranderen.
Genezing
Er is veel vergelijkend onderzoek gedaan naar genezing van depressie. Hieruit is gebleken dat een langdurige sombere stemming in bijna alle gevallen na verloop van tijd verdwijnt. Dat geldt evengoed voor mensen die antidepressiva gebruiken, als voor mensen die dat niet doen. Ook mensen die een placebo krijgen voorgeschreven merken na verloop van tijd een verbetering in hun stemming. In één van de onderzoeken kreeg een groep depressieve mensen de opdracht om dagelijks een half uur buiten te wandelen. Zij waren even snel of sneller van hun depressie genezen als de groep die medicatie kreeg. Antidepressiva hebben wel een beter effect dan andere strategieën als er sprake is van een
zeer ernstige depressie of een angststoornis.
Pillen of praten?
Zoals we hierboven zagen is het lage serotonineniveau een gevolg van een aanhoudende slechte stemming. De productie van serotonine verbetert als de persoon in kwestie meer gaat bewegen, vaker naar buiten gaat, zoveel mogelijk profiteert van het daglicht en voldoende contact heeft met anderen. Door al die activiteiten gaat de persoon zich beter voelen en komt er weer balans in het gevoelsleven. Voor een blijvend herstel is het vooral belangrijk om na te denken over de
oorzaak van de depressie. Hier kan gesprekstherapie of counseling een belangrijke rol in spelen. Veel mensen vertellen dat er een intensieve periode aan hun depressie vooraf ging: een groot verlies, hoge werkdruk, relatieproblemen, hoge eigen van de maatschappij, een te grote verantwoordelijkheid of vaak werken in nachtdiensten. Ook een laag zelfbeeld of het gevoel steeds maar tekort te schieten wordt veel genoemd. Het effect van gesprekstherapie houdt langer aan dan dat van medicijnen, doordat iemand door middel van gesprekstherapie leert om kritisch naar zichzelf en zijn manier van leven te kijken. Bovendien leert hij nieuwe vaardigheden zoals nee zeggen, voor zichzelf opkomen, of ruimte voor ontspanning in de agenda vrijhouden. Als iemand zich deze vaardigheden eigen maakt heeft hij daar de rest van zijn leven profijt van, zodat de kans op een volgende depressie aanzienlijk kleiner wordt.