Diabetes is meer dan gewoon suikerziekte

Als het over diabetes gaat is er zowel goed als slecht nieuws. Het slechte nieuws is dat er steeds meer diabetespatiënten bij komen. Het goede nieuws is dat de behandelingen dermate verbeterd zijn dat je met de ziekte perfect normaal kan leven. Op dit moment leidt ongeveer 5% van de westerse bevolking aan diabetes van het type 2. Men verwacht dat over 20 jaar dit aantal zal verdubbelen. Diabetes begint de overheid stilaan erg veel geld te kosten. Het aantal patiënten die aan deze ziekte leid neemt jaar na jaar toe. Vooral diabetes van het type 2 is sterk in opmars. Dit type van diabetes ontstaat dan ook door de opstapeling van vetten in ons lichaam. En vetzucht is een kenmerk geworden van onze westerse cultuur.

Type 1 en type 2

Tot pakweg 50 jaar geleden had ons lichaam reserves nodig om periodes van hongersnood te kunnen overleven. Het menselijk lichaam en onze verbranding is er dan ook op gericht om in periodes van overvloed extra energie op te slagen, die we dan in periode van voedingsschaarste kunnen gebruiken. Maar tegenwoordig leiden we geen honger meer in onze westerse wereld. Ons lichaam blijft echter reserves opslagen en wie zijn voedingsgewoonten niet aanpast zal hierdoor vroeg of laat in de problemen komen. Bij het verteren van voedsel worden onder andere koolhydraten omgezet in glucose. Deze glucose zou aan de cellen van ons lichaam onmiddellijk energie moeten leveren. De glucose heeft hiervoor insuline nodig. Zolang er geen insuline is, zullen de cellen geen energie kunnen leveren. Het teveel aan glucose slaan we als reserve op in de lever of worden omgezet in vet rond onze organen. De insuline wordt in ons lichaam aangemaakt door de bètacellen in de alvleesklier. Bij type 1 van diabetes worden de bètacellen als lichaamsvreemd ervaren en ons afweermechanisme gaat ze hierdoor afbreken. Hierdoor wordt er geen insuline meer geproduceerd en zal deze door de patiënt zelf moeten worden ingespoten. Diabetes van type 1 ontstaat vaak erg plots en op eerder jonge leeftijd. Type 1 komt echter maar voor bij 10% van de diabetespatiënten. De overgrote meerderheid heeft type 2 en is vooral een gevolg van overgewicht. Deze patiënten maken nog zelf insuline aan, maar ze maken er veel te weinig van of het lichaam is er ongevoelig voor geworden. Het zijn daarbij de cellen die ongevoelig worden voor de insuline, waardoor de alvleesklier als reactie daarop harder gaat beginnen werken en sneller verslijt. Omdat de cellen geen glucose meer kunnen opnemen, gaan ze vet en eiwitten gaan verbranden. De eerste symptomen van de ziekte is dan ook dat de patiënt sterk gaat vermageren. Deze ziekte ontstaat meestal geleidelijker en kan zelfs jaren aansluimeren zonder dat de patiënt het opmerkt. Patiënten met diabetes hebben vooral last van moeheid en gebrek aan energie. Maar ook het zicht kan troebel worden, men krijgt vaak dorst en men moet veel plassen. Jeuk, slecht genezende wonden en schimmelinfecties horen echter ook bij het ziektebeeld. Goed eten en minder bewegen is een fenomeen dat ons massaal ziek maakt. Er is meer risico als we ouder worden. Dan hoopt het vet zich meer op rond de onderbuik, hetgeen de belangrijkste oorzaak is van onze insulineresistentie. Kunstmatig bewegen door sport en diëten om onze vetreserves kwijt te raken is blijkbaar de enige manier om aan deze ziekte te kunnen ontsnappen.

Diabetes is meer dan suikerziekte

Om patiënten normaal te laten leven zal men vooral insuline moeten toedienen en de hoeveelheid suiker in het lichaam verminderen. Maar ook het lichaamsgewicht, de bloeddruk en de cholesterolwaarde moet op pijl worden gehouden. Om het suikergehalte te meten zal de patiënt geregeld zijn bloedsuikerspiegel moeten controleren. Die waarde zou onder de 7% moeten blijven. Men meet dit in het bloed door een prikje in de vinger. Om de opstapeling van vet na te gaan zal men de tailleomtrek meten. Voor een man mag die maximaal 94 cm bedragen, voor een vrouw 80 cm. De slechte cholesterol of het bloedvet die de bloedvaten doet dichtslibben moet onder de 100mg/dl liggen. De bloeddruk moet maximaal 135mm Hg boven en 85mm Hg onder bedragen. Voor het overgewicht probeert men er toe te komen dat de patiënt minstens 10% van zijn gewicht verliest. Bij de behandeling van patiënten gaat men dus in de eerste plaats focussen op het dieet en op de lichaamsbeweging, aangevuld met insulinepillen en -spuiten. De patiënt dient ook te stoppen met roken om bijkomende problemen van hart en bloedvaten te voorkomen. Eventueel komt er nog bijkomende medicatie om de cholesterol en bloeddruk te verlagen. Een mini-aspirientje kan dan weer de bloedplaatjes minder doen klonteren. Diabetes wordt dus zeker niet meer alleen behandeld als een suikerziekte, maar als een ziekte met tal van facetten. De behandeling is dan ook een stuk complexer geworden, maar wanneer deze goed opgevolgd wordt, kan de levensverwachting en algemene gezondheid als diabetespatiënt nagenoeg even goed zijn als die van iemand die de ziekte niet heeft.