De Pest en Europa
Van de 13e tot de 18e eeuw was het misschien wel volksziekte nummer één. Als de pest eenmaal zijn intreden in een stad of land had gedaan, was het zo goed als zeker dat er flink veel slachtoffers onder de bevolking zou vallen. In de 14e eeuw zelfs zijn in heel Europa ongeveer 25.000.000 mensen gestorven aan deze besmettelijke ziekte.
Algemeen
In de 14e eeuw vond er een uitbraak van de Pest plaats in geheel Europa. Slechts enkele dorpen, steden of individuen ontkwamen aan besmetting omdat uit angst (niet door kennis) voor de ziekte de juiste maatregelen genomen werden. Helaas kregen in veel landen de Joden de schuld van deze epidemie in de schoenen geschoven, zij zouden immers het water vergiftigd hebben. Zij werden vaak op brute wijze vermoord of verbrand.
De eerste gevallen werden bekend in oktober 1347 en pas rond 1352 was deze pandemie een beetje uitgewoed. In deze 5 jaar zijn ongeveer 25.000.000 mensen uit geheel Europa gestorven aan deze ziekte.
Hoe ontstond deze uitbraak
De ziekte van 1347 kwam vanuit Genua. In oktober van dat jaar kwamen koopvaardijschepen vanuit Kaffa (huidige Feodosia) waar de Genuezen een handelspost hadden, de haven van Messina (Sicilië) binnenlopen. Aan boord van de schepen waren meer doden dan levenden aanwezig. Wat wel nog in leven was, was doodziek.
De stad Kaffa hadden een wekenlange belegering door de Mongolen achter de rug. Het beleg werd opgeheven doordat onder de belegeraars de pest uitbrak. Zij slingerden hun gestorven kameraden via de katapult over de muren, de stad binnen. Een mooiere manier om een epidemie te ontketenen was er niet. De in paniek geraakte bevolking, scheepte zich in en voeren weg naar “niet besmette”gedeelten. Helaas door deze vlucht namen zij de besmetting met zich mee.
Wat is de pest nu eigenlijk
De pest is een ziekte die gemakkelijk te herkennen was. Mensen kregen hoge koorts, werden onrustig en verward en kregen grote bulten in hals, oksel of lies en zij gaven bloed op. Bij sommige patiënten verkleurden de bulten tot een paars-zwarte kleur, wat de bijnaam “De zwarte dood” tot gevolg had.
Het is een zeer besmettelijke ziekte, wanneer in een huishouden iemand ziek werd, volgden huisgenoten al zeer snel. Ook de artsen en geestelijken in die tijd hadden nog niet de kennis hier iets tegen te doen, dus waren net zo snel slachtoffer als hun patiënten. Binnen 2 tot 8 dagen na het krijgen van de eerste ziekteverschijnselen stierf een patiënt.
Een pestmeester, een man in lange jas en masker met een pinguïn bek, verzorgde de zieken. Het masker was gevuld met kruiden als jeneverbessen en boerenwormkruid, dit om kwade dampen niet in te ademen. Of deze verzorgers de pest dan ook niet kregen is niet bekend.
Inmiddels is bekend dat de pest wordt veroorzaakt door vlooien die eerst op knaagdieren hebben gehuisd. De vlo brengt deze bacterie over op mensen door een simpele beet. Mensen krijgen na een besmette insectenbeet eerst rode vlekken op de huid die later zwart worden.
Tegenwoordig kennen we 3 soorten pest, maar in de tijd van de uitbraak in 1347 waren alleen de eerste 2 vormen bekend:
- Builenpest, ook wel bekend als de bubonenpest: een vorm waarbij de lymfeklieren in de lies, oksel en nek pijnlijk opzwellen en daardoor flinke builen vormde. De helft van de mensen die deze vorm krijgen sterven.
- Longpest, een bacteriële vorm van de pest, waarbij de longen geïnfecteerd raken. Dit is een zeer besmettelijke vorm van de pest, het kan ontstaan door het inademen van een pestepidemie; de pestbacterie die een zieke uitademt wordt door een gezonde ingeademd en zo ontstaat de besmetting. Besmette mensen krijgen een longontsteking en ruim 90% van alle zieken sterft.
- Pestsepsis, een zeer zeldzame vorm van pest, de pestbacterie komt in het bloed terecht, waardoor huidbloedingen kunnen ontstaan.
Wat deed men om besmetting te voorkomen
De burgerij in Europa dacht dat de ziekte een straf Gods was en deden (vaak opgejut door de geestelijkheid) boetedoening, zoals het lopen van processies of het voeren van een Kruistocht om het Heilige Land te bevrijden.
In Milaan waren er 3 huizen waar bewoners door de pest getroffen waren. De bisschop gaf de onmenselijke opdracht de huizen dicht te metselen, de bewoners moesten ook ingemetseld blijven. De bisschop had in zijn angst het juiste gedaan, namelijk isolatie.
Ook de toenmalige paus, Clemens VI, bleef gespaard. Hij verbleef wekenlang, op advies van zijn arts, in eenzaamheid in zijn privé vertrekken. In de haard liet hij, ondanks de zomerhitte, permanent twee vuren branden. Vuur weert vlooien af, dus die kwamen niet in de vertrekken van de paus.
De pest nu
Na nog een enkele kleine pestepidemie is deze in de 17e eeuw volledig verdwenen uit Europa. Dit betekend niet dat de pest er niet meer is. Vooral in landen waar de hygiëne (om wat voor reden dan ook) nog niet helemaal is zoals wij dat in hier in Europa kennen, komt de pest nog steeds voor, zoals in Afrika en Azië. Gelukkig is het wel te bestrijden met het medicijn tetracvcline.