EHEC-bacterie: darmbacterie

De EHEC-bacterie is een darmbacterie die over het algemeen voor lichte klachten zorgt. In sommige gevallen kunnen de klachten echter zo ernstig zijn, dat de dood erop kan volgen. Hoe vermijd je een besmetting en wat te doen bij een besmetting met deze gevaarlijke bacterie?

EHEC-bacterie

De EHEC-bacterie is een bacterie uit de stam Escherichia coli. Deze bacterie komt soms voor in de darmen van vee, en dan vooral bij runderen is deze bacterie terug te vinden. Dezer runderen zijn vaak gewoon gezond zonder last te hebben van de bacterie. De bacterie komt in de uitwerpselen van het vee terecht en kan zodoende andere runderen of mensen besmetten.

Besmetting bij de mens

De meeste mensen worden met deze bacterie besmet door het drinken van bevuild water of door het eten van vlees dat onvoldoende verhit is. Ook melk die niet gepasteuriseerd is kan voor besmetting zorgen. Verder is de bacterie ook tussen groenten te vinden die niet voldoende is schoongemaakt, zoals sla, komkommer en andere groenten die rechtstreeks op de grond groeien. Meestal merkt men niks aan het voedsel dat deze besmet is: het proeft en ruikt normaal. In 1982 was er in de VS een grote uitbraak met deze bacterie door een besmetting via hamburgers.

Besmetting met de EHEC-bacterie

De incubatietijd voor deze bacterie bedraagt 3 tot 4 dagen. Wie besmet raakt met de EHEC-bacterie, krijgt veelal last van diarree, buikpijn, en heel soms koorts. De diarree is vaak hevig en vrij plots. In sommigen gevallen verloopt de infectie ernstig: de diarree wordt dan bloederig en de nieren falen. De rode bloedcellen in het menselijke lichaam worden vernietigd. Vooral kinderen en ouderen blijken hier gevoeliger voor. Deze laatste ziekte heet het Hemolytisch-uremisch syndroom (HUS) en komt voor in ongeveer 5 tot 7 % van de gevallen na een besmetting met deze bacterie voor.

Behandeling

De meeste patiënten zullen zonder behandeling binnen 5 tot 10 dagen herstellen. Wel is het noodzakelijk dat er extra vocht wordt toegediend, om uitdroging te voorkomen. Middelen tegen diarree kan men beter vermijden. Antibiotica schijnt meestal niet goed te werken bij deze bacterie. Bij het Hemolytisch-uremisch syndroom is het belangrijk dat de patiënt overgebracht wordt naar het ziekenhuis, waar behandeling noodzakelijk is. Wanneer dit niet gebeurt, zal de dood erop volgen. Bij behandeling van HUS zal het merendeel weer genezen, echter 25 procent van de patiënten blijft wel problemen met de nieren behouden. Ongeveer 3 tot 10 procent van de patiënten met HUS sterft.

Besmetting in 2011

In Duitsland vindt er in mei 2011 een uitbraak van deze bacterie plaats. Ook andere omringende landen melden besmettingen. De bacterie zorgt voor vele ziekenhuisopnamen en enkele doden. Besmetting vindt plaats via voedsel maar ook via contact met besmette dieren of besmette mensen. Ook Nederland treft al enkele gevallen van een besmetting met deze bacterie. In Duitsland denkt men dat vervuilde komkommers de oorzaak van de besmettingen. Later wordt gedacht dat de bacterie toch ergens anders op zit, op spruitjes of taugé. Op 6 juni zijn al zeker 22 mensen overleden aan de gevolgen van deze bacterie.

Voorkomen van besmetting

Het is belangrijk om te voorkomen dat men besmet wordt met deze bacterie. Meestal verloopt de besmetting zonder ernstige complicaties, maar de bacterie kan tijdelijk sterker worden en meer slachtoffers eisen. Wanneer er een uitbraak van besmettingen plaats vindt, is het belangrijk verdere besmetting te voorkomen. Doe dit door contact met besmette dieren te vermijden. Was de handen goed na contact met besmette mensen. Gebruik een desinfecterend middel voor het schoonhouden van het toilet. Mensen blijven tot 60 dagen na de besmetting deze bacterie nog uitscheiden.

Was groenten en fruit zeer grondig en bak of kook vlees heel goed gaar. Eet geen rauwe ongewassen groenten en vermijd rauw vlees. Vermoed men toch een besmetting, let dan goed op dat de diarree niet bloederig wordt en dat men na 5 dagen beter eraan is. Is dit niet het geval, schakel dan een arts in. Er is vooralsnog geen vaccinatie tegen deze bacterie mogelijk.