Nefrotisch syndroom: symptomen, diagnose en behandeling
Wanneer de nieren opeens te veel eiwit afscheiden is er sprake van het nefrotisch syndroom. Het eiwitniveau in het bloed wordt klein. Daardoor blijft het lijf vocht vast te houden. Wanneer het nefrotisch syndroom lang onontdekt blijft, kunnen de gevolgen ernstig worden. Het is belangrijk dat het nefrotisch syndroom tijdig wordt behandeld.
Symptomen
- Ophoping van vocht
- Vochtophopingen zitten over heel het lichaam
- Kenmerkende vochtophopingen zitten bij benen en rond ogen
- Weinig plassen
Wat houdt het nefrotisch syndroom in?
Het nefrotisch syndroom is niet een specifieke ziekte. De aandoening treedt op door een onderliggende oorzaak. Karakteriserend voor het nefrotisch syndroom zijn een groot verlies van eiwitten in de urine, een laag eiwitniveau in het bloed (albuminegehalte is gezakt), vochtophopingen in het lichaam en een hoog vetgehalte in het bloed. Als de zieke steeds minder urine produceert, kan er een gevaarlijke situatie optreden. Mogelijk treedt er dan niervergiftiging op.
Oorzaken van het nefrotisch syndroom
De oorzaak van het nefrotisch syndroom is te vinden in de nieren en meestal in de nierfilters. Het is een aandoening van een combi van symptomen die gezamenlijk voorkomen. Bij kinderen is er vaak sprake van het ‘minimale letsels nefrotisch syndroom’. Kinderen zijn dan meestal in de leeftijd tussen drie en zeven jaar oud. Meestal komt het deze vorm van het syndroom vrij abrupt. Ook kan het nefrotisch syndroom een gevolg zijn van een nierziekte met bindweefselvorming van de nieren. Een andere oorzaak is een ontsteking aan de nierfilter. Patiënten met het syndroom hebben vaak last van een hoge bloeddruk. Andere oorzaken zijn membraneuze glomerulopathie (aangetaste nierfilters), de ziekte van Berger en membranoproliferatieve glomerulonefritis.
Diagnose
Bij een verdenking van het nefrotisch syndroom, zal de arts eerst naar uw klachten luisteren. Daarna worden vaak de lengte en gewicht van de patiënt genoteerd en eventueel de bloeddruk gemeten. Bij het bijhouden van het gewicht kan gekeken worden of de patiënt kilo’s aankomt als gevolg van vochtophopingen. Er wordt vrijwel altijd bloed- en urineonderzoek uitgevoerd. Urine heeft bij aanwezigheid van het nefrotisch syndroom een hoog eiwitniveau. Het natrium- en kaliumgehalte zijn ook groot. In het bloed is het albuminegehalte laag, maar het gehalte aan vet (lipiden) is dan weer wel groot. Bloedstollingselementen kunnen zowel hoog of laag zijn. Ook moeten andere oorzaken voor een hoog eiwitgehalte in de urine worden uitgesloten. Er kan ook sprake zijn van een urineweginfectie. Als de arts niet weet om welk nefrotisch syndroom het gaat, kan hij ook kiezen voor een nierbiopsie Met een dunne naald wordt dan een monster van de nier genomen. Dit onderzoek vindt plaats onder lokale verdoving en bij kinderen vaak onder narcose. Het weggenomen weefsel wordt dan verder onderzocht.
Behandeling
Minimale letsels nefrotisch syndroom
Bij minimale letsels wordt doorgaans een hoge dosis prednison voorgeschreven voor 3 tot 4 maanden. Wanneer de proteïnurie afneemt, kan de prednison worden verminderd. Als het syndroom terugkeert, kan er opnieuw prednison worden voorgeschreven. Als dat niet genoeg helpt, kan er ook voor worden gekozen om cyclofosfamide of cyclosporine voor te schrijven.
Membraneuze glomerulosclerose
Als een patiënt weinig klachten heeft, worden alleen de symptomen zoals vochtophoping bestreden. Genezing treedt dan vanzelf op. Bij het niet goed functioneren van de nieren wordt vaak een combi van prednison en cyclofosfamide worden voorgeschreven.
Focale segmentale glomerusclerose
Meestal is focale segmentale glomerusclerose een gevolg van een andere ziekte. Die andere ziekte zal moeten worden behandeld. Afhankelijk van het ziekteverloop wordt gekozen voor het voorschrijven van prednison, cyclofosfamide of cyclosporide.
IgA nefropathie
De behandeling is verschillend. Wanneer het eiwitniveau niet superhoog is volstaat behandeling met ACE-remmers of AT1-RA. Wanneer heel veel eiwit wordt uitgescheiden, wordt vaak gekozen voor behandeling met prednison.
Dieet
Als de patiënt vochtophopingen heeft door het vasthouden van zout is een natriumbeperkt dieet essentieel. Bij een aanhoudend hoog vetniveau in het bloed dient ook te worden gelet op het eten van vet van in etenswaren. Soms is het aan te raden om een eiwitbeperkt dieet te gebruiken. Daarover besluit de arts of eventueel een diëtist.
Toedienen van albumine
In het uiterste geval kan een patiënt worden behandeld met albumine via een infuus. Dat is nodig wanneer het tekort aan eiwitten in het bloed blijvend is. Vaak gebeurt dit tegelijkertijd met middelen die plassen bevorderen. Vaak wordt een albumine-infuus in het begin gegeven als de diagnose net is gesteld en de patiënt veel last heeft van vochtophopingen.
Prognose
Patiënten met het minimale letsels nefrotisch syndroom genezen vaak. Prednison werkt bij hen vaak prima. Ook blijven de nieren doorgaans goed functioneren. Bij andere nierziekten is de prognose niet altijd even goed. Als het nefrotisch syndroom blijft bestaan, wordt de functie van de nieren aangetast. Als de nieren helemaal niet meer functioneren, wordt dialyseren noodzakelijk. Een niertransplantatie kan dan uitkomst bieden.