Arts-patiënt-relatie: goed gesprek en succes behandeling
Een man gaat naar de dokter. Hij voelt zich niet lekker. Hij kan vandaag niet gaan werken. Voordat hij kan uitleggen wat er mis is, heeft de arts vaak al zijn diagnose gesteld. Vaak mondt dat uit in een aantal technische termen die de patiënt toch niet begrijpt. Als hij nog wat wil vragen, is de dokter al op weg naar de volgende patiënt.
Nemen artsen onvoldoende tijd voor patiënten?
Wat op het eerste gezicht klinkt als een absurd verhaal, is vaak de realiteit in veel dokterspraktijken. Veel patiënten zijn van mening dat artsen niet genoeg tijd voor hen nemen. Artsen hebben doorgaans maar enkele minuten per patiënt. Maar een succesvoll gesprek tussen dokter en patiënt bepaalt wel het succes van de behandeling.
Uiteraard is dat maar één kant van het verhaal. De andere kant is dat een arts wekelijks meerdere honderden patiënten in zijn praktijk ziet. Veel meer dan pakweg 5 minuten gesprekstijd heeft hij doorgaans niet. Het gaat er dus om die tijd zo goed als mogelijk te gebruiken. Immers, als het patiëntgesprek niet voor beide partijen bevredigend is, heeft de behandeling meestal ook weinig succes.
Artsen weinig getraind in gesprekstechnieken
Succesvolle
communicatie tussen arts en patiënt is van groot belang voor therapie en behandeling. Hoe beter een arts uitlegt, beargumenteert en inpraat op de patiënt, hoe groter de kans dat zijn goede raad wordt opgevolgd.
De patiënt wordt steeds mondiger. Online beschikbare informatie verandert de relatie tussen arts en patiënt merkbaar. Voor artsen is het frustrerend als patiënten hun medische kennis onvoldoende waarderen en hun adviezen niet opvolgen. Bovendien kan de onzekerheid overslaan van het inhoudsniveau naar het relatieniveau: wanneer informatie wantrouwen bij de arts opwekt en spanning opwekt. Artsen hebben ook vaak de indruk dat ze door sommige patiënten worden getest.
De term “compliance” verwijst in dit verband naar de bereidheid van patiënten om medische adviezen op te volgen en mee te werken aan de therapie. Niet omdat hij de dokter als autoriteit binnen zijn vakgebied ziet, maar omdat er tussen hen als het ware een partnerschap moet bestaan, een soort van coöperatie.
Nadruk op diagnostiek en therapie in opleiding
Hoe belangrijk dat is, tonen zogenaamde compliancestudies aan: patiënten nemen 35 tot 40 % van alle voorgeschreven medicijnen niet in als die samenwerking ontbreekt. Een typisch voorbeeld uit zo´n studie is de
migrainepatiënt aan wie de arts een lichte antidepressivum tegen de pijn voorschrijft. Die reageert geïrriteerd en zegt: “ik ben toch niet gek”. De arts mompelt nog een verklaring, maar gaat verder niet in op de zorgen bij de patiënt.
De patiënt neemt het
geneesmiddel niet in, zoals uit een later interview zal blijken. Geen kwade opzet bij de arts. Het probleem is dat ze in hun opleiding niet of nauwelijks worden voorbereid op deze gesprekken. Artsen worden perfect getraind op het gebied van diagnostiek en therapie, maar hebben onvoldoende ervaring in patiëntgesprekken.
Betere communicatie met patiënten
Hoewel universiteiten steeds meer aandacht besteden aan betere communicatie, kunnen aankomende medici in cursussen geen werkelijke ervaring verwerven. Daarvoor is jarenlange praktijkervaring en veel inlevingsvermogen nodig. Vaak willen patiënten niet alleen een diagnose en de therapie horen als ze naar de dokter gaan. Dikwijls is men ook op zoek naar troost en geruststelling.
Veel artsen beseffen dat wel, maar ze zijn bang dat de patiënt niet meer uitgepraat raakt als hij eenmaal begint. Maar in werkelijkheid stoppen patiënten hun "klaagzang" al na ongeveer een halve minuut vanzelf als de arts hen niet onderbreekt.