Seksuele voorkeur van jongens wordt in baarmoeder bepaald
Hoe meer oudere broers een jongen heeft, hoe groter de kans wordt dat hij homoseksueel is. Dat beweren Canadese onderzoekers. Elke oudere broer zou de kans op homoseksualiteit bij een jongen met 30 procent verhogen. Volgens de vorsers heeft dit een biologische oorzaak, en heeft het opgroeien met andere jongens hier niets mee te maken, zoals eerder werd gedacht.
Dat de
kans op homoseksualiteit groeit naarmate je meer oudere broers hebt, was al langer bekend. Maar tot nog toe gingen wetenschappers ervan uit dat dit te maken had met het feit dat een jongetje, dat wordt geboren in een gezin met veel jongens, eraan gewend raakt met seksegenoten om te gaan.
Hoe meer oudere broers een jongen heeft, hoe groter de kans wordt dat hij homoseksueel is. Dat beweren Canadese onderzoekers. Elke oudere broer zou de kans op homoseksualiteit bij een jongen met 30 procent verhogen. Volgens de vorsers heeft dit een
biologische oorzaak, en heeft het opgroeien met andere jongens hier niets mee te maken, zoals eerder werd gedacht.
Het big brothereffect
Het gestoei tussen de broers, maar in sommige gevallen ook seksueel misbruik, zou ertoe leiden dat de jongste broer, die nog het meest beïnvloedbaar is, het snelst homoseksuele gevoelens ontwikkelt. Dit wordt ook wel het
big brothereffect genoemd. Het onderzoek van Anthony Bogaert van de Canadese Brock Universiteit heeft nu het tegendeel bewezen.
Homoseksualiteit wordt niet tijdens de jeugd gevormd, maar is al voor de geboorte vastgelegd.
Ook als de broers los van elkaar opgroeien, blijkt de jongste immers het vaakst homoseksueel te zijn. Voor zijn onderzoek bestudeerde Bogaert 944 mannen, waarvan sommigen hetero- en anderen homoseksueel waren. Daarnaast was er ook een groep homoseksuele mannen die opgroeiden met niet-biologische broers. Bogaerts beargumenteerde dat, afgaand op het big brothereffect, het niet zou mogen uitmaken of de broers afkomstig zijn van dezelfde moeders, of dat het gaat om stiefbroers. Dat bleek echter wél een rol te spelen. Alleen het aantal broers dat eerder door dezelfde moeder ter wereld werd gebracht, bleek de kans op homoseksualiteit te beïnvloeden. Bij jongens met veel stiefbroers was dit effect niet aantoonbaar. Verder maakte het ook niet uit of de broers al dan niet gezamenlijk opgroeiden.
Afkeer voor mannelijke chromosoom
Seksuele voorkeur wordt bijgevolg al in de baarmoeder bepaald. Uit Bogaerts onderzoek wordt echter niet duidelijk hoe het precies komt dat jongens met veel broers een grotere kans hebben op homoseksualiteit dan de eerstgeborenen. De oorzaak wordt vaak bij de moeder gezocht.
Italiaanse onderzoekers die dit verschijnsel al eerder onderzochten, suggereerden dat moeders die veel jongens baren op den duur een biologische afkeer ontwikkelen voor het mannelijke Y-chromosoom. Als het volgende kind opnieuw een jongetje wordt, is de kans groter dat hij daardoor meer vrouwelijke eigenschappen meekrijgt of homoseksueel wordt. Voor meisjesbaby's zou dit principe overigens niet gelden.