De menstruele cyclus
Onder menstruele cyclus verstaat men de regelmatig terugkerende fysiologische veranderingen van de vrouwelijke genitaliën onder invloed van een hormonaal samenspel tussen hypothalamus, hypofyse en eierstok (ovarium). De hypothalamus is het hersenweefsel dat in de nabijheid van de hypofyse ligt. De hypothalamus heeft een regulerende werking op de hypofyse door afscheiding van hormonen, namelijk LHRH (luteinizing hormone releasing hormone) of GnRH (gonadotropin releasing hormone).
De menstruele cyclus
Onder menstruele cyclus verstaat men de regelmatig terugkerende fysiologische veranderingen van de vrouwelijke genitaliën onder invloed van een hormonaal samenspel tussen hypothalamus, hypofyse en eierstok (ovarium). De hypothalamus is het hersenweefsel dat in de nabijheid van de hypofyse ligt. De hypothalamus heeft een regulerende werking op de hypofyse door afscheiding van hormonen, namelijk LHRH (luteinizing hormone releasing hormone) of GnRH (gonadotropin releasing hormone).
De hypofyse is een minuscuul orgaantje gelegen onder de hersenen. De hypofyse produceert belangrijke hormonen: FSH (follikel stimulerend hormoon) dat zorgt dat een van de follikels gaat groeien en rijpen en LH (luteïniserend hormoon) noodzakelijk voor de eisprong of ovulatie en de vorming en instandhouding van het corpus luteum. Deze 2 hormonen worden gonadotrope hormonen genoemd en worden door de hypofyse vrijgegeven naar de bloedbaan. Ook worden weeënopwekkende hormonen afgescheiden. De productie van de hypofysehormonen kan door verschillende factoren worden beïnvloed o.a. emotionele factoren, hormonale factoren (vb. pilgebruik).
Elke vrouw heeft 2 eierstokken waarin niet rijpe eitjes zijn opgeslagen (250000-400000 per eierstok). Per cyclus zal één van de volgroeide eitjes door de eierstok worden vrijgegeven in de eileider (= eisprong of ovulatie). Dit eicelletje kan door het sperma bevrucht worden. Indien dit niet gebeurt en er dus geen zwangerschap intreedt, zal na 14 dagen de menstruatie volgen doordat het eicelletje wordt afgestoten. Menstruatie is dus periodiek bloedverlies uit de baarmoeder door afstoten van op de zwangerschap voorbereid endometrium nadat de eicel niet bevrucht werd.
De menstruele cyclus in vier stappen
Een normale menstruele cyclus kun je opsplitsen in vier grote fasen:
- de folliculaire fase is de fase waarin de eicel rijpt
- de ovulatie of eisprong
- de luteale fase is de fase waarin de baarmoeder zich klaarmaakt voor een eventuele innesteling van de bevruchte eicel
- de menstruatie is de fase waarin de baarmoeder de niet bevruchte eicel afstoot
De folliculaire fase: de eicel rijpt
De menstruele cyclus begint met de groei en rijping van een nieuwe eicel. Dat proces speelt zich af in een blaasje dat samen met de rijpende eicel follikel wordt genoemd. Vandaar ook de term folliculaire fase. De follikel zal onmiddellijk na de menstruatie in één van de eierstokken (zelden in beide) rijpen van primaire follikel tot een rijpe follikel die Graafse follikel wordt genoemd (= blaasje gevuld met vocht waarin de eicel omgeven door dekcellen tegen de wand gedrukt ligt). De groei en de rijping van eicellen gebeuren onder invloed van hormonen. Zowel het luteïniserend hormoon (LH) als het follikel stimulerend hormoon (FSH) spelen hierbij een rol. De follikel zelf is ook een belangrijke producent van hormonen. Naarmate de follikel groeit, scheidt hij in toenemende mate oestrogenen af.
De piekconcentratie aan oestrogenen in het bloed beïnvloedt de baarmoederhals en de slijmprop die zich daar bevindt. Normaal is dit slijm ondoorgankelijk voor zaadcellen, maar onder invloed van de oestrogenen verandert het en wordt het gedurende enkele dagen doorgankelijk. Bovendien ontspannen de spieren rond de baarmoederhals zich onder invloed van de oestrogenen zodat hij zich iets opent en de zaadcellen doorgang verleent.
In een reactie op de piek in de oestrogenenproductie begint de hypofyse plots veel luteïniserend hormoon af te scheiden. Dat stimuleert het vrijkomen van de eicel uit de follikel. Ovulatie treedt op 34-36 uur na het begin van de LH piek, de LH piek duurt 48-50 uur. Ovulatie vindt plaats 10-12 uur na het maximum van de LH piek.
De follikel in de eierstokken groeit in nauwelijks twee weken tijd van hooguit enkele tienden van een millimeter in diameter bij aanvang van de cyclus tot ruim twee centimeter en meer aan het eind van de folliculaire fase. Een rijpe follikel puilt duidelijk zichtbaar uit de eierstok en is goed zichtbaar met het blote oog. Rijpe follikels zijn ook groot genoeg om ze via echografie op te sporen en aan te prikken (bijvoorbeeld voor het 'oogsten van eicellen' voor kunstmatige bevruchting).
Tijdens de folliculaire fase neemt de zowel vochtigheid als zuurtegraad van de vagina toe onder invloed van de oestrogenen.
De eisprong of ovulatie
De eisprong of ovulatie is het moment waarop de rijpe Graafse follikel barst en de eicel vrijkomt. Dat gebeurt ongeveer 14 dagen voor het einde van de menstruele cyclus. Kort voor de eisprong plooien de eileider en de franjes aan het uiteinde ervan zich rond de eierstok waar de rijpe eicel klaarzit voor de eisprong. Het moment van ovulatie is seizoen gebonden: in de lente treedt de ovulatie 's nachts of 's morgens op, in de herfst en de winter laat in de middag of 's avonds.
Wanneer de eicel loskomt, wordt ze gewoonlijk binnen enkele minuten opgevangen door de franjes van de eileider. Ritmische samentrekkingen van de baarmoeder en de eileiders zorgen voor een golfbeweging van vocht waarop de eicel de eileider verder binnendrijft. Het transport van de eicel vanuit de eierstok naar het middelste bredere deel van de eileider (ampulla) gebeurt in minder dan zeven uur. Nadien blijft de eicel ongeveer 72 uur in de ampulla. Maar ze is slechts gedurende 24 uur na de eisprong bevruchtbaar. De bevruchting moet zich bijgevolg ten laatste op die plaats voltrekken.
Na 72 uur begint het transport van de eicel, bevrucht of niet, naar de baarmoeder.
De luteale fase : de baarmoeder maakt zich klaar
Zodra het rijpe eiblaasje (=follikel) openbarst vult deze holte zich met bloed. De cellen van de follikelwand dringen de met bloed gevulde holte binnen en beladen zich met een gele kleurstof. Op die manier ontstaat het gele lichaam of corpus luteum. Dat gebeurt onder invloed van het luteïniserend hormoon. Vandaar de naam luteale fase. Het gele lichaam maakt op zijn beurt progesteron aan, een hormoon dat het baarmoederslijmvlies stimuleert om zich klaar te maken voor de innesteling van de bevruchte eicel. Die laatste bereikt de baarmoeder vijf tot zes dagen na de eisprong.
De menstruatie
Als de eicel na de eisprong niet werd bevrucht, dan raakt het gele lichaam snel uitgeput. Het wordt vervangen door bindweefselcellen die na enige tijd verschrompelen. Deze plek wordt bleek, het wit lichaampje of corpus albicans. De aanwezigheid van deze witte lichaampjes aan de oppervlakte van de eierstok vormen het bewijs dat er eisprongen hebben plaatsgevonden. Rond de 13de dag neemt de progesteronproductie in dat geval af. Hiermee houdt ook de stimulatie van het baarmoederslijmvlies op. Het baarmoederslijmvlies sterft af en wordt afgestoten. Dat is het begin van de vierde grote fase in de cyclus: de menstruatie (maandstonden of regels). De hoeveelheid menstrueel bloedverlies bedraagt 30-40 ml, vooral tijdens de eerste 2-3 dagen van de menstruatie plaats. Meer dan 80 ml. menstrueel bloedverlies wordt als abnormaal beschouwt en leidt bij 60% van de vrouwen tot anemie. Het begin van de menstruatie markeert ook de aanvang van een nieuwe cyclus: er is geen zwangerschap. Het signaal staat op groen voor de rijping van een nieuwe eicel.
Hoe lang duurt de menstruele cyclus?
De gemiddelde duur van de cyclus bedraagt tussen de 25 en 35 dagen. Bovendien kan de duur van een cyclus bij eenzelfde vrouw wijzigen in de loop van haar leven. De meeste vrouwen hebben een cyclus van 28 dagen. Onregelmatige cycluslengte kan een aanduiding zijn voor eventuele vruchtbaarheidsproblemen.
Het berekenen van de cycluslengte gebeurt als volgt: men begint te tellen op de eerste dag van de menstruatie (= dag 1 van de cyclus) en men telt verder tot de laatste dag vòòr de volgende menstruatie.
- De menstruatie zelf duurt tussen de 3 en 7 dagen.
- De leeftijd waarop een meisje voor het eerst menstrueert is wisselend (12-15 jaar).
- De menstruatie gaat door tot de leeftijd van 45-55 jaar, de leeftijd waarop de vrouw in de menopauze komt.
De menstruele cyclus wordt ingedeeld in 2 fasen: de folliculaire fase vanaf dag 1 van de menstruatie tot aan de eisprong, en de luteale fase vanaf de eisprong tot het begin van de volgende menstruatie. Schommelingen in de duur van de cyclus situeert zich vooral in de folliculaire fase; de luteale fase heeft een tamelijk constante duur (11-14 dagen). Deze schommelingen zijn echter niet noodzakelijk onrustwekkend. Ze komen bij veel vrouwen voor en kunnen het gevolg zijn van tal van factoren (bijvoorbeeld veranderingen van leefgewoonten tijdens de vakantie, een drukke periode op het werk, een aangrijpende gebeurtenis in de familie- of vriendenkring). Na het 45e levensjaar neemt de lengte van de menstruele cyclus toe.
Temperatuurcurve
Hieronder verstaan we de curve die gedurende een normale cyclus bij een gezonde vrouw verkregen wordt door de dagelijkse temperatuurcontrole. Deze controle dient te gebeuren onder welbepaalde voorwaarden:
- steeds met dezelfde thermometer,
- op dezelfde wijze (best rectaal)
- op hetzelfde tijdstip (best 's morgens bij het ontwaken, voor het opstaan)
De eerste helft van de cyclus wordt gekenmerkt door een laag temperatuurniveau gezien er nog geen progesteronwerking is (36.6-36.8). De tweede helft wordt gekenmerkt door een hogere temperatuur (36.9-37.1). Bij het begin van de menstruatie daalt de temperatuur weer tot een lager niveau en begint de eerste fase opnieuw.
De basaaltemperatuurcurve is geen geschikt middel voor zwangerschapsplanning (of anticonceptie) omdat de temperatuur pas stijgt als de eisprong reeds een tweetal dagen voorbij is. Recent onderzoek leert dat de vruchtbare periode van de cyclus zeer sterk kan schommelen, zelfs bij vrouwen met een erg regelmatige cyclus. Er zijn slechts weinig dagen van de cyclus waarop een vrouw niet vruchtbaar is. Bij vrouwen met een regelmatige cyclus van 28 dagen ligt de meest vruchtbare periode tussen dag 11 en dag 16 van de cyclus. De periode tussen de 8ste en de 18de dag van de cyclus beschouwt men als minder vruchtbaar, maar ook tijdens die periode blijft er toch nog een kans op zwangerschap. Dat betekent dat vrouwen met een regelmatige cyclus al van bijna onmiddellijk na de menstruatie vruchtbaar zijn.
Grootste kans op bevruchting
Zonder rekening te houden met de dag van de cyclus of het moment van de eisprong heeft men de grootste kans op bevruchting wanneer men om de twee dagen, dus ongeveer twee tot drie maal per week seks heeft. Koppels die minder dan één maal per week vrijen, hebben veel minder kans dat de vrouw zwanger zal worden dan koppels die geregeld seks hebben. Men schat die kans op zo'n 16 % op zes maanden tijd. Bij koppels die zo'n drie maal per week vrijen zou die kans tot zo'n 50 % oplopen.
- Mannelijk zaad blijft zo'n twee dagen vruchtbaar (gemiddeld ongeveer 48 uur), maar dat kan tot acht dagen gaan.
- De vrouwelijke eicel is slechts één dag vruchtbaar.
- De beste kansen tot bevruchting krijg je bijgevolg met volgend schema: om de twee dagen geslachtsgemeenschap vanaf vier dagen voor tot twee dagen na de verwachte eisprong.
De kans op een zwangerschap neemt duidelijk toe naarmate een koppel geregeld seks heeft.
Seks per week | Zwangerschap binnen zes maanden |
Minder dan 1 x | 16% |
1x | 30% |
2x | 45% |
3x | 50% |
Wanneer 100 vrouwen van 18 jaar een half jaar lang onbeschermd vrijen, zijn er 80 vrouwen die zwanger worden en na een jaar zijn dit er 94. Wanneer 100 vrouwen van 35 jaar een half jaar onbeschermd vrijen, zijn 45 vrouwen zwanger. Na een jaar zijn dit er ongeveer 80.
De kans op een zwangerschap bij een vrouw die regelmatig seks heeft, geen voorbehoedsmiddelen gebruikt en een regelmatige menstruatie heeft, is gemiddeld 15%. Gemiddeld wordt 80 tot 90% van de vrouwen in het eerste jaar zwanger. Wanneer een paar serieus probeert zwanger te worden en dit na een jaar nog niet gelukt is, wordt gesproken van subfertiliteit. Dit is de medische term voor verminderd vruchtbaar zijn.
Cyclusstoornissen
Het kan gaan om afwijkingen in de duur, de regelmaat en/of de sterkte van de menstruatie. Enkele van de meest voorkomende zijn:
Amenorroe
Het ontbreken of wegblijven van de menstruatie kan een gevolg zijn van stoornissen in de hypothalamus, de hypofyse, ovarium of uterus (hypoplasie, ziekten en afwijkingen) of door ondervoeding (vb anorexia nervosa). Verder kan amenorroe optreden bij afwijkingen van de schildklier, bijnierschorsaandoeningen, uitputtende ziekten... Men spreekt van primaire amenorroe als er geen menstruatie is op de leeftijd van 16 jaar. Van secundaire als er geen menstruatie gedurende een periode van 6 maanden, nadat er eerder wel menstruaties geweest zijn.
Menorragie of hypermenorroe
De cyclus is normaal, doch de hoeveelheid bloedverlies is overvloedig. Deze toestand kan veroorzaakt worden door verschillende factoren o.a. vleesbomen in de baarmoederwand, overrekte baarmoeder ten gevolge van veel of snel op elkaar volgende zwangerschappen, ontstekingsprocessen, hypertensie.
Hypomenorroe
Te gering bloedverlies of te korte menstruatie (minder dan 3 dagen) menstruatie. Dit is, wanneer de cyclus regelmatig is, geen ernstige afwijking.
Dysmenorroe
Pijnlijke menstruatie. Bij bepaalde vrouwen kan de menstruatie met veel pijn gepaard gaan (ongeveer in 20% van de gevallen). Het is een krampachtige pijn die met misselijkheid en braken gepaard gaat en heel vaak tot werkonbekwaamheid aanleiding geeft. Oorzaken kunnen zijn: een te kleine baarmoeder met een te nauwe en te lange baarmoederhals, poliepen, ontstekingen,... Ook zouden psychische factoren hierin een rol kunnen spelen.
Oligomenorroe
Het te weinig frequent optreden van de menstruatie vb. om de 2 tot 3 maanden of zelfs langer. Dit kan te wijten zijn aan een tragere rijping van de follikel of een langer in stand houden van het corpus luteum.
Metrorragie
Onregelmatig bloedverlies, de structuur van de menstruele cyclus is niet meer herkenbaar. Een tussentijdse bloeding is meestal onschuldig en kan duiden op de eisprong. Wanneer er constant tussentijdse bloedingen optreden is dit echter niet normaal. De oorzaken kunnen zijn: poliepen, vleesbomen, wondjes ter hoogte van de cervix. Vanaf de leeftijd van 40 jaar dient bij onregelmatig bloedverlies ook aan kwaadaardige processen gedacht te worden. Hoe dan ook is het altijd veilig om in deze situatie een arts te raadplegen.