De Apgar-score bij pasgeborenen
Direct na de geboorte zal je pasgeboren baby aan een aantal tests onderworpen worden. Deze tests controleren de gezondheid van de baby en geven een indruk van hoe het met de pasgeborene gaat. Een van deze tests is de apgar test. Met de apgartest wordt de pols- en hartslag, de ademhaling, de spiertonus, de kleur van de huid en de reactie op prikkels bekeken en vastgelegd in een verslag. De apgar test geeft een bepaalde apgarscore.
Geschiedenis van de Apgarscore
Zodra je kindje geboren is zal de verloskundige je baby controleren. Dit wordt gedaan aan de hand van de
Apgar score. De Apgar-score werd ontwikkeld door een Amerikaanse chirurg en anaesthesiologe en werd in 1949 in gebruik genomen. De vrouw die dit scoringssyteem ter beoordeing van de gezondheid van pasgeborenen ontwikkelde heet Virginia Apgar. In 1952 werd de
Apgar test herzien en aangepast.
De Apgar in de praktijk
De Apgar-score wordt 1 en 5 minuten na de geboorte gemeten en geeft inzicht in de conditie van de baby. De pasgeborene wordt op 5 punten beoordeeld:
- Ademhaling
- Pols- en hartslag
- Spiertonus
- Kleur van de huid
- Reactie op prikkels
Ademhaling
De ademhaling hoort direct na de geboorte beginnen, vrijwel altijd gevolgd door een luid huilen.
Pols- en hartslag
Het tempo en de regelmaat van de hartslag van het kind worden gemeten.
Spiertonus
De spierspanning wordt gemeten. Zijn de ledematen volledig slap of kunnen zij ook spannen?
Kleur van de huid
De meeste baby's hebben na de bevalling een grijsblauwe kleur. De grauwe huidskleur trekt bij de eerste schreeuw van de baby weg wanneer de ademhaling op gang komt.
Reactie op prikkels
Er wordt gekeken of de baby op bepaalde prikkels met een reflex reageert, zoals koude handen op de warme babybuik.
De punten van de Apgar-test
Op elk punt van de test kan de baby een score behalen van 0, 1 of 2 punten. De meeste baby's hebben direct na de geboorte een Apgarscore tussen de 7 en de 10. Wanneer de baby 4 of minder punten behaald is direct medische hulp nodig.
Criterium | 0 punten | 1 punt | 2 punten |
Ademhaling | Geen | Onregelmatig | Goed |
Pols- en hartslag | Geen | < 100 per minuut | > 100 per minuut |
Spiertonus | Slap | Enige beweeglijkheid | Actieve beweeglijkheid van de ledematen |
Kleur van de huid | Blauw/bleek | Blauw bij extremiteiten | Hele lichaam is roze |
Reactie op prikkels | Geen | Enige reactie | Krachtig huilen |