Overtijd; wel of geen keizersnee?
5 tot 10 procent van alle zwangere vrouwen 'overdraagt' tijdens de zwangerschap. Dit houdt in dat de baby na 42 weken zwangerschap nog niet geboren is. In het ziekenhuis zal nu worden geprobeerd de bevalling op te wekken; maar wat moet je doen als er maar geen weeën komen? Is het verstandig om voor een keizersnee te gaan, of kan de baby gerust nog even blijven zitten?
'Over tijd' en seroniteit
Lang niet alle zwangere vrouwen bevallen 'keurig' rond de veertigste week van de zwangerschap. Met name bij een eerste baby gebeurt het regelmatig dat vrouwen over tijd raken. Er is sprake van 'over tijd raken' wanneer vrouwen langer dan 40 weken zwanger zijn. Na 42 weken spreekt men bij zwangere vrouwen echter niet meer van 'over tijd', maar van 'seroniteit'. Seroniteit is een medische term, en komt bij 5 tot 10% van alle zwangere vrouwen voor. In het verleden werd minder aandacht aan seroniteit besteed dan tegenwoordig. Zwangere vrouwen waarbij de bevalling op zich liet wachten bleven 'gewoon' doorlopen tot de bevalling zich aandiende.
Naar het ziekenhuis
Wanneer een zwangere vrouw tegenwoordig 'over tijd' raakt, zal zij door de verloskundige worden doorverwezen naar het ziekenhuis. Dit gebeurt meestal vanaf week 41. In het ziekenhuis krijgt zij een inwendig onderzoek. Deze wordt door de gyaecoloog uitgevoerd, en moet vaststellen of er enige beweging in de baarmoedermond zit. Voor een baby geboren kan worden, dient de baarmoedermond te 'verstrijken'. Dit houdt in dat de baarmoedermond steeds groter en breder wordt, zodat de baby later door het geboortekanaal kan. Normaal gesproken begint het verstrijkings- en verwekingsproces van de baarmoedermond tijdens de eerste weeën. Bij sommige vrouwen die 'over tijd' zijn, is de baarmoedermond al een beetje of helemaal verstreken. Zij kunnen door de gynaecoloog of verloskundige 'gestript' worden. Door te strippen wordt het verstrijkings- en verwekingsproces van de baarmoedermond een handje geholpen.
Vrouwen waarbij de baarmoedermond geen enkele beweging vertoont zullen vanaf week 41 goed door de gynaecoloog in de gaten worden gehouden. In de meeste gevallen zullen zij naar huis worden gestuurd, om een aantal dagen later terug te komen voor een CTG-scan; deze registreert de harttonen van de baby. Ook wordt er door middel van een echo gekeken naar de hoeveelheid vruchtwater die de zwangere vrouw nog heeft.
Gevolgen van seroniteit
'Over tijd' raken kan voor de meeste zwangere vrouwen weinig kwaad. Zoals al eerder gezegd raken, met name bij een eerste bevalling, een redelijk aantal vrouwen 'over tijd'. Na 42 weken, dus wanneer er sprake is van seroniteit, wordt dit echter een ander verhaal. Doordat een placenta 'afgestemd' is op 40 weken zwangerschap, kan deze na 42 weken aanzienlijk in kwaliteit dalen. Veel ziekenhuizen in Nederland houden overdragende vrouwen daarom nauwlettend in de gaten. Er worden regelmatig (bijna iedere dag) CTG's gemaakt die de harttonen van de baby registreren en ook wordt de hoeveelheid vruchtwater gecontroleerd. Het welzijn van de baby staat dus voorop.
Wanneer er door de gynaecoloog getwijfeld wordt aan het welzijn van de baby, kan deze proberen om de bevalling in te leiden. Dit lukt alleen wanneer de baarmoedermond voldoende rijp (verstreken) is. Is dit niet het geval, dan kan de gynaecoloog er voor kiezen om een speciale hormonengel in de baarmoedermond in te brengen. Deze kan er voor zorgen dat de baarmoedermond wél gaat verstrijken. Er bestaan lichte en zwaardere hormonengels. Soms moet een hormonengel wel vier keer ingebracht worden om de baarmoedermond in beweging te krijgen. Heel soms lukt het, zelfs met een hormonengel, niet om beweging in de baarmoedermond te krijgen.
Als er beweging in de baarmoedermond zit, kan de gynaecoloog besluiten om de bevalling in te leiden. Dit gaat vaak in goed overleg met de zwangere vrouw zelf. Het inleiden van de bevalling gebeurt door middel van een infuus dat in de hand van de zwangere vrouw wordt aangebracht.
Keizersnee?!
Toch komt het soms voor dat een zwangere vrouw, ondanks inwendig onderzoek en het inbrengen van de hormonengel, niet spontaan gaat bevallen. Er zijn ziekenhuizen die beweren dat dit na week 42 slechte invloed kan hebben op het welzijn van de baby. Zij hebben bijvoorbeeld nare ervaringen gehad in het verleden met overdragen vrouwen. Zij kunnen ervoor kiezen om een geplande keizersnede (sectio) uit te voeren. Dit is dan geen spoedoperatie, maar wordt in overleg met de gynaecoloog en de zwangere vrouw gepland. Andere ziekenhuizen zien geen verhoogde risico's bij baby's van overdragen vrouwen, en sturen deze gerust naar huis om de bevalling af te wachten. Wel wordt na week 42 het welzijn van de baby (d.m.v. echo's en ctg's) nog nauwlettender in de gaten gehouden.
De vraag of een keizersnee moet worden uitgevoerd na een 42-weken voldragen zwangerschap is een lastige. De opvattingen van ziekenhuizen verschillen onderling. Ziekenhuizen die na 42 weken vrijwel direct overgaan tot keizersnedes lijken dit te baseren op ervaringen uit het verleden met overdragen vrouwen. Als zwangere, overdragen vrouw heb je zelf veel inspraak in de keuze voor een keizersnee of om de baby nog langer te laten zitten. Een second opinion kan worden aangevraagd wanneer je het als zwangere vrouw niet eens bent met het beleid van een ziekenhuis.