Informatie rondom de bevalling: de keizersnede
Ongeveer twintig procent van alle bevallingen gaat via een keizersnede. Er lijken steeds meer vrouwen te bevallen met een keizersnede; de stijgende cijfers lijken veroorzaakt te worden door steeds vrouwen die op een steeds latere leeftijd een baby krijgen.
Wat is een keizersnede?
Een keizersnede, of sectio, is een manier om niet vaginaal maar operatief te bevallen. Dit gebeurt door een snede te maken in de buikwand, meestal net boven de bikinigrens. In sommige landen zoals China en Zwitserland, hoort een keizersnede bij de standaard mogelijkheden om te bevallen. In Nederland ligt dat echter anders en kun je er niet 'zomaar' voor kiezen. Een keizersnede is een operatie en kan de nodige
risico's met zich meebrengen. De naam 'keizersnede' zou zijn ontstaan omdat Julius Caesar erdoor geboren zou zijn, dit verhaal is echter niet zeker.
Een medische noodzaak
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom iemand een keizersnede moet ondergaan in plaats van een natuurlijke bevalling. Er is een verschil tussen een 'geplande keizersnede' en een 'spoedkeizersnede'. Bij een geplande keizersnede weet een zwangere vrouw al enige tijd van tevoren dat de baby met een keizersnede gehaald gaat worden. Een reden hiervoor kan zijn de ligging van de baby. Of omdat het geboortekanaal te smal is, een eerdere bevalling zeer moeizaam is verlopen of omdat het vermoedelijke geboortegewicht van de baby te licht of te zwaar is. Verder zijn er nog andere redenen te noemen. Een geplande keizersnede zal altijd in goed overleg met de zwangere vrouw worden doorgesproken. Eventueel heeft zij in het proces enige inspraak, bijvoorbeeld als ze al eerder een keizersnede heeft gehad. Een spoedkeizersnede gebeurt op het laatste moment. Bijvoorbeeld als de baby maar niet geboren wil worden, of als er
complicaties optreden. Een gynaecoloog kan dan beslissen om de baby te halen met een keizersnede.
Zo gaat het in z'n werk
Bij een geplande keizersnede wordt een zwangere vrouw nuchter in het ziekenhuis verwacht. Daar krijgt ze een infuus en een ruggenprik. De ruggenprik heet ook wel de
spinale verdoving, en wordt gedaan door een anesthesist. Door een ruggenprik toe te dienen wordt een zwangere vrouw plaatselijk verdoofd, van haar middenrif tot aan haar tenen. Meestal na de ruggenprik wordt een katheter ingebracht om urine goed te kunnen opvangen. Daarna wordt de operatie uitgevoerd. Als de baby uit de buik gehaald is, wordt het zo snel mogelijk even bij de moeder gelegd. Maar vanwege meerdere reden, waaronder de kou in de operatiekamer, duurt dit vaak niet zo lang. Nieuwe moeders moeten na de keizersnede eerst voor controle naar de 'waakkamer' of 'uitslaapkamer'. Daar wordt o.a. hun bloeddruk in de gaten gehouden.
Herstellen van een keizersnede
Het herstel na een keizersnede verloopt vaak anders dan bij een natuurlijke bevalling. Zo kan een vrouw na de operatie flink last hebben van naweeën en pijn. Hiervoor wordt vaak medicatie toegediend. Ook borstvoeding geven kan iets pijnlijker zijn dan na een natuurlijke bevalling, doordat de baarmoeder heftiger samentrekt. En natuurlijk is er ook nog het geestelijke herstel. Doordat een zwangere vrouw minder tijd nodig heeft om te bevallen bij een keizersnede dan bij een natuurlijke bevalling, kan het zijn dat de hormonen min of meer achter de feiten aanlopen. Na een keizersnede moet een vrouw een aantal nachten in het ziekenhuis blijven, meestal tussen de drie en vijf dagen. Daarna mag ze naar huis om daar verder te herstellen. De eerste zes weken mogen vrouwen die een keizersnede ondergaan hebben niet zwaar tillen of sporten vanwege de wond.
Goed geïnformeerd
Zwangere vrouwen doen er goed aan om voldoende informatie in te winnen over een (mogelijke) keizersnede. Op die manier kunnen ze aan het idee wennen van een zwangerschap en eventueel gemakkelijker omschakelen wanneer een keizersnede nodig blijkt te zijn. Goed overleg met de verloskundige of gynaecoloog is hierin ook erg belangrijk, en natuurlijk met mensen in de eigen vertrouwde omgeving.