Bekkenbodeminstabiliteit tijdens de zwangerschap
Bekkenbodeminstabiliteit, ook wel bekkeninstabiliteit of symfysiolyse genoemd, is een verzameling klachten die vrij veel vrouwen tijdens de zwangerschap in meer of mindere mate overkomt. Bekkenbodeminstabiliteit kan zeer pijnlijk zijn en tot enkele maanden na de bevalling aanhouden.
Klachten die voortkomen uit bekkenbodeminstabiliteit komen veelvuldig voor tijdens de zwangerschap. Recente studies geven schattingen dat 25% van de zwangere vrouwen
bekkenbodempijn ervaren, waarvan 8% ernstig. Na de geboorte blijft nog ongeveer 7% van de vrouwen last houden van problemen die gerelateerd zijn aan
bekkenbodeminstabiliteit.
Wat is bekkenbodeminstabiliteit?
Bekkenbodeminstabiliteit, ook wel
bekkeninstabiliteit of
symfysiolyse genoemd, is een klachtenpatroon dat tijdens en na de zwangerschap op kan treden bij vrouwen. Tijdens de zwangerschap worden de banden en het kraakbeen in het bekken een soort van weker. Hiermee wordt ruimte gecreëerd voor de baby tijdens de bevalling. De pijn die gepaard gaat men bekkenbodeminstabiliteit wordt ook wel bekkenpijn genoemd.
- De pijn wordt met name op het schaambeen en onderin de rug gevoeld
- De pijn wordt soms ook aan de achterzijde van het bovenbeen of in de heupen gevoeld
- Vrouwen gaan dikwijls anders lopen om de pijn te verminderen, de zogenaamde "waggelgang"
- De pijn treedt dikwijls op in bepaalde houdingen
Bekkenbodeminstabiliteit is mogelijk gerelateerd aan een verhoogde hoeveelheid van
relaxine. Relaxine is een hormoon dat afgescheiden wordt door de placenta en dat verantwoordelijk is voor het slapper worden van de ligamenten (banden) in het bekken.
Diagnose bekkenbodeminstabiliteit
De diagnose bekkeninstabiliteit wordt dikwijls gesteld aan de hand van een geschiedenis van klachten. Symptomen zijn onder andere pijn in de sacral-illiac joints (de heilingbeengewrichten), de onderste wervels in de rug en pijn aan het schaambeen. De pijn straalt mogelijk uit naar de lies of heup. Heel kenmerkend is pijn wanneer men zich omdraait in bed, de trap op loopt en uit bad komt. Veel vrouwen krijgen de klachten pas in het tweede trimester van de zwangerschap. Gebleken is dat bekkenbodeminstabiliteit dikwijls terugkomt bij een volgende zwangerschap.
Behandeling bekkenbodeminstabiliteit
De voornaamste behandeling van bekkenbodeminstabiliteit bestaat uit het vermijden van die activiteiten die de pijn verergeren, zoals traplopen. Een ondersteunende gordel kan verlichting bieden, omdat daarmee de banden minder verslappen. Oefeningen en pijnstillers kunnen ook gebruikt worden. Belangrijk is ook dat vrouwen beseffen dat het circa 12 weken kan duren voor de symptomen na de bevalling weer wegtrekken.
Liggen en slapen
De pijn kan ook 's nachts optreden. De zijligging is voor de meeste vrouwen in dat geval de meest comfortabele
slaaphouding en soms kan het helpen een kussen tussen de knieën en de enkels te leggen. Wanneer men weer uit bed wil komen is het verstandig om eerst op de zij te rollen terwijl men de knieën tegen elkaar aan drukt, vervolgens de voeten buiten het bed te steken en het lichaam tenslotte met de armen op te duwen om op te staan.
Zitten en staan
Zitten kan extreem pijnlijk zijn wanneer je last hebt van bekkenbodeminstabiliteit. Geen enkele stoel lijkt echter lekker te zitten. Het is verstandig om een groot aantal stoelen uit te proberen om te bekijken op welke stoel je met de minste pijn kunt zitten.
Staan, vooral langdurig staan, kan ook een probleem vormen. Het beste is om het staan te vermijden door indien mogelijk te gaan zitten of lopen. Wanneer dit onmogelijk is helpt het regelmatig afwisselen van houding het beste.
Traplopen
Traplopen wordt vaak als zeer lastig en pijnlijk ervaren door vrouwen met bekkenbodeminstabiliteit. Probeer uit wat jou de minste pijn oplevert. Bij veel vrouwen helpt het om zittend de trap af te gaan of zijdelings stap voor stap de trap op te klimmen.