Het geslacht van je baby beïnvloeden

Om de volgende methode de grootste slagingskans te geven, is het handig om eerst over een bepaalde kennis te beschikken. Zo zal er eerst het een en ander worden uitgelegd over de eisprong, de zaadcellen en het bevruchtingsproces zelf. Dit geeft je een duidelijker beeld betreft hetgeen waar je precies op moet letten en voor moet gaan.
Geslacht van de baby
- Chromosomen
- Verschil tussen X- en Y-chromosomen
- Een jongetje of een meisje?
- De menstruatiecyclus in het kort
- De timings-methode
Chromosomen
Om het hele verhaal te kunnen begrijpen, beginnen we bij het begin. De karaktereigenschappen die wij bij onze geboorte krijgen, worden bepaald in de chromosomen. Een chromosoom is een celonderdeel waarin ons DNA zich bevindt. In DNA staan al onze erfelijke eigenschappen vastgelegd. Deze erfelijke eigenschappen worden ook wel genen genoemd.In elke cel van het menselijk lichaam bevinden zich 46 chromosomen. Elke chromosoom gaat gepaard met een tweede. Hierdoor bevat elke cel dus 23 chromosoomparen.
Bij een bevruchting versmelten er twee groepen van 23 chromosomen; 1 groep van de man en 1 groep van de vrouw. Zo ontstaat er weer een groep van 46 chromosomen, opgebouwd uit twee paren van 23 chromosomen. Elke zaad- of eicel bevat dan ook maar 23 chromosomen. Van de 46 chromosomen die een cel bevat, is er maar 1 paar geslachtschromosomen. Een ei- en een zaadcel bevat dus maar 1 geslachtschromosoom. Deze geslachtschromosomen kennen twee soorten; de X-chromosomen en de Y-chromosomen.
Verschil tussen X- en Y-chromosomen
Allereerst verschillen deze twee chromosoomsoorten qua grootte. X-chromosomen zijn langer dan Y-chromosomen en bevatten dan ook meer informatie betreft erfelijke eigenschappen. Omdat de X-chromosomen groter zijn, zijn ook deze zaadcellen groter van omvang dan de zaadcellen met Y-chromosomen. Hierdoor zijn ze trager dan de ‘mannelijke’ zaadcellen.Ondanks dat de vrouwelijke zaadcellen groter zijn, zijn ze wel sterker dan de mannelijke zaadcellen. Dit heeft als gevolg dat de vrouwelijke zaadcellen langer in leven kunnen blijven. De Y-chromosoom is het ‘mannelijke’ chromosoom, omdat deze het lichaam aanzet tot het produceren van mannelijke hormonen. Zo komen ook de mannelijke geslachtskenmerken tot ontwikkeling.
Een jongetje of een meisje?
Welk geslacht het kindje uiteindelijk krijgt ligt hem aan het type chromosoom deze van de vader meekrijgt. Vrouwen hebben namelijk paren van 2 X-chromosomen (XX) en mannen hebben paren van 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom (XY). Zoals eerder uitgelegd, bevinden zich in de zaadcellen en de eicellen maar enkele chromosomen. Zo zijn de eicellen van de vrouw X of X en dus altijd vrouwelijk. De zaadcellen van de man kunnen X zijn of Y. Zo heb je dus vrouwelijke zaadcellen en mannelijke zaadcellen. Geeft de vader een X-chromosoom, dan vormt dit samen met de X-chromosoom van de vrouw: XX. Het wordt dus een meisje. Geeft de vader de Y-chromosoom, dan vormt dit XY en wordt het een jongetje.De menstruatiecyclus in het kort
De menstruatiecyclus begint op de eerste dag van de menstruatie en eindigt de laatste dag vóór de volgende menstruatie. Gemiddeld duurt deze cyclus tussen de 25 en 35 dagen. De menstruatie zelf duurt gemiddeld 3 tot 7 dagen. Ongeveer 14 dagen voor de eerste dag van de volgende menstruatie vindt de eisprong plaats. Een onbevrucht eicel blijft na de eisprong niet langer dan een dag in leven. Tot hooguit 12 uur na de eisprong is de eicel hoog vruchtbaar, daarna takelt ze weer af.De timings-methode
Zoals hierboven geschreven is de eicel maar tot 12 uur na de eisprong het vruchtbaarst. Bij een kinderwens is het dus van belang dat er een zaadcel, nog de dag van de eisprong, de eicel bereikt. Zaadcellen blijven gemiddeld nog 2-3 dagen in het lichaam van de vrouw in leven. Dit kan uitlopen tot een week. In extreme gevallen blijven ze zelfs tot rond de 10 dagen in leven. Gemiddeld is de vrouw dus ruim een week vruchtbaar.Ondanks dat de mannelijke zaadcellen sneller zijn, blijven de vrouwelijke zaadcellen langer in leven. Met dit in je achterhoofd kun je dus het geslacht van je kindje beïnvloeden.
Een meisje:
Heb je de wens naar een meisje, dan moet je een paar dagen voor de eisprong geslachtsgemeenschap hebben. De meeste mannelijke zaadcellen zijn dan tegen de tijd van de eisprong al gestorven. Hierdoor heb je meer kans op een meisje.
Een jongetje:
Wil je een jongetje dan heb je de meeste kans wanneer je de dag voor en van de eisprong geslachtsgemeenschap heb. De mannelijke zaadcellen zijn immers sneller bij de eicel dan de vrouwelijke, waardoor de kans op een jongetje groter is. Probeer zo dicht mogelijk bij de eisprong aan te zitten, zodat de vrouwelijke eicellen minder lang de tijd krijgen om alsnog eerder de eicel te bereiken.
De hierboven genoemde gegevens zijn persoonsgebonden en kunnen van persoon tot persoon iets verschillen. Ga dus goed voor jezelf na wat er voor jou geldt.