Verband en verbinden

Verband is materiaal voor het verbinden van lichaamsdelen. Er zijn verschillende verbanden, afhankelijk van het lichaamsdeel en de soort wond. Ook zij er meerdere verbindingstechnieken. Welke dat zijn, zal in dit artikel besproken worden.

Dekverband

Dekverband of wondverband wordt gebruikt op een uitwendige wond. Dit verband heeft als doel om verdere infecties of besmetting te voorkomen. Ook houdt het het bloedverlies tegen. Een dekverband moet men steriel en direct op de wond aanbrengen. Het dekverband mag daarna niet meer van zijn plaats komen en ook niet gaan schuiven. Aan alle kanten moet het dekverband goed zijn afgesloten. Dekverband mag niet knellen. Een dekverband noemt men ook wel een snelverband of een wondsnelverband. Dit verband is meestal alleen te gebruiken op rechte lichaamsdelen. Wanneer het lichaamsdeel gebogen is, dan kan men het beste zelf een dekverband maken. Dit bestaat uit een steriel gaasje met daarbovenop watten en dat verbinden met een elastische hydrofiel verband.

Drukverband

Een drukverband gebruikt men bij een kneuzing of verstuiking. Een drukverband heeft als doel om verdere zwelling tegen te gaan en het lichaamsdeel steuun en rust te geven. Het drukverband moet met een gelijkmatig verdeelde druk worden aangebracht, eventueel met watten eronder om de druk nog beter te verdelen. Een ruim gebied buiten de kneuzing of verstuiking om moet mee verbonden worden. Men moet het drukverband regelmatig controleren. Wanneer het drukverband goed is aangelegd, vermindert het de pijn en zit prettig.

Rust-en steungevend verband

Dit verband bestaat uit een driekante doek. Men gebruikt dit verband bij botbreuken aan een van de bovenste ledematen: schouderblad, sleutelbeen, arm of elleboog. Deze word dan in de vorm van een brede das aangelegd. Voor botbreuken aan de pols, hand of onderarm word een mitella gebruikt. De breuk krijgt zo rust en steun.

Spalk

Een spalk dient vaak als tijdelijke oplossing, bijvoorbeeld wanneer medisch personeel niet direct kan komen. De spalk bestaat uit een langwerpig voorwerp van hout of kunststof. In principe kan men alles hiervoor gebruiken wat geschikt is. Het gebroken lichaamsdeel moet gespalkt worden in de stand waarin het aangetroffen wordt. Verder mag het lichaamsdeel niet meer bewogen worden. Als het gebroken lichaamsdeel is geknikt, dan kan men beter niet zelf gaan spalken, dit is alleen weg gelegd voor deskundigen.

Spuitverband

Spuitverband geeft een dun en beschermend laagje en is te verkrijgen in een spuitbus. Spuitverband kan makkelijk worden aanbracht en vaak ververst worden. Het is een dun laagje kunststof.

Verband aanleggen

Verbind altijd naar het hart toe, en niet van het hart af. Het einde van het verband moet dus naar het hart toe zitten. Enkele voorbeelden van verbinden:

Vinger: leg het verband op de knokkel van de vinger en trek het recht omhoog naar de vingertop toe, laat het aan de andere kant weer zakken tot gelijke hoogte. Houdt het verband vast, en ga vervolgens weer terug naar het beginpunt, weer dwars over de vingertop heen. Ga nu weer terug omhoog naar de vingertop en stop daar, begin vanaf de vingertop nu om de vinger heen te draaien naar beneden toe. Bij het einde van de vinger, laar het verband over de rug van de hand lopen, diagonaal, draai vervolgens om de pols heen.
Enkel: begin vlak achter de tenen met verbinden en werk zo naar boven toe, neem een ruim gedeelte boven de enkel als eindpunt.
Knie: Begin in het midden van de knie en draai eerst het verband naar beneden toe, verbind dan weer terug naar boven toe en eindig een gedeelte boven de knie. De knie moet bij het verbinden iets gebogen zijn.

Tips

Wanneer je iemand moet verbinden, zorg dan dat het slachtoffer rustig is. Praat ook tegen hem of haar. Een onrustige patiënt is moeilijk te verbinden. Laat de patiënt zitten of liggen maar nooit staan, staan geeft vaak instabiliteit. Kijk tijdens het verbinden in de rol, dan zit je er op de juiste manier voor. Raak de wond nooit en te nimmer aan! Dit kan vreselijke infecties geven. Ontsmet de wond eerst of koel gekneusde of verzwikte lichaamsdelen, voordat je met verbinden begint.