Ik heb ouderdomssuiker, mag ik nu geen suiker meer?

Als je suikerziekte (diabetes) hebt zit je vaak met veel vragen: ‘wat mag ik nog eten?’, ‘mag ik nog snoep eten?’, hoe zit het met brood en bijvoorbeeld cake?’. Voor veel mensen zijn de leefregels waaraan ze moeten voldoende niet helemaal duidelijk. Het is ook moeilijk om voor iedereen een pasklaar antwoord te geven. Wel is het zo dat het echt niet zo is dat je helemaal geen snoep meer mag! Toch moet je wel oppassen met wat je eet.

Ouderdomssuiker en leeftijd

Ouderdomssuiker is de volksnaam voor diabetes type 2. Vroeger kwam dit vooral voor bij oudere mensen vandaar deze naam. Tegenwoordig komt dit type diabetes ook op jongere leeftijd steeds vaker voor. Uit onderzoeken blijkt dat dit vooral komt omdat we met zijn allen steeds zwaarder worden. Hoe zwaarder je bent, hoe sneller je diabetes type 2 krijgt. Ook de hoeveelheid beweging die je krijgt kan bepalen of je wel of niet diabetes type 2 krijgt. Verder is het zo dat als je vader of moeder ouderdomssuiker had of heeft, jij dit ook sneller kunt krijgen.

Wat is er aan de hand?

Om beter te kunnen begrijpen wat suiker doet voor je lichaam, eerst een kleine uitleg over wat er precies aan de hand is als je type 2 diabetes hebt. Bij deze vorm van diabetes maak je niet genoeg insuline aan en/of ben je minder gevoelig geworden voor insuline. Insuline is een stofje dat ervoor zorgt dat de suiker die je eet wordt opgeslagen in je cellen zodat deze niet in je bloed blijft rondstromen. Als je diabetes type 2 hebt gaat dat mis en heb je dus teveel suiker (glucose) in je bloed. Dit kan de dokter meten in je urine en in je bloed.

Diabetes type 2 en suiker

Als je veel suiker eet is het voor je lichaam nog moeilijker om het peil in je bloed naar beneden te krijgen, het stofje insuline is er immers niet genoeg of er is wel genoeg maar werkt niet goed. Daarom krijg je vaak pillen voorgeschreven die ervoor zorgen dat dit beter gaat. Hierdoor kun je best veel (verschillende) dingen eten, maar het helpt wel als je hier op let. Producten met suikers (of ook wel koolhydraten) zorgen voor een stijging van je bloedsuiker. Koolhydraten zitten niet alleen in snoep en gebak, maar bijvoorbeeld ook in brood en aardappels.

Soorten koolhydraten

Er zijn verschillende soorten koolhydraten. Je hebt snelle en langzame koolhydraten. Snelle zitten in snoep, gebak en dergelijke, langzame koolhydraten zitten in producten zoals aardappels en brood. Snelle koolhydraten doen je bloedsuiker snel stijgen en langzame koolhydraten doen je bloedsuiker langzaam stijgen. Dit laatste is minder erg voor je als je diabetes hebt. Snelle koolhydraten zijn dus minder goed voor je omdat je niet (snel) genoeg insuline aan kunt maken. Je bloedsuiker stijgt snel en gaat schommelen. Hierdoor kun je je moe gaan voelen of hoofdpijn krijgen.

Koolhydraatarm dieet

Verder blijkt uit recente onderzoeken dat het ook loont om de koolhydraten grotendeels uit je voeding te schrappen. Dit wordt ook wel een koolhydraatarm dieet genoemd. Een voorbeeld hiervan is het Atkinsdieet. Als je te zwaar bent is het sowieso goed om wat af te gaan vallen, hierdoor wordt je lichaam namelijk weer meer gevoelig voor insuline.
Bedenk wel dat je altijd wat koolhydraten nodig hebt! Schrap nooit alles uit je dieet.

En wat mag nu wel en wat niet?

Je ziet wel dat er geen duidelijk antwoord is of het nu wel of niet mag! Vuistregel is hierbij dat je alles mag eten maar met mate! Ook geldt dat het voor iedereen anders is: je kunt bijvoorbeeld pre-diabetes hebben (een voorstadium van diabetes) of al een lange tijd een heel hoge bloedsuiker hebben. Als je twijfelt over wat wel en niet mag, neem dan eens contact op met je huisarts, een diëtist of een diabetesverpleegkundige.

Lees verder

• Ik heb diabetes, hoe komt dat?