Eetstoornissen: symptomen, oorzaken, gevolgen en behandeling
Bij een eetstoornis spreek je van een verstoring van het eetgedrag. Iemand kan te veel eten, of juist te weinig, of op een andere manier ongezond omgaan met voedsel. Wat houdt een eetstoornis in, wanneer heb je een eetstoornis, wat zijn de oorzaken en gevolgen, en wat kun je eraan doen?
In de DSM-IV-TR (Diagnostic and Statistical Manual), het handboek dat door de American Psychiatric Association (organisatie van psychiatrie) is gepubliceerd en "alle" mentale stoornissen beschrijft, staan een drietal stoornissen beschreven als zijnde eetstoornissen:
anorexia nervosa,
boulimia nervosa en
eetstoornis NAO (Niet Anderszins Omschreven). Hier zullen echter ook nog enkele andere stoornissen gerelateerd aan eten worden beschreven, zoals de
stoornis van Pick, en stoornissen die (nog) niet in de DSM zijn opgenomen, zoals de
eetbuistoornis.
Anorexia nervosa
Zo'n 90% van de mensen met anorexia nervosa zijn vrouwen, hoewel er dus ook mannen en jongens bestaan die lijden aan de stoornis. Het gaat hierbij niet simpelweg om diëten, maar een veel verder gevorderde vorm. In tegenstelling tot wat vaak geloofd wordt, is de persoon met de stoornis niet langer in staat om "echte" keuzes te maken omtrent eten. Er is vaak een soort stemmetje dat zegt dat hij of zij niet moet aankomen. Het is niet enkel een kwestie van "gewoon meer eten"; het is niet voor niets een stoornis. De gedachten aan voedsel, afvallen en het lichaam kan het grootste deel van de dag in beslag nemen, waardoor het moeilijk is nog langer met andere dingen bezig te houden. Vaak komen sociale contacten, school en dergelijke ook op een laag pitje te staan.
Hoewel voedsel en gewicht belangrijke aspecten zijn voor iemand met anorexia nervosa, draait het om meer dan dat. Het gaat ook over controle, een onveilig gevoel, perfectionisme en eenzaamheid. Anorexia nervosa is dan een soort van handvat, een manier om ergens controle over te kunnen houden, bijvoorbeeld als je niet langer je eigen emoties onder controle kunt houden.
Twee vormen van anorexia nervosa:
- Beperkend type: Geen eetbuien of compenserend gedrag (zoals zelfopgewekt braken, laxatieven, en dergelijke)
- Purgerend type: Wel eetbuien of compenserend gedrag
Symptomen
- Weigering om lichaamsgewicht meer dan 85% boven het normaal te verwachten gewicht te behouden (iemand die 56 kg zou behoren te wegen, weegt dan 47.6 of minder)
- Angst om aan te komen, zelfs bij ondergewicht
- Verstoord van ervaren lichaamsbeeld en gewicht
- Amenerroe, ofwel de afwezigheid van minstens drie menstruele cyclussen (al driemaal niet ongesteld). Dit criterium wordt mogelijk afgeschaft in de volgende DSM-editie
Oorzaken
Bij anorexia nervosa worden vele oorzaken genoemd. Het betekent niet dat wanneer je een van de oorzaken hebt, je zeker de stoornis zult ontwikkelen. Het is vaak een combinatie van factoren. Dit geldt natuurlijk ook voor de andere stoornissen.
- Genetisch aspect (het blijkt dat de kans groter is wanneer iemand in de familie de stoornis heeft)
- Sociale en familiale druk
- Culturele druk (bijvoorbeeld het schoonheidsideaal)
- Persoonlijke factoren als perfectionisme en onzekerheid
- Problemen in de familiesfeer, bijvoorbeeld een scheiding
Gevolgen
- Veel lichamelijke problemen, zoals groei van donshaar (tegen de kou), blauwe tenen en vingers, slechte stoelgang en opgeblazen gevoel, duizeligheid, slecht gebit (met name bij braken), afbrekende nagels en droge huid
- Amenorroe (problemen met hormonen)
- Sterke emotiewisselingen (bijvoorbeeld depressie)
- Weinig energie en gevoel van zwakte
- Slecht geheugen
- Hogere mortaliteit (risico om te overlijden)
Behandeling
Bij behandeling wordt vaak een multidisciplinaire aanpak toegepast. Dit houdt in dat niet alleen naar het gewicht, maar ook naar de gedachten, de naaste omgeving (met name de ouders bij jongeren), de zelf-perceptie, sociale vaardigheden, et cetera, erbij worden betrokken. Er wordt gewerkt aan het verkrijgen en behouden van normale eetgewoonten, maar tevens wordt getracht het verstoorde lichaamsbeeld te herstellen en de extreme behoefte aan controle die de persoon nodig denkt te hebben wordt bewerkt.
Anorexia is goed te behandelen als het in de eerste fasen wordt aangepakt, maar hoe langer iemand ermee zit, hoe moeilijker het is om eraan te werken. Het is ook belangrijk dat iemand gemotiveerd is aan de stoornis te werken. Dit is vaak een groot probleem bij anorexia, omdat degene met de stoornis zich goed voelt over de controle die zij (of hij) heeft.
Herkenning
- Stiekem gedrag omtrent eten
- Obsessie met eten: bijvoorbeeld recepten opzoeken, maaltijden plannen, tijdschriften doorlezen
- Voortdurend aangeven al gegeten te hebben of ergens anders te eten om niet mee te hoeven eten
- Op dieet terwijl diegene al dun is
- Ernstig gewichtsverlies
- Ontkenning van laag gewicht, vaak aangegeven het gevoel te hebben om dik te zijn
- Naar de badkamer na een maaltijd
- Veel sporten
- Gebruik van laxatieven na het eten
Boulimia nervosa
Eetbuien ontstaan vaak in perioden van eenzaamheid, verveling of wanneer iemand gestrest is. Bij boulimia komt dit zelfs regelmatig voor en dit leidt dan tot een soort afstraffing in de vorm van zelfopgewekt braken, sporten of perioden van vasten. Dit blijft vervolgens in een cirkeltje doorgaan: een eetbui (ontstaan door negatieve gevoelens) leidt tot schaamte en schuld, dit leidt tot afstraffing, de afstraffing leidt tot meer negatieve gevoelens, welke weer tot een eetbui leiden. Vaak wordt het braken of sporten een soort verslaving waardoor het moeilijk blijkt ook te stoppen met de eetbuien. De eetbuien leiden tot compensatie en compensatie weer tot eetbuien.
Eigenlijk is er sprake van een constante strijd tussen de wil om af te vallen en de behoefte om een eetbui te hebben. De eetbui is ook weer niet echt wat de persoon wil, maar wel op dat ene moment. Vaak worden er wel zo'n 3.000 tot 5.000 calorieën in één keer geconsumeerd.
Twee vormen van boulimia nervosa:
- Purgerend ("zuiveren") type: Gebruik van laxatieven en dergelijke, of zelfopgewekt braken ter compensatie
- Niet-purgerend type: Geen zelfopgewekt braken en medicatie, maar gecompenseerd met perioden van vasten of excessief sporten
Symptomen
- Herhalende perioden met eetbuien, waarbij (1) een grote hoeveelheid eten in een relatief korte periode wordt geconsumeerd, welke door de meeste andere mensen als groter dan normaal zou worden beschouwd, (2) een gevoel van controleverlies wordt ervaren
- Herhaald compensatiegedrag om gewichtsverlies te voorkomen (bijvoorbeeld zelfopgewekt braken, overmatig sporten, laxatieven en andere medicatie
- Deze hierboven genoemde criteria moeten minstens tweemaal per week voor drie maanden voorkomen
- Zelf-perceptie is grotendeels beïnvloed door lichaamsgewicht en -beeld
- De stoornis komt niet alleen voor als een episode binnen anorexia nervosa
Oorzaken
- Persoonlijke factoren, als lage zelf-perceptie en lichaambeeld
- Traumatische gebeurtenissen of grote veranderingen
- Culturele en sociale druk (schoonheidsideaal, opmerkingen van anderen)
Gevolgen
- Gewichtstoename
- Last van de maag en darmen
- Last van de slokdarm
- Opgezette lymfeklieren
- Duizeligheid, gevoel van zwakte
- Slecht gebit
- Amenorroe
- Lagere hartslag
- Constipatie door laxatieven
- Zweertjes aan en rond de mond
- Hogere mortaliteit (kans op hartstilstand)
Behandeling
Een van de belangrijkste onderdelen in de behandeling van boulimia is het doorbreken van de cirkel. Er moet worden gestopt met de compensatie en dit leidt vaak al tot het stoppen van de eetbui, omdat het niet langer mogelijk is om te compenseren. De angst om dan aan te komen kan al genoeg zijn om de eetbuien door te zetten. Vaak wordt het door de patiënten wel als zeer eng ervaren om opeens te moeten stoppen met die compensatie, want wat als er toch een eetbui voorkomt... Toch is dit de beste manier om het gestoorde gedrag tegen te gaan.
Daarnaast wordt er ook gewerkt aan het verkrijgen en behouden van normale eetpatronen en omgaan met emoties.
Herkenning
- Braakgeur
- Gebruik van laxatieven en dergelijke na het eten
- Naar de wc gaan na het eten
- Erg veel sporten
- Littekens op de rug van de hand
- Opgezette, rode ogen
- Aangetaste tanden
Eetbuistoornis
Bij de eetbuistoornis is, vergelijkbaar met boulimia, sprake van periode waarin in een relatief korte tijd een grote hoeveelheid eten wordt geconsumeerd. In tegenstelling tot bij boulimia nervosa volgt er echter geen compensatie, waardoor een gewichtstoename meestal het gevolg is. De eetbuien vinden plaats op momenten dat de persoon alleen is, om schaamte te voorkomen. Na de eetbui ontstaan vaak gevoelens van schuld, walging en zelfhaat.
Ook bij de eetbuistoornis is sprake van een cyclus van gedragingen: negatieve gevoelens leiden tot eetbuien welke weer leiden tot negatieve gevoelens, et cetera. Eten wordt gezien als een manier om van de negatieve gevoelens af te komen, maar als dit al zo werkt, dan is dit slechts tijdelijk. Er wordt (zelfs) doorgegeten als iemand al vol zit; het hongergevoel werkt dan ook vaak niet echt meer.
Symptomen
- Herhalende perioden met eetbuien, waarbij (1) een grote hoeveelheid eten in een relatief korte periode wordt geconsumeerd, welke door de meeste andere mensen als groter dan normaal zou worden beschouwd, (2) een gevoel van controleverlies wordt ervaren
- Geen compensatiegedrag
Oorzaken
- Abnormaliteiten van de hypothalamus, waardoor gevoelens van honger en vol zijn niet meer goed te onderscheiden zijn en geen goede signalen meer doorgegeven worden
- Druk uit sociale en culturele omgeving (bijvoorbeeld opmerkingen van anderen)
- Moeite in omgang van emoties (moeite met bewustzijn ervan)
- Persoonlijke factoren, als laag zelfbeeld, eenzaamheid, onzekerheid
Gevolgen
- Overgewicht (de meeste andere gevolgen hebben te maken met overgewicht)
- Diabetes type II
- Hoog cholesterol, hoge bloeddruk
- Risico op hartziektes
- Kans op bepaalde vormen van kanker
- Slaapapnoe
- Problemen met darmen
Behandeling
In de
behandeling van een eetbuistoornis moet veelal gewerkt worden aan het bewustmaken van emoties en het beter identificeren en omgaan ervan/ermee. Een normaal eetpatroon moet worden aangewend met eten op regelmatige tijd, zodat eetbuien zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Er moet ook worden gezocht naar andere manieren om om te gaan met stress, bijvoorbeeld door te sporten (wat ook weer goed is tegen de eetbuien). Verleidingen moeten worden vermeden, bijvoorbeeld door het eetbuivoedsel niet meer in huis te halen.
In behandeling wordt ook vaak een eetdagboek bijgehouden om meer bewust te worden van wat er gegeten wordt. Dit remt al vaak af. Ook wordt er veelal cognitieve gedragstherapie voorgesteld om te werken aan de disfunctionele gedachten en gedragingen en daarnaast tegen de eetbuien in te gaan.
Andere vormen, naast cognitieve gedragstherapie, zijn interpersoonlijke psychotherapie en dialectische gedragstherapie, oftewel emotie regulatie therapie.
Eetstoornis Niet Anderszins Omschreven (NAO)
Dit gaat over mensen die kenmerken hebben van een eetstoornis, maar niet aan alle criteria voldoen. Het lijkt dus op anorexia of boulimia, maar valt niet onder een specifieke diagnose. Symptomen, oorzaken en behandeling zijn vergelijkbaar met de hierboven genoemde stoornissen, afhankelijk van waar de stoornis het meest weg van heeft.
Orthorexia nervosa
Orthorexia nervosa is een redelijke nieuw ontwikkelde term die gaat over de beperking van eten tot voedsel dat als gezond wordt ervaren. Iemand met deze stoornis eet alleen voedsel dat voordelig voor de gezondheid zou zijn. Dit gaat zo ver dat het werk, de studie en sociale contacten van de persoon eronder lijden, of dat het leidt tot ondervoeding en fysieke ziekten.
Symptomen
- Obsessie met gezond voedsel (als een obsessief-compulsieve stoornis), maar dit kan ook zijn als gevolg van uithongering
- Specifieke gevoelens ten opzichte van verschillende soorten voedsel
Echte criteria voor de stoornis is nog niet bekend, omdat het ook nog maar een redelijk nieuw concept is en bovendien nog sterk bekritiseerd wordt.
Oorzaken
- Nog geen biologische oorzaak gevonden
- Behoefte aan controle (waarschijnlijk)
- Gewoonten binnen een gezin, economische problemen, recente ziektes, horen over ongezond voedsel (mogelijk)
Gevolgen
- Mogelijk gewichtsverlies
- Onvoldoende voedingsstoffen, of afwezigheid van bepaalde voedingsstoffen
Behandeling
Hierover is nog weinig bekend.
Stoornis van Pica
Dit is een stoornis die voorkomt bij jonge kinderen. Kinderen hebben soms de neiging om zand in hun mond te stoppen, maar bij kinderen met de stoornis van Pica komt dit regelmatig voor. Niet alleen zand, maar allerlei andere materialen die geen voedsel zijn, worden door hen in de mond gestopt en geconsumeerd.
Pica is afgeleid van de ekster (Pica pica). Vaak wordt klei, kalk, zand en dergelijke gegeten. Er bestaan allerlei subcategorieën, gekarakteriseerd door het soort materiaal dat wordt gegeten (bijvoorbeeld "urophagia" bij urine, "pagophagia" bij ijs, "xyolophagia" bij hout en papier). Naast kinderen komt het ook voor bij vrouwen, vaak bij zwangere vrouwen.
Symptomen
- Persistent eten van niet-voedzame voorwerpen voor minstens één maand
- Het eten van deze voorwerpen is ongepast voor het niveau van ontwikkeling
- Het is niet voorkomend binnen de cultuur (niet normaal in de cultuur)
- Het is geen onderdeel van een andere stoornis (bijvoorbeeld schizofrenie)
Oorzaken
Het komt veel voor bij kinderen met anemie (bloedarmoede) en kinderen die alleen zijn gelaten, dus als een soort vervanging voor gevoelens van eenzaamheid en deprivatie. Verder is vooral erg veel onduidelijkheid over de oorzaken.
Er wordt ook een link gelegd met de
obsessief-compulsieve stoornis.
Gevolgen
- Intoxicatie (bijvoorbeeld door inname van lood)
- Infecties
- Tekorten aan ijzer en andere voedingsstoffen
Behandeling
Afhankelijk van de individu kan worden gewerkt aan psychosociale aspecten of de omgeving, of wordt het gezin begeleiding geboden. Er wordt gekeken naar tekortkomingen in de voeding. Vaak werken SSRI's ook goed, maar bij voorkeur wordt niet zomaar medicatie verschaft.
Omdat pica veelal gerelateerd is aan eenzaamheid, moet erop worden gelet niet te veel aandacht te geven aan het gedrag. Iemand met pica kan het eten van vreemde materialen namelijk zien als een manier om aandacht te krijgen van een ander. Door dit juist niet te doen, zal het ook gemakkelijker zijn het gedrag af te leren, omdat het niet langer meer wordt beloond (met de aandacht).
Verder worden er veel gedragstherapieën toegepast, met ook hier beloning (positieve reinforcement) van goed gedrag en aversietherapie om de materialen onaantrekkelijker te maken.