Fantoompijn komt waarschijnlijk uit het brein
Wanneer een ledemaat, arm of been is geamputeerd, is er 50 a 80 procent kans op fantoompijn. Fantoom is een ander woord voor spook en duidt op pijn van een lichaamsdeel dat er niet meer is. Al in de negentiende eeuw werd het fenomeen bekend onder de naam fantoompijn. Sinds circa twintig jaar krijgen internationale wetenschappers een beetje inzicht in de oorzaak. Toch zijn er ook nog veel vragen en is er nog altijd geen goede behandeling.
De eerste die het woord fantoompijn gebruikte was de chirurg Silas Weir Mitchell die tijdens de bloedige Amerikaanse Burgeroorlog gewonde soldaten behandelde. Hij onderzocht soldaten die een arm of been waren kwijtgeraakt en hij beschreef dat velen leden aan pijn aan hun geamputeerde lichaamdeel. Ze voelden vaak hun arm of been nog, alsof het er nog zat. Bovendien voelden ze in de meeste gevallen ook pijn aan het ontbrekende lichaamsdeel. Hij beschreef de pijn als ‘messteken’, ‘ brandende en knagende pijn’ en ‘alsof er een touw strak om je ledemaat gebonden is’.
Therapieën tegen fantoompijn
Tot op heden is er nog steeds geen goede eenduidige behandeling tegen fantoompijn. Artsen proberen verschillende therapieën uit, net zolang tot er een werkt. Zo krijgen patiënten allerlei soorten pijnstillers, soms anti-depressiva of zelfs anti-epileptica. Een enkele keer kiest de arts ervoor een zenuw door te snijden. Ook zijn er therapieën die zich met name richten op ons brein. Vanaf circa de eeuwwisseling experimenteert men met spiegels, inbeelding en subtiele aanrakingen. Deze aanpak gaat ervan uit dat de pijn voortkomt uit de hersenen.
Drie therapieën
Spiegeltherapie
De patient stelt een spiegel zodanig op dat het lichaam 'heel' lijkt. Door verschillende oefeningen te doen met het echte lichaamsdeel en het fantoomdeel (in de spiegel), worden resultaten behaald.
Deze therapie is redelijk standaard maar kent ook critici. Zij geven aan dat de pijn soms erger wordt.
Sensory discrimination training
Gedurende twee weken oefenen patiënten intensief met verschillende prikkelingen in de stomp. Dit kan ook met electronische prikkels. Deze therapie vermindert aantoonbaar de pijn.
Ingebeelde bewegingen
Onder begeleiding doen patiënten ‘bewegingen’ met hun fantoomarm of been. Patiënten ervaren deze bewegingen vaak als heel realistisch. Uit studies blijkt dat ook deze therapie werkt.
Brein
De onder wetenschappers inmiddels gangbare gedachte is dat het deel van het brein dat de beweging en het gevoel van een arm of been regelt, na een amputatie ‘werkloos’ raakt. Dat deel van de hersenen krijgt dan een andere functie. Die verandering gaat gepaard met pijn, fantoompijn. Dit verschijnsel is in 1991 ontdekt en heet ‘maladaptieve plasticiteit’.
Si-cortex
Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de tastzin (aanrakingen voelen en pijn), bevindt zich in de hersenschors. Dit deel van de hersenschors heet de primaire sometosensorische cortex, oftewel de si-cortex. Deze cortex is bandvormig en bevindt zich om het brein. Wanneer je een diadeem zou opzetten, ligt de si-cortex daaronder. In deze band heeft elk lichaamsdeel een eigen plek. Zo zit het onderdeel van de benen rond de kruin. Armen, handen en hoofd bevinden zich verder naar buiten. Opvallend is ook dat de vingers, tong en lippen, de gevoeligste lichaamsdelen, de meeste plaats innemen. Deze indeling van de si-cortex per lichaamsdeel ligt min of meer vast. Min of meer, want uit onderzoek is inmiddels gebleken dat wanneer een lichaamsdeel geamputeerd is, het plekje van dit lichaamsdeel op de si-cortex verschuift en een andere taak op zich neemt.
Verschuiving in het brein
Onderzoek uit 1995 wees uit dat er een connectie bestaat tussen de verschuiving op de si-cortex en fantoompijn. Sterker nog, hoe groter de verschuiving, des te groter de pijn. Aan de andere kant bleek dat wanneer de pijn afnam, de indeling van de hersenen weer normaal werd. Prothesen en therapieën kunnen ervoor zorgen dat de pijn vermindert waardoor de oorzaak van de pijn, de verschuiving op de si-cortex, ook herstelt.
Beschadigde zenuwen
Naast de verschuivingen in de si-cortex zien wetenschappers mogelijk ook een andere oorzaak van fantoompijn: de beschadigde zenuwen in de nog aanwezige stomp. Door een amputatie ontstaan zenuwbundels die abnormaal actief worden en gaan vuren. Wetenschappers nemen aan dat de eerste pijn wordt veroorzaakt door deze zenuwbundels maar dat later de hersenschors, de si-cortex de pijn overneemt. Een mooie theorie maar het is nog niet wetenschappelijk bewezen. Wel zijn er dus aanwijzingen.
Vraagteken
Alle onderzoek ten spijt is er nog steeds heel veel niet duidelijk rondom het fenomeen fantoompijn. Er zijn wel correlaties gevonden tussen verschuivingen in de si-cortex, zenuwbundels en pijn, maar de exacte oorzaak van fantoompijn vormt nog een groot vraagteken. Wordt vervolgd.
© 2013 - 2024 Lierop69, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- NRC Handelsblad, 13 juli 2013