Kaakontwrichting en behandeling
Een kaakontwrichting wordt ook wel kaakluxatie genoemd en is het ontwrichten van het kaakgewricht. Het treedt op wanneer de mond erg ver wordt geopend. Het gevolg is pijn en het niet meer kunnen sluiten van de mond. Bij sommige mensen komt dit regelmatig voor of bestaat hier een grotere kans op. Vaak is het gewricht met de hand terug te zetten, soms is een operatie noodzakelijk.
Het kaakgewricht
Het kaakgewricht zorgt ervoor dat de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak kan bewegen. De bovenkaak kan zelf niet bewegen omdat deze vast zit aan de schedelbasis. Alleen de onderkaak kunnen we dus bewegen. Door deze beweging is het mogelijk om te kauwen, praten, geeuwen en andere bewegingen te maken. Mensen kunnen niet alleen een op-en neergaande beweging maken met de kaak zoals de meeste dieren, maar ook een zijdelingse beweging. Dit is een vrij unieke beweging. Het kaakgewricht bestaat uit een kop en een kom die bij een gesloten mond in elkaar zitten. De kop blijft in de kom zitten wanneer de mond een klein beetje geopend wordt. Wanneer de mond verder geopend wordt dan schuift de kop naar voren toe. Zelf is dit goed te voelen door de vinger voor het oor te leggen en de mond te openen. Je voelt dan duidelijk de kop naar voren schuiven. Het kaakgewricht is een belangrijk gewricht omdat het ons mogelijk maakt kauwbewegingen te maken, te praten en mimiek te uiten.
Kaakontwrichting
Ieder gewricht kan ontwrichten: dit wil zeggen dat het gewricht als het ware uit elkaar valt of los wordt gekoppeld. Vaak is een ongeval hiervan de oorzaak. Bij een kaakontwrichting schieten de gewrichtskopjes uit hun gewrichtskom en komen terecht vóór de gewrichtsknobbels van het slaapbeen. Omdat het kaakgewricht tweezijdig werkt zien we vaak ook een ontwrichting aan beiden zijden dus zowel links als rechts. Doordat de gewrichtskopjes naar voren en dus uit de kom schieten blijven ze daar vastzitten, ze kunnen dus niet meer terug de kom in. Een kaakontwrichting kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen, er is vaak wel duidelijk verschil in oorzaak. Zo zal slijtage van het gewricht vaker voorkomen bij ouderen dan bij kinderen. Het is niet altijd te voorspellen wie een kaakontwrichting zal meemaken en wie niet, alleen bij een kleine groep mensen is te voorspellen dat deze een hoger risico lopen.
Oorzaak
Een kaakontwrichting gebeurt niet zomaar vanzelf. Vaak zien we oorzaken als een ondiepe gewrichtskom waardoor de kop er makkelijk uitschiet. Ook te slappe kaakgewrichtsbanden is een oorzaak. Bij
hypermobiliteit komt dit vaker voor. Daarnaast is een verhoogde spierspanning of gespannen spieren als gevolg van bijvoorbeeld stress als oorzaak te noemen. Artrose komt voornamelijk bij ouderen voor en heeft als gevolg dat het kraakbeen van het gewricht slijt. Ook een verwonding kan een kaakontwrichting veroorzaken. Verkalking en verstijving van het kaakgewricht gaat soms ook hieraan vooraf. Vaak ontstaat een ontwrichting bij het ver openen van de mond, geeuwen of tijdens braken. Bij hypermobiliteit kan een kaakontwrichting spontaan ontstaan. Bij deze groep mensen komt een ontwrichting ook vaker voor en niet alleen aan de kaak maar ook vaak aan andere gewrichten.
Symptomen
Een kaakontwrichting veroorzaakt vaak veel pijn. Het is onmogelijk om de mond helemaal te sluiten. Vaak is het ook niet mogelijk om de kaak te bewegen dus de mond te openen of te sluiten. We zien de mond vaak wat open hangen. Een kaakontwrichting zal nooit uit zichzelf genezen. Hulp is dus wel nodig. Het is daarom belangrijk om niet rond te blijven lopen met een ontwrichte kaak. Bovendien kan een ontwrichte kaak voor problemen zorgen zoals kauwen, praten en slikken.
Behandeling
Met een ontwrichte kaak mag niet gegeten of gedronken worden omdat de kans op verslikken aanwezig is. Repositie van de kaak is nodig: het kaakgewricht wordt hierbij weer in zijn normale positie terug gebracht. Dit mag nooit door iemand gedaan worden die hier geen verstand van heeft. Een arts of specialist is hiervoor de aangewezen persoon. Vaak kan dit met de hand gedaan worden. Dit kan pijnlijk zijn; daarom wordt er vaak eerst een verdoving toegediend. Na repositie is het nodig de kaak te stabiliseren. De eerste paar weken moet zeer voorzichtig omgegaan worden met het kaakgewricht. De mond mag niet te ver geopend worden. Soms is een operatie noodzakelijk. Een operatie wordt ook toegepast wanneer een kaakontwrichting vaker voorkomt, bijvoorbeeld als gevolg van slijtage of hypermobiliteit. De operatie is er dan op gericht om in de toekomst een kaakontwrichting te voorkomen.