Hypermobiliteitssyndroom
Het hypermobiliteitssyndroom komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en is een ziekte waarbij de gewrichten te soepel zijn geworden. Hierdoor kunnen gewrichten overstrekt worden en schieten ze soms uit de kom. Vaak zijn er vooral pijnklachten aan de spieren en oververmoeidheid. Hoe ontstaat deze ziekte en wat is de behandeling?
Wat is het hypermobiliteitssyndroom?
Bij het hypermobiliteitssyndroom wordt men hypermobiel: de gewrichten worden te beweeglijk. Hierdoor kan een gewricht uit de kom schieten, ook wel ontwrichting genaamd. Vaak ontstaat dit aan de schouder, maar ook bij de vingers komt een ontwrichting het vaakst voor. Veel patiënten met hypermobiliteitssyndroom ervaren dagelijkse pijnklachten.
Oorzaak
Het hypermobiliteitssyndroom ontstaat niet zomaar. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen. Ook mensen van Aziatische afkomst krijgen er eerder mee te maken. Soms komt het hypermobiliteitssyndroom vaker voor binnen één familie en kan daarmee erfelijk bepaald zijn. Vaak wordt er geen directe oorzaak gevonden. Bij het hypermobiliteitssyndroom zijn de gewrichtsbanden te slap. Deze banden moeten het gewricht normaal gesproken goed op zijn plaats houden. De spieren moeten de taak van de banden overnemen en het gewricht op hun plaats zien te houden.
Pijnklachten en andere symptomen
Veel patiënten ervaren pijnklachten. De spieren zijn sneller overbelast en vermoeidheid treedt dan ook sneller op. Simpele huishoudelijke klusjes kunnen soms al teveel zijn, en worden vaak afgestraft met pijn. Dit is vaak voelbaar als een spierpijn die gepaard gaat met krampen. Dit kan in aanvallen voorkomen. Vaak zijn er periodes dat er geen pijnklachten zijn, afgewisseld met ernstige pijn. Lopen kan pijn aan de enkels en knieën geven. Huishoudelijke werkzaamheden voornamelijk aan de vingers en handen. De rug kan ook pijnlijk gaan worden, vooral laag in de rug. Nekpijn kan ook optreden door een veranderde stand van de wervelkolom.
Een andere klacht is het uit de kom schieten van een gewricht, meestal de schouder of een van de vingerkootjes. Doordat de gewrichtsbanden te slap zijn, schiet een gewricht makkelijker uit de kom. Het uit de kom schieten geeft ernstige pijnklachten en een vreemde stand van het gewricht. Ook de knie schiet vaak sneller uit de kom. Daarnaast kunnen er klachten optreden die sterk doen denken aan bekkeninstabiliteit zoals die ook veelal door een zwagerschap kan ontstaan. Sommige mensen kunnen het gewricht in een onnatuurlijke stand buigen. Zo zie je bij mensen met het hypermobiliteitssyndroom dat ze de duim vaak ver naar achteren kunnen buigen of de duim naar de pols kunnen buigen. Verder kunnen ellebogen en knieën overtrekt worden. Het kraken van de gewrichten is ook een bekend symptoom. Ook kunnen de gewrichten ontstoken raken. Sommige mensen ervaren helemaal geen klachten of slechts vage klachten die niet thuis te brengen zijn.
Behandeling
De meeste mensen moeten leren leven met het hypermobiliteitssyndroom. Werk of huishoudelijke taken moet gedoseerd uitgevoerd worden. Omdat de spieren de gewrichten op hun plaats moeten houden, zijn ze sneller vermoeid. Hier moet rekening mee gehouden worden. Bepaalde sporten zij te belastend voor mensen met het hypermobiliteitssyndroom. Hardlopen, atletiek, springen en andere sporten waarbij er veel van de gewrichten wordt gevraagd zijn niet aan te raden. Bepaalde sporten als dansen zijn juist weer prettig voor mensen met het hypermobiliteitssyndroom vanwege de grote beweeglijkheid. Toch moet ook hier opgelet worden dat er niet teveel van de spieren gevraagd wordt.
Door middel van fysiotherapie kunnen de spieren versterkt worden, waardoor ze meer belasting aankunnen. Dit is in alle gevallen van het hypermobiliteitssyndroom wel aan te raden. Het probleem met het hypermobiliteitssyndroom is dat gewrichten vaak onverwacht uit de kom schieten, met als gevolg dat er een behandeling in het ziekenhuis nodig is. Ook kunnen botten scheef groeien met een operatie als gevolg. Sommigen hebben baat bij het dragen van een brace waarbij het gewricht niet te ver opklapt of overstrekt raakt. Aangepaste schoenzolen kunnen knieklachten verhelpen.
Pijnstillers worden soms voorgeschreven bij ernstige pijnklachten. Bij ontstoken gewrichten worden onstekingsremmers voorgeschreven. Andere behandeling zijn niet mogelijk: de ziekte is niet te genezen met medicijnen of een operatie. Behandeling bestaat dan ook voornamelijk uit het bestrijden van de klachten. Veel mensen kunnen redelijk goed leven met het hypermobiliteitssyndroom. Jonge kinderen leren er sneller mee omgaan dan ouderen. Bij jonge kinderen kunnen er wel eerder groeiafwijkingen ontstaan die verholpen moeten worden door een arts.
Lees verder