Speeksel sproeien tijdens het gapen
Gaapt men, dan is men moe of heeft men trek aan eten! Bij het gapen trekt men de mond ver open, waarbij de tong verheven staat. Door toedoen van spiertjes neemt de spanning om kliertjes in de mondbodem, kaak en nek toe, waardoor veel speeksel vrijkomt. Houdt men de mond onbedekt, dan kan het tot het sproeien van speeksel leiden. Wat houdt speeksel sproeien tijdens het gapen in en waarom is het verstandig om de mond tijdens het gapen te bedekken?
Speeksel sproeien
Moe zijn en gapen
Na veel inspanningen of na een lange dag wordt de mens moe en kan gaan gapen. Het gapen is een teken, dat we vermoeid zijn. Het lichaam wenst meer rust te krijgen, waardoor de slaperigheid toeneemt. Daartoe wordt geleidelijk aan minder
orexine afgegeven, zodat de persoon in toenemende mate slaperig wordt. Tijdens het gapen kan het voorkomen dat er een vloeistof vrijkomt, welke soms de mond uitspuit. Vaak overkomt het de persoon, voordat men het in de gaten heeft. Waarom moet men de mond bij het gapen altijd bedekken en hoe wordt het
speeksel sproeien veroorzaakt?
Een ongelukkig moment
Het gapen kan zomaar voorvallen. Denk aan het hebben van een gaap voor de lunch of voor de koffieronde. Oftewel het kan ook tijdens het werk of bij een leuke ontmoeting van toepassing zijn. Indien men dan speeksel gaat sproeien, dan kan het op een zeer ongelukkig moment voorvallen. De vloeistof kan op het werk, toetsenbord, in de koffie of zelfs op broodjes terechtkomen. In sommige gevallen kan het dus ook in het gezicht van een ander worden gesproeid. Om deze pijnlijke onsmakelijke momenten te vermijden, wordt iedereen reeds van jongs af aan opgevoed om tijdens het gapen de mond te bedekken.
Aanmaak van speeksel
In de mond zitten op verschillende plekken speekselkliertjes. De uitgangen daarvan zitten naast de achterste boventanden en onder de tong. De mondbodem is het zachte onderste deel van de mond en bestaat uit weefsels en spieren. Onderdeel daarvan vormen de onderkaakspeekselklier en de ondertongspeekselklier. De onderkaakspeekselklier mondt uit achter de onderste voortanden. Deze zijn herkenbaar als twee naast elkaar gelegen kleine verhogingen, waaruit geregeld vloeistof wordt afgescheiden. De uiteinden van de ondertongspeekselklier eindigen achter deze twee verhogingen in een naar achteren lopende lijn. Oftewel er is sprake van een v-vorm op de mondbodem, alwaar speeksel aan de mond wordt toegevoegd. Met de tong kunt u die v-vormige uitgangen op mondbodem goed voelen.
Verheven stand tong en speeksel sproeien
Moet men gapen dan gaat de mond wagenwijd open. Daarbij komt de tong in een verheven stand te staan, waardoor de mondbodem compleet open staat. Om dat te bereiken worden spieren in de nek,
kaak en mondbodem geactiveerd. Oftewel de spieren rondom de klieren onder de kaaklijn en onder de tong worden tijdelijk extra aangespannen. Daardoor wordt het even dichtgeknepen, waardoor reeds aangemaakte sappen versneld worden afgevoerd. Men krijgt even veel afscheiding uit de
speekselklieren, waardoor de mond wordt bevochtigd. Indien men de mond tijdens het gapen niet afdekt, dan kan het tot speeksel sproeien of spuiten leiden.
Wat te doen?
Aan het sproeien kan weinig worden gedaan. Het is een normale fysieke reactie op het inspannen van spieren tijdens het gapen. Men moet aanleren om altijd de mond met de hand te bedekken, zodat eventueel vrijgekomen speeksel wordt tegengehouden. Het is zeker iets dat men het kind reeds op vroege leeftijd moet bijleren, zodat ongewenste voorvallen worden vermeden. Let wel dat de hand voor de mond houden ook van belang is bij proesten en
niesen, omdat het bacterieverspreiding tegenhoudt.
Lees verder