Wat is orthopedie?
Ziekenhuizen kennen verschillende medische specialismen waarvan orthopedie er een is. Wanneer je problemen hebt met je bewegingsapparaat en steunapparaat ga je naar de orthopeed. Denk maar aan scoliose, standsafwijkingen, botbreuken en artrose. In dit artikel lees je meer over orthopedie.
Wat is orthopedie?
Orthopedie is een term afkomstig uit het oud-Grieks. "Orthos" betekent recht en "paedos" kind en gaat dus om de rechte groei van een kind, en daarmee uiteindelijk van een mens. Bij orthopedie gaat het om het bewegings- en steunapparaat en dan met name afwijkingen en aandoeningen daaraan. Voorbeelden daarvan zijn heupdysplasie, scoliose en botbreuken.
Het bewegingsapparaat
Het bewegingsapparaat bestaat uit alle organen die ervoor zorgen dat de mens kan voortbewegen. Denk hierbij aan het skelet maar ook de spieren die samentrekken en uitrekken om ons te doen bewegen. Het bewegingsapparaat is eigenlijk onder te verdelen in twee categorieën.
- Het passieve bewegingsapparaat: Deze organen bieden steun en maken beweging mogelijk door de gewrichten. Het gaat hierbij over het skelet en de bindweefselkapsels.
- Het actieve bewegingsapparaat: Deze organen veroorzaken beweging door samen te trekken. Hierbij gaat het dus om de skeletspieren.
Wie?
Orthopedie wordt uitgeoefend door de orthopedisch chirurg. Deze wordt ook wel orthopeed of orthopedist genoemd. Dit is dus eigenlijk een specialist op het gebied van botten, pezen en spieren. Wanneer iemand problemen heeft in de beweging zal de orthopeed deze persoon behandelen en begeleiden. Het kan hier dan gaan om een aanpassing in het dagelijks leven evenals een operatieve ingreep.
Welke ziektes en aandoeningen?
De orthopedisch chirurg houdt zich bezig met allerlei afwijkingen van het steun- en bewegingsapparaat. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan
scoliose. Dit is de verkromming van de rug en komt voor bij 4 op de 100 mensen. De verkromming om de as van de wervelkolom kan een bochel veroorzaken. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de S-vormige scoliose en de C-vormige scoliose. De eerste heeft twee bochten, de tweede heeft er één.
Een andere afwijking is
heupdysplasie. Deze heupluxatie of zuigelingenheup is de meest voorkomende aangeboren afwijking in Europa. Het heupgewricht is onvoldoende ontwikkeld doordat het komvormige gedeelte van het bekken (acetabulum of heupkom) nog te plat is. Het bovenste gedeelte van het dijbeen (heupkop of femurkop) wordt daarmee onvoldoende vastgehouden in het acetabulum. Bij een heupluxatie, de meest ernstige vorm van heupdysplasie, bevindt de heupkop zich geheel (of gedeeltelijk) buiten de heupkom.
Ook voor
fracturen ofwel botbreuken gaat men naar de orthopedist. Botbreuken gaan simpelweg over het ontbreken van continuïteit van het bot. Er is een scheur of er zijn volledige stukken gebroken. Botbreuken kunnen ontstaan door een ongeval maar tevens door een herhaalde belasting (bijvoorbeeld bij sporters). Er bestaan verschillende soorten breuklijnen:
- Flexie: Over dwarse lengte van het bot
- Rotatie: Wanneer een deel van het lichaam vastzit en een ander deel nog een draaiende beweging maakt
- Compressie of indrukking: Door een val of indeuken van het bot
- Trekken op ligament/avulsie: Bij het trekken aan een ligament zal eerder het bot afbreken dan het ligament dus ontstaat een botbreuk
Daarnaast kan er sprake zijn van standsafwijkingen en gewrichtsafwijkingen. Bovendien kan slijtage ontstaan waarbij er wordt gesproken van artrose. Er gaat dan meer gewrichtskraakbeen verloren dan dat er aangemaakt wordt. De vloeistof in het gewricht, synovium, wordt ook verminderd en deze vloeistof is nodig voor een soepele beweging van het gewricht. Artrose komt vooral voor in de handen (de PIP- en DIP-gewrichten), knieën, nek, schouders en de heupen.
Welke behandelingen?
De voorkeur gaat natuurlijk uit naar een conservatieve behandeling. Dit zijn behandelingen als het geven van adviezen, een doorverwijzing naar een fysiotherapeut of het voorschrijven van medicijnen. Ook kan iemand een brace toegemeten krijgen.
Daarnaast is het ook mogelijk een operatieve ingreep te ondergaan. Dit gaat vaak om wat meer complexere gevallen of ernstigere zaken. Bij de slijtage van de heup of de knie is advies niet voldoende (alleen pijnverlichting is mogelijk, het is niet te genezen) en wordt bijvoorbeeld een kunstgewricht geplaatst, een prothese of endoprothese genoemd. Een orthese is een uitwendig gedragen hulpmiddel om een standsafwijking te corrigeren. Wanneer een lichaamsdeel werkelijk wordt vervangen gaat het om een prothese. Als een prothese geheel in het lichaam verborgen wordt, noemt men het ook wel een implantaat.
Veelvoorkomende prothesen zijn de armprothese, hand- en voetprothese, de beenprothese, maar ook een gehoorapparaat en een nieuw gebit behoren hiertoe. En veel mensen hebben al wel een prothese, denk maar aan contactlenzen en de bril. Ook steeds vaker hoor je over heupprotheses ofwel een kunstheup. Prothesen gaan niet voor eeuwig mee en moeten wel eens vervangen worden.
Bij onvoldoende of te late behandeling van bepaalde aandoeningen kan bovendien op latere leeftijd vroegtijdige slijtage voorkomen (artrose).