Hokkende vinger, snapping finger
Een hokkende vinger of haperende vinger komt soms spontaan bij baby's voor, maar het meest bij volwassenen. De oorzaak is vaak overbelasting. De peesschede van de vinger is vernauwd, waardoor de pees niet meer goed door de peesschede heen glijdt. Het gevolg is een haperende of hokkende vinger, die pijnlijk aanvoelt bij het buigen en strekken. Dit komt het meest voor aan de duim of de middelvinger. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk, die erop gericht zijn de ontsteking of zwelling in de peesschede weg te nemen.
Wat is een hokkende vinger?
Een hokkende vinger kent verschillende benamingen:
- Tendovaginitis nodosa
- Tendovaginitis stenosans
- Trigger finger
- Snapping finger
- Haperende vinger
Bij deze aandoening bevindt zich op de pees van een vinger een knobbel. De peesschede is vernauwd. De vernauwing verergert door de zwelling, omdat de pees geïrriteerd raakt. De pees kan niet meer goed door de peesschede glijden, waardoor buigen en strekken moeizaam gaat. Een hokkende vinger komt zowel bij volwassenen als bij baby's voor. De oorzaak is wel vaak verschillend.
Oorzaken
Niet altijd is de oorzaak even duidelijk. Vaak zijn het de ringvinger of de duim die aangedaan zijn. Bij baby's komt een hokkende vinger vaak spontaan voor, vooral aan de duim. Bij volwassenen is overbelasting vaak de oorzaak. Dit kan een zware inspanning zijn geweest, of inspanning die normaal niet uitgevoerd wordt. De pees raakt in deze gevallen geïrriteerd. Ook een trauma aan de betreffende vinger kan de oorzaak zijn. Mensen met diabetes (suikerziekte), reuma, jicht en een traag werkende schildklier krijgen vaker te maken met en hokkende vinger. Duidelijk is dat de peesschede vaak ontstoken is, en door zwelling nog meer ontstoken raakt. Het komt vaker voor bij vrouwen in de leeftijd van 45 tot 65 jaar.
Een hokkende vinger komt vaak voor in combinatie met het carpaal tunnelsyndroom. Hierbij is een belangrijke zenuw in de pols bekneld, waardoor er gevoelloosheid en pijn in de hand ontstaat. Ook ontstaat er een verminderde kracht van de hand en een tintelend gevoel. Vaak komt het carpaal tunnelsyndroom tijdens de zwanger voor of aan het begin van de overgang. Een hokkende vinger staat vaak in verband hiermee. In de meeste gevallen komt een hokkende vinger aan één vinger voor, maar kan ook bij meerdere vingers tegelijk ontstaan.
Symptomen
Bij een hokkende vinger kan de pees van de vinger moeilijk door de peesschede. Tijdens het buigen loopt de vinger vast (hokt) en doet pijn. De beweging die dan ontstaat lijkt op een vinger die een trekker van een pistool overhaalt. Vandaar dat ook wel de benaming trigger finger wordt gebruikt.
Vaak ontstaat er als eerste een vreemd gevoel aan de basis van de vinger. Het buigen wordt pijnlijk en er is duidelijk te zien dat de vinger een vreemde beweging maakt. Na verloop van tijd kan het strekken ook pijnlijk worden. Soms is er een zwelling voelbaar. In ernstige gevallen is het niet meer mogelijk om de vinger zelf te strekken, en moet de vinger geholpen worden. De pees is dan vastgelopen.
Behandeling
Vaak wordt er rust van de vinger voorgeschreven, soms in combinatie met ontstekingsremmers. Soms wordt een injectie toegediend. Dit is een ontstekingsremmer. Helaas werkt dit niet blijvend en kan de ontsteking weer terugkeren. De pees kan zo herstellen. Ook een spalk kan helpen, ook wel spalktherapie genoemd. Hierbij wordt een spalk aangebracht waardoor de vinger niet goed gebogen kan worden. Op deze manier krijgt de pees voldoende rust om te herstellen. Wanneer dit niet voldoende helpt, zal de arts een opening in de peesschede maken, over het traject waar de peesknobbel loopt. Hiermee wordt voorkomen dat er opnieuw een zwelling optreedt. De verdikte pees heeft weer ruimte en de hand kan vrij snel weer normaal gebruikt worden.
Na de operatie moet de hand zoveel mogelijk geoefend worden. Dit voorkomt verklevingen. Vijf keer per uur moeten de vingers gebogen en gestrekt worden. De genezing neemt ongeveer zes tot acht weken in beslag. Meestal moet de patiënt na 5 tot 7 dagen langskomen ter controle. Soms is handtherapie nodig. Deze is gericht op revalidatie van de hand na een operatie. De fysiotherapeut zal de patiënt leren hoe de hand het beste gebruikt kan worden en hoe de oefeningen helpen om de hand te versterken. Hierdoor zal de patiënt weer sneller normaal kunnen functioneren.