Triggerfinger of springende vinger: irritatie van de pees
Een "triggerfinger", ook wel springende of knappende vinger genoemd, is een aandoening waarbij een van de vingers met moeite kan buigen of strekken, waarbij dit ook pijn doet. Soms lukt het strekken helemaal niet meer en blijft de vinger gebogen staan. Er is sprake van irritatie van de pees/peesschede. Wat kan hier aan gedaan worden?
Wat is een "triggerfinger"?
Een
"triggerfinger" ofwel "snapping finger" zijn Engelse termen waarmee een aandoening wordt aangeduid die in het Nederlands
"springende vinger" (haperende vinger, knappende vinger, hokkende vinger, knipmesvinger) wordt genoemd. De officiële, medische benaming is
tendovaginitis stenosans of
stenoserende tenosynovitis. Letterlijk betekent dit: peesschedeontsteking met een vernauwing. Bij deze aandoening is er sprake van een irritatie (chronische ontsteking) van de buigpees en/of van de peesschede die zich om deze buigpees van een vinger bevindt. Een soortgelijke aandoening komt voor bij de
duim.
De irritatie veroorzaakt plaatselijk een zwelling in de pees en/of vernauwing van de peesschede. Daardoor past deze ontstoken pees bij het buigen en strekken niet meer in de peesschede. De beweging gaat niet meer soepel: er is enige moeite voor nodig en de pees schiet (zoals bij de trekker -
trigger - van een pistool die overgehaald wordt) als het ware in de peesschede waarbij de vinger weer gestrekt kan worden. Het bewegen van de vinger is pijnlijk, vooral als de vinger blijft hangen. Na verloop van tijd kan de vinger niet meer gestrekt worden en blijft de vinger in gebogen stand, waarin hij kan vergroeien.
Klachten en vaststellen van een triggerfinger
Het beeld van deze aandoening is zo duidelijk als de patiënt zijn klachten beschrijft dat hiermee door de arts de diagnose goed te stellen is. De plek van de pees die ontstoken is kan ook gevoeld worden als een verdikking, die gevoelig is bij aanraking. Deze zwelling ontstaat meestal tussen het eerste gewricht van een vinger en de handpalm aan de binnenkant van de hand. Deze aandoening komt vaker voor bij mensen die reuma, jicht of diabetes (suikerziekte) hebben. Hoe deze aandoening ontstaat is meestal niet duidelijk, overbelasting door zware inspanning kan een rol spelen, of abnormaal gebruik van de hand. De aandoening is vervelend maar onschuldig.
Hoe kan een triggerfinger behandeld worden?
Er zijn verschillende mogelijkheden om een triggerfinger te behandelen:
Fysiotherapie
De behandeling moet ervoor zorgen dat de pees weer zonder pijn vrij kan bewegen in de peesschede. Daarvoor moet de irritatie, de ontsteking dus, verminderd worden. Soms kan fysiotherapie helpen: door
massage van het geïrriteerde gebied of het gebruik van een (nacht)
spalkje.
Injectie
Als fysiotherapie niet helpt is er de mogelijkheid om te behandelen door middel van een ontstekingsremmende stof. Door het toedienen van
corticosteroïden via een injectie in de peesschede kunnen de klachten worden verholpen: dit is een ontstekingsremmer die de ontsteking tot rust kan laten komen, waardoor de pees - na enige rust - weer in de peesschede past en dus weer goed kan bewegen. De eerste dagen na de injectie kunnen de klachten wat erger worden. Het kan drie tot zes weken duren voordat er effect verwacht kan worden van deze behandeling. Eventueel kan de injectie nog herhaald worden.
Operatie
Als dit niet afdoende is, kan er nog
geopereerd worden. Deze operatie gebeurt poliklinisch, door een orthopedisch chirurg en onder plaatselijke verdoving. Hierbij wordt er een klein sneetje (1,5 tot 2 cm) in de peesschede gemaakt - dit wordt
klieven genoemd - in de lengterichting, waarbij meer ruimte ontstaat voor de verdikte pees. De huid wordt hierna gehecht en er komt een verband omheen. Deze operatie duurt ongeveer een kwartier. Nadat het verband er de volgende dat af mag moet direct oefeningen gedaan worden met buigen en strekken om de peesschede open te houden.
Zoals bij elke operatie is er altijd een kans op infectie of een nabloeding. Er kan wat napijn optreden die moet afnemen in de dagen erna, waar eventueel paracetamol voor kan worden genomen. Na ongeveer een week worden de hechtingen verwijderd. De vinger kan aan de binnenkant tijdelijk wat doof of prikkelend aanvoelen. Dit komt omdat een kleine zenuwtak door de ingreep wat minder goed werkt, wat zich weer herstelt in de weken erna.
In zeldzame gevallen kan als complicatie posttraumatische
dystrofie ontstaan. Hierbij is er pijn, zwelling, stijfheid en wisselende verkleuring van de huid. Als dit het geval is moet er zo snel mogelijk behandeld worden.