Vetembolie, vetemboliesyndroom
Vetembolie is een vorm van embolie waarbij niet bloedpropjes maar vetpropjes zorgen voor afsluiting van de aderen. Bij vetembolie schieten vetpropjes vanuit het beenmerg de kleine aderen in. Als gevolg hiervan kan er longembolie of hartembolie ontstaan. Een herseninfarct of hartinfarct kan het ernstige en dodelijke gevolg zijn. Vetembolie treedt in de meeste gevallen op na een beenbreuk (botbreuk). Vaak is dit aan het bovenbeen of het bekken. Behandeling is noodzakelijk, omdat vetembolie levensbedreigend kan zijn.
Wat is embolie?
Met embolie wordt bedoeld: de afsluiting van een ader. Dit kan een gewone ader of een slagader zijn. Er zijn verschillende soorten embolie, waarvan trombo-embolie en vetembolie de meest voorkomende zijn. Daarnaast kennen we ook nog de longembolie, waarbij de bloedvaten in de long(en) zijn afgesloten. Bij 1 op de 1.000 personen komt longembolie voor. Longembolie is vaak een gevolg van vetembolie, maar vetembolie is niet altijd de veroorzaker voor longembolie.
Gevolgen van een embolie
Een embolie gaat niet zonder gevolgen gepaard. Doordat één of meerder aders of slagaders afgesloten raakt krijgen belangrijke organen geen bloedtoevoer meer. Hierdoor ontstaat er onder andere zuurstoftekort en weefsel-of orgaansterfte. Wanneer dit bijvoorbeeld in de hersens gebeurt, spreken we van een herseninfarct. Zo kennen we ook het
hartinfarct en het longinfarct.
Infarct = het afsterven van weefsel. In de meeste gevallen gaat het bij een embolie uit een losgeraakte bloedprop, afkomstig vanuit een beenader of bekkenader. Vaak gaat hier trombose aan vooraf: het ontstaan van bloedstolsel op de plaatsen, waar het ongewenst is.
Vetembolie
Bij vetembolie raken de kleine bloedvaten verstopt doordat vetpropjes uit het beenmerg schieten. Het beenmerg bevindt zich in het midden van de beenderen (botten) en bestaat uit een rode sponsachtige stof. Vanuit het beenmerg worden rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes aangemaakt. Beenmerg vinden we vooral terug in de ribben, de ruggenwervels, het bekken en het borstbeen.
Ontstaan van vetembolie
Vetembolie wordt ook wel het vetemboliesyndroom (VES of FES) genoemd. Het ontstaat vaak na een beenbreuk (meestal het bovenbeen) of een breuk van het bekken. Vaak gaat het om een breuk aan de lange pijpbeenderen. Bij de meeste patiënten met een beenbreuk (botbreuk) wordt circulerend beenmergvet aangetroffen. Waarom de een wel vetembolie krijgt en de ander niet, is niet precies aan te tonen. Een gesloten botbreuk verhoogt mogelijk het risico. Een gesloten beenbreuk kenmerkt zich door een intacte (onbeschadigde) huid. Ook een aanwezige ontsteking verhoogt mogelijk het risico. Ook overgewicht speelt een waarschijnlijke rol. Voeding kan een rol spelen, alsmede ook het gebruik van bepaalde medicijnen. Het inbrengen van een pen bij een botbreuk verhoogt ook het risico op vetembolie.
Het principe van vetembolie moet als volgt worden gezien: bij een beenbreuk of bij het plaatsen van een pen wordt beenmerg gekneusd. Dit beenmerg bevat vet. Het vet kan in propjes losschieten en zo de aderen bereiken. In dit geval spreken we van vetembolie. In 80 tot 90 procent van de gevallen is een beenbreuk de oorzaak van vetembolie.
Symptomen
Bij vetmebolie is de druk in de mergholte toegenomen. Als gevolg hiervan schieten vetpropjes de bloedvaten in. Vaak is dit naar de longen toe, waardoor we spreken van een longembolie. Bij een longembolie zijn de symptomen:
- Hoesten
- Versnelde hartslag
- Kortademigheid
- Duizeligheid
- Pijn
- Hartfalen
Ook kunnen de vetpropjes andere bloedvaten afsluiten, waardoor bijvoorbeeld een hartembolie ontstaat. Er zal als gevolg van een embolie altijd ischemie (verminderde bloedtoevoer) ontstaan, en in ernstige gevallen een infarct (afsterven van weefsel). Losgeschoten vetpropjes bereiken in de meeste gevallen de longen, maar ook de hersenen, het hart en de lever kunnen bereikt worden.
Behandeling
Vetembolie is aan te tonen middels bloedonderzoek, een ECG (elektrocardiogram, hartfilmpje), een EEG (Elektro-encefalografie, hersenscan), MRI (magnetic resonance imaging) of röntgenonderzoek. Vaak zal er zuurstof toegediend moeten worden. In minder ernstige gevallen kan de embolie behandeld worden met medicijnen. In ernstige gevallen is een operatie noodzakelijk, waarbij een bypass wordt aangelegd. Een bypass is een omleiding van de bloedvaten. Bij een bypass blijft de vernauwing of afsluiting aanwezig, maar wordt een stuk ader om de vernauwing heen gelegd.
Bekende coureur overleden door vetembolie
Ronnie Peterson was een bekende Zweedse autocoureur die in 1978 stierf. Hij crashte tijdens een race. Beiden benen waren gebroken, waarbij hij in totaal 20 beenbreuken opliep. Hij werd geopereerd, maar in diezelfde nacht schoten vetpropjes vanuit het beenmerg de bloedbaan in. De vetpropjes bereikte zijn lever, zijn longen en zijn hersenen. Er trad weefselsterfte (infarct) op. De volgende ochtend werd hij dood verklaard.