Syndroom van Von Hippel-Lindau (VHL)
Ongeveer 2 tot 3 op de 100.000 mensen lijden aan de zeldzame ziekte Von Hippel-Lindau (VHL), ook wel het syndroom van Von Hippel-Lindau genoemd. VHL ontstaat door een genetische mutatie in het VHL-tumorsuppressorgen op chromosoom 3 (3p25-26). Personen met deze aangeboren autosomaal dominante erfelijke aandoening hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van tumoren, die doorgaans goedaardig zijn maar soms ook kwaadaardig kunnen worden, op verschillende plaatsen in het lichaam.
Epidemiologie van VHL
In België zijn er ongeveer 250 mensen met VHL, terwijl in Nederland naar schatting 400 mensen deze aandoening hebben. Het syndroom komt evenveel voor bij mannen als vrouwen en vertoont geen significant verschil tussen verschillende etnische groepen en nationaliteiten.
Oorzaken van Von Hippel-Lindau (VHL)
Von Hippel-Lindau (VHL) is een genetische aandoening die wordt veroorzaakt door een mutatie in het VHL-tumorsuppressorgen. Deze mutatie bevindt zich op chromosoom 3 (3p25-26). De hoofdoorzaken van VHL zijn als volgt:
Genetische mutatie
VHL ontstaat door een defect in het VHL-gen, dat normaal gesproken betrokken is bij het reguleren van celgroei en het onderdrukken van tumorvorming. De mutatie in dit gen leidt tot een verlies van functie, waardoor ongecontroleerde celgroei en tumorontwikkeling mogelijk wordt.
Autosomale dominante overerving
VHL is een autosomaal dominante aandoening, wat betekent dat een mutatie in één van de twee kopieën van het VHL-gen voldoende is om de ziekte te veroorzaken. Als een ouder het gemuteerde gen draagt, is er een 50% kans dat elk kind het gemuteerde gen erft.
Spontane mutaties (de novo mutaties)
In ongeveer 20% van de gevallen ontstaat de genetische mutatie spontaan in de vroege ontwikkeling van het embryo. Deze spontane mutaties kunnen vervolgens worden doorgegeven aan de volgende generatie, ondanks dat ze niet in de familie aanwezig waren.
Familiaire overdracht
In veel gevallen wordt VHL overgedragen van ouder op kind volgens de autosomaal dominante erfelijkheidspatronen. Dit betekent dat individuen met een familielid met VHL een verhoogd risico hebben om de aandoening te ontwikkelen.
Risicofactoren voor Von Hippel-Lindau (VHL)
De risicofactoren voor het ontwikkelen van Von Hippel-Lindau (VHL) zijn voornamelijk genetisch van aard en omvatten:
Familiaire geschiedenis
Personen met een familielid dat lijdt aan VHL hebben een verhoogd risico om zelf ook de aandoening te ontwikkelen. VHL wordt autosomaal dominant overgedragen, dus een genetische mutatie in één van de ouders kan leiden tot het ontwikkelen van de ziekte bij hun kinderen.
Genetische mutatie
Het bezit van een genetische mutatie in het VHL-gen is de belangrijkste risicofactor voor VHL. Deze mutatie zorgt ervoor dat het gen zijn functie als tumorsuppressorgen verliest, wat leidt tot de ontwikkeling van tumoren en cysten.
Spontane mutaties
Ongeveer 20% van de gevallen van VHL ontstaan door spontane mutaties die niet in de familie aanwezig waren. Deze spontane mutaties kunnen ook leiden tot de ontwikkeling van VHL, hoewel er geen eerdere familiegeschiedenis van de aandoening is.
Leeftijd
Hoewel VHL kan worden gediagnosticeerd op elke leeftijd, komen symptomen vaak tot uiting tussen het twintigste en veertigste levensjaar. Een vroegtijdige diagnose kan het risico op ernstige complicaties verminderen.
Geslacht en ethniciteit
Er zijn geen significante verschillen in de prevalentie van VHL op basis van geslacht of etniciteit. Het syndroom komt in gelijke mate voor bij mannen en vrouwen en beïnvloedt mensen van verschillende etnische groepen gelijkelijk.
Symptomen van het syndroom van Von Hippel-Lindau
VHL kan zich op verschillende manieren uiten, afhankelijk van de locatie en het type tumoren die ontstaan. Niet alle patiënten vertonen alle symptomen, en de presentatie kan variëren van persoon tot persoon en van familie tot familie. De symptomen ontstaan meestal tussen de twintig en veertig jaar, maar kunnen ook op jongere leeftijd verschijnen. Tegen de tijd dat patiënten zestig jaar oud zijn, hebben de meesten ten minste één tumor gehad.
Hemangioblastomen
Hemangioblastomen zijn goedaardige tumoren van de bloedvaten die kunnen ontstaan in de hersenen, het netvlies (retina) van de ogen, en het ruggenmerg. Symptomen kunnen zijn:
- Hersenen: Hoofdpijn, misselijkheid, braken, en problemen met motorische functies.
- Netvlies: Verslechtering van het gezichtsvermogen, netvliesloslatingen, glaucoom, en stuwingspapil (zwelling van de oogzenuw door verhoogde intracraniale druk); in ernstige gevallen kan blindheid optreden.
- Ruggenmerg: Verminderde kracht in de armen en benen, en mogelijk andere neurologische symptomen.
Gezwellen en cysten
Naast hemangioblastomen kunnen er ook goedaardige
cysten (abnormaal gevormde blaasvormige holten) en gezwellen ontstaan. Deze kunnen echter in sommige gevallen kwaadaardig zijn. Ze kunnen zich bevinden in:
- Bijballen: Meestal goedaardige tumoren.
- Bijnieren: Cysten of tumoren zoals een feochromocytoom, wat kan leiden tot hartkloppingen, hoge bloeddruk (hypertensie), en hoofdpijn.
- Botten, huid, lever, longen, milt: Waar tumoren of cysten kunnen voorkomen.
- Nieren: Niercysten zijn vaak goedaardig, maar kwaadaardige tumoren komen ook voor.
- Binnenoor: Problemen zoals duizeligheid, gehoorverlies, en/of oorsuizen (ook bekend als tinnitus aurium); vaak aan beide zijden.
- Pancreas (alvleesklier): Tumoren kunnen symptomen zoals buikpijn en geelzucht veroorzaken.
- Vlies tussen eierstokken en baarmoeder: Tumoren kunnen hier ook voorkomen.
Een uitgebreide uitleg van de symptomen van VHL is te vinden op de website
Kanker.nl.
Kanker
Kanker kan ook optreden bij VHL-patiënten. De belangrijkste kankersoorten zijn:
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van Von Hippel-Lindau wordt gesteld op basis van symptomen, bloed- en urineonderzoek,
MRI-scans, en
echografie. Een bevestigende diagnose kan worden verkregen door DNA-onderzoek.
Erfelijkheid en genetische raadpleging
VHL is een autosomaal dominante aandoening. Dit betekent dat als één ouder het gen heeft, elk kind een 50% kans heeft om het afwijkende gen te erven. In ongeveer 20% van de gevallen ontstaat de mutatie spontaan (de novo mutatie). Na een klinische diagnose en bevestiging door DNA-onderzoek ontvangen patiënten en hun families informatie over erfelijkheid en het belang van vroegtijdige detectie van symptomen.
Predictieve test en screenings
Een predictieve test kan worden uitgevoerd bij symptoomloze familieleden vanaf ongeveer vijfjarige leeftijd. Een
bloedtest kan aangeven of iemand het afwijkende gen draagt. Als de test negatief is, zijn geen verdere medische opvolgingsonderzoeken nodig. Als iemand het gen draagt, zijn regelmatige screenings noodzakelijk om vroegtijdige symptomen te detecteren en te behandelen.
Behandeling
VHL is niet te genezen, maar tumoren en cysten kunnen vaak worden beheerd met:
- Chirurgische verwijdering: Tumoren worden vaak operatief verwijderd.
- Radiotherapie: Kan nodig zijn voor bepaalde tumoren.
- Ooglaserbehandeling: Voor gezwellen in de ogen.
- Multidisciplinaire zorg: Behandeling gebeurt vaak in gespecialiseerde klinische genetische centra of poliklinieken voor familiale tumoren
.
Mortaliteit en levensverwachting
Preventieve controles zijn essentieel voor het verhogen van de levensverwachting van VHL-patiënten. De belangrijkste doodsoorzaken zijn
hersentumoren en nierkanker. Regelmatige screenings helpen bij het vroegtijdig opsporen en behandelen van symptomen, wat de levensverwachting aanzienlijk kan verbeteren.
Belangenvereniging en ondersteuning
Patiënten met VHL kunnen contact opnemen met de
Belangenvereniging VHL, een vereniging die ondersteuning biedt en de belangen van mensen met VHL behartigt. De vereniging biedt informatie, een contactblad, en bevordert contact tussen patiënten en hun families. De website bevat uitgebreide informatie over de aandoening, erfelijkheid en de psychosociale impact van VHL.
Regelmatige screeningsonderzoeken zijn van levensbelang bij patiënten met Von Hippel-Lindau.