Clioquinol: suspensie of zalf met antimicrobiële werking
Clioquinol is een antiprotozoïcum met activiteit tegen amoeben zoals Entamoeba histolytica en Dientamoeba fragilis. Daarnaast heeft het antimycotisch en antibacteriële werking tegen enkele micro-organismen. Het is in de jaren dertig op de markt gekomen. Momenteel wordt het nog beperkt gebruikt tegen parasitaire darminfecties veroorzaakt door Entamoeba histolytica, of als topisch antimycotisch middel.
Inhoud
Indicaties en beschikbaarheid
Clioquinol, een 8-hydroxyquinoline analoog, is verkrijgbaar als topisch middel in een preparaat met corticosteroïden. Dit kan worden gebruikt als behandeling tegen otitis media externa veroorzaakt door schimmels. Ook is het in orale vorm verkrijgbaar. Deze clioquinol suspensie kan worden gebruikt voor de behandeling van parasitaire darminfecties zoals de amoeben
Dientamoebe fragilis of
Entamoeba histolytica. Er wordt een maximale cumulatieve dosering van 10 gram geadviseerd.
Werking
Het precieze antimicrobiële mechanisme van clioquinol is niet bekend.
Bijwerkingen
Soms komen maag- en darmklachten voor bij gebruik van clioquinol. Bij inname kan er een groene verkleuring van de tong ontstaan, evenals groene ontlasting en urine. Een zeer zeldzame bijwerking is aantasting van het zenuwstelsel. Plotse blijvende buikpijn, tintelingen en doof gevoel in de extremiteiten of gezichtsverlies zijn aanwijzingen voor deze bijwerkingen.
S.M.O.N.
Clioquinol wordt gerelateerd aan een neurologisch beeld dat in de jaren 60 optrad. Subacute myelo-optico-neuropathy zoals dit syndroom werd genoemd, kwam voornamelijk voor in Japan. Bij dit syndroom was er sprake van gezichtsverlies, spierzwakte, ongevoeligheid en tintelingen in de onderste extremiteiten. Er is echter geen direct bewijs dat clioquinol de veroorzaker was van het syndroom, alleen indirect bewijs. Meerdere gegevens pleiten hier echter tegen.
S.M.O.N. (SMON) kwam vrijwel alleen voor in Japan (10.000 gevallen) en in de rest van de wereld zijn maar enkele gevallen (iets meer dan 200) geregistreerd, terwijl clioquinol in sommige landen buiten Japan nog veel meer werd gebruikt.
25% met S.M.O.N. had nooit clioquinol gebruikt. Clioquinol was al in 1930 geïntroduceerd en pas vanaf de jaren 60 traden de eerste gevallen van S.M.O.N. op.
Mogelijke verklaring
Uit muisstudies is gebleken dat clioquinol de concentratie van vitamine B12 bij muizen met al vitamine B12 deficiëntie verder verlaagt. Vermoed wordt is dat er in Japan in de jaren 60 al een relatieve vitamine B12 deficiëntie in de bevolking was en dit in combinatie met clioquinol leidde tot de vele gevallen in Japan. Bij de meeste studies met clioquinol wordt daarom vitamine B12 gesupplementeerd.
Recent onderzoek
Clioquinol is onderzocht als middel voor de behandeling en preventie van de ziekte van Alzheimer. Clioquinol heeft de eigenschap ijzer, zink en koper te kunnen binden, die mogelijk een rol spelen in het ontstaan van Alzheimer plaques. Ook werkt het mogelijk tegen de ziekte van Huntington. Vanaf 2008 wordt het onderzoek voortgezet met een tweede generatie 8-hydroxyquinoline analoog dat veel op clioquinol lijkt. Clioquinol lijkt verder cytotoxische eigenschappen te hebben en wordt onderzocht voor de behandeling van onder andere hematologische kanker.