Wat is een whiplash en wat kun je er tegen doen?
Een whiplash wordt veroorzaakt door een verrekking van de nekspier. Het betekent letterlijk 'zweepslag'. Een whiplash gebeurt meestal na het gevolg van een ongeluk, bijvoorbeeld een auto ongeluk. De gevolgen na een whiplash kunnen erg vervelend zijn en kunnen nog lang aanhouden. Voor sommigen kunnen het zelfs chronische klachten worden.
Hoe ontstaat een whiplash en wat zijn de klachten?
Whiplash is een versnellings-vertragings mechanisme, dat een schok doorgeeft aan de nek. In de meeste gevallen ontstaat een whiplash door een aanrijding van achteren met de auto, maar je kunt bijvoorbeeld ook een whiplash krijgen door een ongelukkige duik in het water. Door de kracht van de botsing en/of duik wordt het hoofd krachtig naar voren en weer naar achteren geslingerd.
De klachten die je krijgt bij een whiplash zijn vaak vervelend:
- Hoofdpijn: Door de klap is hoofdpijn het eerste symptoom bij een whiplash.
- Pijn en stijfheid in de nek: Het meest logische symptoom bij een whiplash. Door de klap kan de nek erg stijf zijn.
- Problemen met licht en geluid: Deze prikkels kunnen je teveel worden door de druk die je voelt in je hoofd.
- Duizeligheid: Omdat je hersens ook een klap te verduren hebben gehad kun je last hebben van duizeligheid.
- Concentratieproblemen: Bijvoorbeeld niet goed een gesprek kunnen volgen of je niet kunnen focussen op een film.
- Pijn in arm/schouder: De pijn kan uitstralen naar je armen en schouders.
- Vergeetachtigheid: Door de klap kan je een hersenschudding hebben opgelopen waardoor je wat vergeetachtig bent.
- Depressieverschijnselen: Deze klacht komt niet heel vaak voor, maar door een whiplash ben je toch afhankelijker geworden en ben je (meestal) de eerste paar weken in de ziektewet. Hier kunnen sommige mensen niet goed mee omgaan, waardoor ze wat depressieverschijnselen kunnen krijgen.
De gevolgen van een whiplash
Bij de meeste mensen met een whiplash verdwijnen de klachten binnen een half jaar. Houden de klachten langer dan zes maanden aan dan spreekt men van een 'late whiplash syndroom'. Dit syndroom wordt ook wel eens anders benoemd, namelijk het 'posttraumatisch syndroom'. Dit houdt in dat als de patiënt na zes maanden nog steeds ernstige klachten heeft zich een chronisch ziektebeeld heeft ontwikkeld. Dit komt bij ongeveer 10 tot 15 procent van de patiënten voor.
Het late whiplash syndroom kan worden behandeld, de behandeling is in deze fase vooral om te leren omgaan met de beperkingen en de problemen bij een whiplash:
- Zenuwen blokkeren: Het is mogelijk om zenuwen te laten blokkeren door een chirurgische of elektrische ingreep, zodat de pijn minder wordt.
- Fysiotherapie: Leren omgaan met je eigen grenzen. De therapeut let goed op wanneer de patiënt pijn heeft en wanneer het wat beter gaat, zodat er bepaalde houdingen kunnen worden aangeleerd.
Bij de meeste mensen met een whiplash zijn er periodes dat het wat beter gaat, en periodes dat het weer wat minder gaat. In de eerste paar weken is het geen probleem om pijnstillers te gebruiken. En het is verstandig om te blijven bewegen!
Wat kun je doen tegen de klachten
Als er een whiplash is geconstateerd wordt je nek goed onderzocht. De arts kan dan het beste bepalen welke behandeling nodig is.
De eerste paar weken is het verstandig genoeg rust te nemen, maar blijven bewegen is ook belangrijk. Als het na een à twee weken beter gaat kun je beginnen om wat oefeningen te doen met je nek. Omdat je spieren door het regelmatig bewegen niet stijf worden zal het herstel voorspoediger gaan. Bewegen en sommige houdingen zijn belangrijk om te doen bij een whiplash:
- Rechtop zitten: Probeer elke keer goed rechtop te gaan zitten en laat je hoofd niet hangen.
- Van houding wisselen: Wissel om de 15/20 minuten van houding. Zo hebben je nekspieren ook weer een andere houding.
- Nek om de een à twee uur bewegen: Beweeg je nek om de een à twee uur, zonder dat het pijn gaat doen. Probeer om beurten links en rechts over je schouder te kijken. Probeer dit ook door links en rechts onder je oksel te kijken. Herhaal dit een paar keer.
- Een nekkraag: In sommige gevallen is een zachte nekkraag aanbevolen. Dit is tevens een hulpmiddel om zoveel mogelijk actief te blijven met je nek.
Merk je dat na een paar oefeningen de klachten verergeren, stop er dan even mee en probeer het de volgende dag weer rustig op te pakken. Het verschilt per persoon hoe je nek reageert op de oefeningen, maar het is verstandig om naar je lichaam te luisteren. Wordt het te pijnlijk, stop dan en neem ook je rust!
Je kunt natuurlijk ook een fysiotherapeut inschakelen die je helpt bij wat oefeningen. Een fysiotherapeut leert je spieren weer op de juiste manier te gebruiken, en maakt je spieren los zodat je weer wat meer kan ontspannen.