Longfunctieonderzoek, de werkwijze
Benauwdheid, hoesten, moeite met ademhalen of andere problemen met de ademhaling kunnen duiden op een aandoening van de longen. Het kan hier gaan om astma, copd, longkanker, longoedeem of een andere ziekte of aandoening. Vaak heeft de arts de oorzaak al vrij snel gevonden. Wanneer dit niet het geval is zal er een longfunctieonderzoek gestart worden. Hierbij wordt bekeken in hoeverre de longen goed functioneren. Zo wordt bekeken hoe de uitwisseling van gassen tussen lucht en bloed is, hoe groot de longinhoud is en de longcirculatie. Er zijn diverse testen die dit mogelijk maken. Een spirometer is een bekend voorbeeld hiervan. Deze kan ook bij de huisarts uitgevoerd worden. Soms is het nodig om het onderzoek in het ziekenhuis te laten doen.
Wat is een longfunctieonderzoek?
Bij dit onderzoek wordt de functie van de longen bekeken. Zo wordt de ventilatie of ademhaling gemeten, de longcirculatie en de uitwisseling van gassen tussen lucht en bloed.
Waarom dit onderzoek laten doen?
Er zijn verschillende longziektes en aandoeningen die goed behandeld kunnen worden. Maar ook zijn er afwijkingen of ziektes die moeilijk tot niet behandeld kunnen worden. Een goede longfunctie is van belang: het zorgt ervoor dat er voldoende zuurstof in ons lichaam komt. Zonder zuurstof kunnen wij niet leven. Alle weefsels en organen hebben zuurstof nodig om te kunnen functioneren. Zuurstoftekort zorgt ervoor dat er weefselschade of weefselsterfte ontstaat.
Tijdens een longfunctieonderzoek wordt er vooral bekeken wat de reden is van de verminderde longfunctie. Belangrijke oorzaken zijn bijvoorbeeld astma of COPD. Maar ook longkanker kan ervoor zorgen dat de longen niet goed meer werken. Andere aandoeningen van de longen zijn onder andere longembolie, longinfarct,
longoedeem,
longontsteking, asbestose, emfyseem en tuberculose. Niet iedere aandoening hoeft gecontroleerd te worden door middel van een longfunctieonderzoek. Soms zijn de symptomen zonder dit onderzoek ook al duidelijk genoeg om een diagnose te stellen.
Wat is de werkwijze?
Er zijn verschillende onderdelen van het onderzoek. Niet iedereen krijgt dezelfde onderzoeken. Dit hangt af van de mate waarop de klachten optreden en in hoeverre het voor de arts duidelijk wordt wat de oorzaak is. De spirometer is een apparaat waarmee de ventilatie of ademhaling gemeten kan worden. De patiënt moet flink blazen in dit apparaat. Het volume van de uitgeademde lucht kan op deze manier gemeten worden. Dit zegt wat over de longinhoud. Een kleinere longinhoud duidt op een longaandoening. De een-seconde-waarde is een methode waarbij bekeken wordt hoeveel lucht er in één seconde uitgeademd kan worden.
Bij de ademkrachttest wordt er tegen een dichte klep aan geblazen. Hierbij wordt bekeken hoe krachtig de ademhalingsspieren zijn. Ook kan de elasticiteit van de longen gemeten worden. Dit is voor sommigen een vervelend onderzoek, omdat er een slangetje via de neus de slokdarm wordt ingeschoven. Vervolgens moet de patiënt krachtig adem halen.
Het bodybox-onderzoek is een onderzoek waarbij bekeken wordt in hoeverre iemand in staat is om adem te halen. Adem halen moet normaal geen moeite kosten. In een kleine dichte ruimte wordt de weerstand van de luchtwegen gemeten. Hierbij wordt in een mondstuk geblazen. Soms wordt het onderzoek herhaald na het toedienen van een luchtwegverwijdend medicijn. Dit is soms nodig om te bekijken of het ademhalen dan beter gaat.
Het afnemen van bloed is soms nodig om te bepalen wat het zuurstofgehalte in het bloed is. Ook kan een diffusie-meting gedaan worden. Hierbij wordt gemeten hoe snel de ingeademde zuurstof in het bloed terecht komt. Hiervoor wordt er in een mondstuk geblazen. Er wordt diep ingeademd en deze adem wordt tien tellen vastgehouden. Vervolgens wordt er in het mondstuk uitgeademd.
Een inspanningstest is bij velen wel bekend. Er wordt op een loopband gerend waarbij alleen een mondademhaling wordt toegepast. De neus wordt daarvoor met een knijpertje dicht gehouden. Dit onderzoek wordt uitgevoerde bij een vermoeden op inspanningsastma.
Voor deze onderzoeken is het vaak nodig om gedurende 48 uur voorafgaande aan het onderzoek geen medicijnen meer in te nemen die de luchtwegen verwijden. Dit kan de resultaten namelijk negatief beïnvloeden. Tijdens de onderzoeken dient de arts soms wel een luchtwegverwijder toe. Dit is nodig om te bekijken of de longen beter gaan functioneren met dit medicijn. Maar daarvoor moet de test altijd eerst zonder medicijnen uitgevoerd worden. Er moet immers vergelijkingsmateriaal zijn. De arts bespreekt de resultaten met de patiënt. Daarna zal bekeken worden welke behandeling zinvol is.
Kan het bij de huisarts worden uitgevoerd?
Sommige onderzoeken kunnen door de huisarts uitgevoerd worden. Vrijwel iedere praktijk is in het bezit van een spirometer. Hiermee kan de longinhoud gemeten worden. Maar wanneer er aanvullend onderzoek nodig is volgt er vaak een doorverwijzing naar het ziekenhuis. Hier zijn alle apparatuur voorhanden en kunnen er meerdere onderzoeken gelijktijdig uitgevoerd worden. De resultaten van het onderzoek worden wel altijd doorgestuurd naar de huisarts. Een longfunctieonderzoek valt onder de ziektekostenverzekering.
Hoe lang duurt het?
Een longfunctieonderzoek duurt bij de meeste mensen een half uur tot maximaal drie kwartier. Maar soms kan het wel twee tot drie uur in beslag nemen. Dit is vooral zo bij kinderen en bij mensen waarvan niet duidelijk is wat de onderliggende oorzaak is. In dit geval duurt het onderzoek veel langer. Soms moeten er ook pauzes tussen de testen ingelast worden. In een aantal gevallen worden de testen niet op één dag afgenomen maar in twee tot drie keer. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer aanvullend onderzoek nodig is, de uitslag niet zuiver was of de patiënt zelf het onderzoek niet (meer) aankan.