Droge verdrinking en late verdrinking
We onderscheiden de natte verdrinking, de droge verdrinking en de late verdrinking. De natte verdrinking kennen de meeste mensen wel: het slachtoffer komt onder water terecht en krijgt water in de longen. Dit leidt uiteindelijk tot de dood wanneer de redding niet nabij is. Droge verdrinking treedt op doordat het strottenklepje de luchtpijp afsluit. Zo kan er geen water in de longen terecht komen, maar ontstaat er wel een zuurstoftekort. Late verdrinking kan tot 48 uur na het verdrinkingsongeval ontstaan. Maar zelfs bij een onschuldige slok water in de longen kan er al late verdrinking optreden. De symptomen herkennen kan een leven redden.
Wat is verdrinking?
Verdrinking is de dood die optreedt wanneer een slachtoffer te lang in water ondergedompeld is. Hierdoor treedt de dood door verstikking op. In Nederland overlijden ruim 20 tot 40 kinderen per jaar aan de gevolgen van verdrinking. Het zijn vooral jongetjes en met name tussen de 2 en 4 jaar oud. Bij peuters is dit goed voor 10 procent van alle doodsoorzaken. Van alle verdrinkingsslachtoffers is ruim een-derde jonger dan 10 jaar.
In de meeste gevallen verdrinken kinderen in een vijver of bij water rondom het huis. In andere gevallen gaat het om open water waar kinderen spelen. In een klein aantal gevallen vindt verdrinking plaats in een openbaar zwembad of thuis in bad.
Jaarlijks overlijden ruim 400 (jong)volwassenen in Nederland door verdrinking. Ruim de helft wordt veroorzaakt door zelfdoding. In Rusland sterven twee keer zoveel mensen aan verdrinking dan in Nederland. In Australië verdrinken minder mensen dan in Nederland. Het aantal mensen dat bijna verdrinkt is veel groter. Ruim 87 procent van alle verdrinkingsongevallen loopt uiteindelijk goed af.
Waarom treedt de dood in?
Vissen halen hun zuurstof uit het water, mensen en andere zoogdieren uit de lucht. Hiervoor hebben wij longen. Deze filteren de zuurstof uit de ingeademde lucht en geven de zuurstof af aan het bloed. Wanneer er water in de longen terechtkomt kunnen de longen de ingeademde zuurstof niet meer goed afgeven aan het bloed. Ook kunnen de stembanden dusdanig gaan verkrampen dat zuurstof de longen niet meer kan bereiken. Door een daling van het zuurstofgehalte in het bloed treedt bewusteloosheid op. Wanneer het slachtoffer onafgebroken onder water verblijft, zal na ongeveer vijf minuten de dood optreden.
Wat is droge verdrinking?
We hebben eerder al de cijfers met betrekking tot verdrinking bekeken. Belangrijk om te weten is dat verdrinkingsongevallen veel voorkomen, maar in ongeveer 87 procent van de gevallen goed afloopt. Jaarlijks sterven er in Nederland bijna 500 mensen aan verdrinking. Jaarlijks vinden er 2.000 tot 3.000 ongevallen plaats waarbij het slachtoffer verdrinkt of bijna verdrinkt.
Bij droge verdrinking sluit het strottenklepje de longen af. Dit is een overlevingsmechanisme van het lichaam zelf, er kan nu immers geen vocht de longen inlopen. Wel zal er vocht de maag inlopen.
Kan je dood gaan door droge verdrinking?
Ja, ook hier kan het slachtoffer dood aan gaan. Het lijkt mooi, de longen worden afgesloten en er kan geen water de longen inlopen. Maar zolang het slachtoffer onder water blijft, kan er dus ook geen zuurstof de longen in. Uiteindelijk sterven de hersenen als gevolg van zuurstofgebrek.
Wanneer de drenkeling gered is zal mond-op-mondbeademing toegepast moeten worden. Het maakt hierbij niet uit of het om een natte of droge verdrinking gaat. Bij een natte verdrinking zal er vocht uit de longen lopen bij reanimatie. Bij een droge verdrinking kan het slachtoffer overgeven, waarbij water uit de maag loopt. Maar ook bij een droge verdrinking moeten de longen weer opengaan, zodat er lucht (en zuurstof) naar binnen kan.
Late verdrinking
Droge verdrinking wordt ook wel eens verward met late verdrinking. Een late verdrinking kan een tot enkele uren na een verdrinkingsongeval plaatsvinden. Soms is er zelfs helemaal geen sprake van een echte verdrinking en heeft het slachtoffer per ongeluk water in de longen gekregen. Het slachtoffer ging dan even kopje onder maar wist zelf weer boven te komen.
Een late verdrinking treedt op wanneer er water in de longen terecht is gekomen. Dit kan een grote hoeveelheid zijn, maar ook een klein slokje water in de longen is al voldoende om voor late verdrinking te zorgen. Late verdrinking wordt ook wel secondary drowning genoemd.
De longblaasjes raken beschadigd door de aanwezigheid van vocht in de longen. Hierdoor ontstaat er een ontstekingsreactie. De longblaasjes vallen samen waardoor er minder goed zuurstof kan worden opgenomen. Hierdoor ontstaat er benauwdheid. Vaak begint het met vermoeidheid, vooral bij kinderen. Ouders denken dan dat het kind moe is van het zwemmen of van het ongeval. Het kind kan anders gedrag vertonen dat veroorzaakt wordt door een zuurstoftekort in de hersenen.
De benauwdheid gaat later gepaard met een schuimende ademhaling. Dit wordt veroorzaakt door het vrijkomen van eiwitten. Er komt wit schuim vrij bij het ophoesten. Dit kan ook roze zijn, het schuim is dan vermengd met bloed. Ook is er vaak sprake van kramp in de keel. Zonder directe behandeling zal het slachtoffer overlijden als gevolg van zuurstofgebrek.
Naar de arts
Bij een bijna-verdrinking moet het slachtoffer altijd door een arts worden gezien, ook wanneer deze bij kennis is en zelf adem kan halen. Vocht en vuil in de longen kan voor een ontsteking voor beschadiging zorgen. Wanneer een kind (of volwassene) water binnen heeft gekregen tijdens het zwemmen of spelen in het water en vertoont na enkele uren benauwdheid, dan is het raadzaam om direct een arts te waarschuwen. Een late verdrinking kan tot 48 uur na het binnen krijgen van water ontstaan. Bovendien hoeft er geen sprake te zijn van een 'echt' ongeval om water in de longen te krijgen. Ga bij alle overige gevallen van twijfel ook langs een arts.