EHBO bij verdrinking: Uit het water redden en reanimeren
Verdrinking gebeurt snel bij een ongeval bij bijvoorbeeld patiënten die de zwemkunsten nog niet goed beheersen, maar ook bij patiënten die plots ziek worden in het water. Bij verdrinking is snelle hulp nodig om het leven van de patiënt te redden. Het is belangrijk om de patiënt zo snel mogelijk op een veilige manier op het droge te krijgen en hem dan zo nodig te reanimeren of hem in een stabiele zijligging te plaatsen. Doorgaans kost reanimatie bij drenkelingen veel tijd. De kans op succes stijgt wel naarmate het water kouder is, tenzij onderkoeling, die ook optreedt bij verdrinking, onomkeerbare complicaties veroorzaakt en hierdoor de dood optreedt. Een drenkeling heeft steevast professionele medische opvolging door de arts nodig in verband met de kans op latere complicaties, ook wanneer hij na de redding reeds of kort daarna weer bij bewustzijn is.
Epidemiologie
Verdrinking kan overal gebeuren, maar is vooral een risico in wateromgevingen zoals zwembaden, meren, rivieren en de zee. Wereldwijd behoren verdrinkingsincidenten tot de belangrijkste oorzaken van ongevallen en sterfte bij kinderen en jonge volwassenen. In Nederland is verdrinking een belangrijke oorzaak van ongevallen bij kinderen onder de vijf jaar. Verdrinking komt ook vaak voor bij volwassenen die zwemmen in onbewaakte wateren of onder invloed van alcohol. De frequentie van verdrinkingen varieert per seizoen, met een piek in de zomermaanden wanneer veel mensen naar buiten gaan en deelnemen aan wateractiviteiten.
Soorten: Droge en natte verdrinking
Droge verdrinking
Bij droge verdrinking blijft de stemspleet aanvankelijk gesloten, waardoor er geen water in de longen terechtkomt. De patiënt doet echter veel moeite om boven water te blijven, wat leidt tot een verhoogd zuurstofverbruik. Door het tekort aan zuurstof kan bewustzijnsverlies optreden. Uiteindelijk kan de stemspleet openen, waardoor water alsnog in de longen komt. Droge verdrinking kan snel leiden tot ernstige ademhalingsproblemen en vereist onmiddellijke medische aandacht.
Natte verdrinking
Bij natte verdrinking blijft de stemspleet open, waardoor water in de luchtwegen en longen terechtkomt. Dit leidt tot een onmiddellijke verstoring van de zuurstofaanvoer, wat kan resulteren in ernstige ademhalingsproblemen en een verstoring van de gaswisseling in de longen. Natte verdrinking vereist eveneens onmiddellijke medische interventie om de zuurstofvoorziening te herstellen en complicaties te voorkomen.
Oorzaken
Verdrinking gebeurt bij bijvoorbeeld mensen die nog niet goed kunnen
zwemmen. Ook een trauma veroorzaakt mogelijk verdrinking. Zo
duiken soms patiënten in ondiep, troebel water. Af en toe krijgt een patiënt in het water plots een
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de
hersenen met mentale en lichamelijke symptomen), een
hartinfarct, een
epileptische aanval, een syncope (
flauwvallen) of anders is hij in het water snel uitgeput. Hierdoor dringt dan plots water binnen in de mond- of neusholte. Deze medische aandoeningen komen tot stand door bijvoorbeeld een temperatuurverandering, een
allergische reactie door contact met planten of zeedieren, …
Risicofactoren
Enkele risicofactoren voor verdrinking zijn:
- Onvoldoende zwemvaardigheden, vooral bij jonge kinderen
- Onoplettendheid of afleiding tijdens het zwemmen
- Gebruik van alcohol of drugs
- Ongecontroleerde toegang tot water, zoals in open wateren zonder toezicht
- Medische aandoeningen die leiden tot plotseling verlies van bewustzijn
Symptomen
De patiënt blijft maar net boven water. Soms drijft het hoofd naar beneden, wat vooral bij kinderen of kleuters het geval is. Een patiënt die uit het water gered is, heeft meestal een blauwe of
bleke huidskleur met vlekken. De ademhaling is hoorbaar of anders afwezig. Verder is de patiënt niet in staat om te spreken.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen bij verdrinking zijn:
- Slechte of geen ademhaling
- Bewusteloosheid of verlaagd bewustzijnsniveau
- Cyanose (blauwe verkleuring van de huid, vooral rond de lippen en vingers)
- Herhaaldelijk hoesten of braken
- Abnormale ademhalingsgeluiden
Diagnose en onderzoeken
Bij de diagnose van verdrinking kijkt men naar de symptomen en de omstandigheden van het ongeval. Onderzoeken kunnen bestaan uit:
- Klinisch onderzoek om de ernst van de verdrinking en mogelijke verwondingen vast te stellen
- Bloedonderzoek om zuurstof- en elektrolytenbalans te controleren
- Beeldvorming zoals een thoraxfoto om longschade te beoordelen
- Continue monitoring van vitale functies, zoals ademhaling en hartslag
Behandeling
De behandeling van verdrinking omvat:
- Verwijderen van de patiënt uit het water en zorgen voor een veilige omgeving
- Controleren van de ademhaling en uitvoeren van reanimatie indien nodig
- Behandelen van eventuele onderkoeling door geleidelijk opwarmen van de patiënt
- Toepassen van zuurstoftherapie indien de zuurstofsaturatie laag is
- Monitoren en behandelen van eventuele bijkomende verwondingen of complicaties
Eerste hulp bij verdrinking: Uit het water redden en reanimeren
Uit het water redden
De hulpverlener zoekt meteen een badmeester of strandredder indien deze in de buurt is. Indien dit niet zo is, vraagt hij iemand om de hulpdiensten te bellen, en anders doet hij dat zelf. Vooreerst verplaatst de hulpverlener de patiënt door hem uit het water te halen. Wanneer een patiënt nog bij bewustzijn is, gooit de hulpverlener de patiënt een drijvend voorwerp toe, zoals een dikke tak, een reserve-autowiel, een plank, …
Daarna neemt hij een touw of een staak om de drenkeling mee op de kant te helpen. Wanneer een patiënt nog erg jong is of
bewusteloos is, moet de hulpverlener zelf het water in om de patiënt te redden uit het water. Hij doet hiervoor wel eerst zware kledingstukken uit zoals de schoenen en een jas. Indien mogelijk benadert de hulpverlener de patiënt langs achter, zodat de drenkeling zich niet aan de hulpverlener vastklampt. Het is bij de redding belangrijk om de ademweg van een patiënt open te houden door het hoofd lager dan de borst te houden wanneer de hulpverlener de patiënt naar het droge verplaatst. Dit doet hij door de patiënt op de rug te draaien, het hoofd boven water te houden en dat dan achterover te strekken. Lukt het uit het water halen niet wanneer de hulpverlener reeds bij de patiënt is, dan mag hij mond-op-mondbeademing uitvoeren. Reanimatie in het water heeft echter geen zin. Mogelijk heeft de patiënt een sterke kaakkramp (
trismus) waardoor het moeilijk is om de mond te openen. De hulpverlener past dan de mond-op-neusbeademing toe.
Ademhaling controleren
Aan de kant controleert de hulpverlener de ademhaling van de patiënt. Hij legt het oor naast de mond en neus van de patiënt. De patiënt ademt wanneer hij nog het gevoel van lucht op de wang voelt. De hulpverlener kijkt ook of de borst van de patiënt nog beweegt.
Patiënt ademt nog
Een patiënt die nog wel ademt, legt de hulpverlener in een stabiele zijligging. Dit houdt de ademwegen open zodat braaksel, water of
speeksel de mond kan verlaten. De patiënt blijft op de zijkant liggen, want mogelijk verslechtert de toestand door water in de longen. De hulpverlener haalt al het materiaal uit de mond zoals kroos of vuil.
Patiënt ademt niet meer
Indien de patiënt niet ademt, controleert de hulpverlener de polsslag van de patiënt gedurende tien seconden. Indien de patiënt geen polsslag vertoont, start hij de reanimatie. Hij plaatst de patiënt hiervoor voorzichtig op de rug. Hij reanimeert de patiënt tot hij weer zelfstandig ademt of tot de hulpdiensten gearriveerd zijn. Wanneer de patiënt bijkomt, kalmeert de patiënt hem, zodat hij geen bijkomende verwondingen oploopt.
Geleidelijk opwarmen
De hulpverlener zorgt ervoor dat de patiënt geleidelijk opwarmt door dekens of handdoeken onder en op de drenkeling te leggen en natte kledij te verwijderen. Dit is vooral nuttig wanneer de patiënt in koud water heeft vertoefd.
Prognose
De prognose bij verdrinking hangt af van verschillende factoren:
- De duur van de onderdompeling
- De temperatuur van het water
- De snelheid van reanimatie en medische behandeling
- De aanwezigheid van bijkomende verwondingen of medische aandoeningen
De kans op herstel is groter bij een snelle en effectieve behandeling. Echter, zelfs na een ogenschijnlijk succesvol herstel kunnen er lange termijn gevolgen zijn, zoals ademhalingsproblemen of cognitieve stoornissen.
Complicaties
Mogelijke complicaties van verdrinking zijn:
- Longontsteking door aspiratie van water of verontreinigingen
- Acute respiratoire distress syndroom (ARDS)
- Langdurige ademhalingsproblemen
- Onderkoeling en hypothermie
- Neurologische schade door zuurstoftekort
Preventie
Om verdrinking te voorkomen kunnen de volgende maatregelen worden genomen:
- Zorg voor toezicht tijdens wateractiviteiten, vooral bij kinderen
- Leer zwemmen vanaf jonge leeftijd
- Vermijd alcoholgebruik tijdens het zwemmen
- Installeer hekken en andere veiligheidsvoorzieningen rond zwembaden en andere waterbronnen
- Zorg voor kennis van eerste hulp en reanimatie
Lees verder