Chediak-Higashi-syndroom: Albinisme met leukocytendefect
Het Chediak-Higashi-syndroom is een zeldzame multisystemische genetische aandoening waarbij een patiënt een verminderd immuunsysteem heeft, lijdt aan hypopigmentatie van de huid, ogen en het haar, en daarnaast komen bloedstollingsproblemen voor. Een waaier van bijkomende symptomen zijn mogelijk. Het syndroom werd voor het eerst beschreven door de Cubaanse arts en serologist Alejandro Moisés Chediak en de Japanse kinderarts Otokata Higashi.
Synoniemen Chediak-Higashi-syndroom
De gebruikte synoniemen voor het Chediak-Higashi-syndroom zijn:
- Begnez-Cesar Syndroom
- Chediak-Steinbrinck-Higashi syndroom
- Leukocytische Anomalie Albinisme
- Natural Killer lymfocyten, Defect in
- Oculocutaan albinisme met leukocytendefect
- Oculocutaan Albinisme, Chediak Higashi-Type
"CHS" vormt de afkorting van de ziekte.
Epidemiologie aandoening
Het Chediak-Higashi-syndroom is een zeldzame aandoening. In de medische literatuur zijn enkele honderden gevallen van de ziekte beschreven. Alle rassen zijn mogelijk aangetast door dit syndroom. Volgens Al-Khenaizan S. zouden personen met een blanke huidskleur wel meer risico lopen op het syndroom van Chediak-Higashi. Mannen en vrouwen zijn in gelijke aantallen getroffen. Meestal komen de symptomen al vanaf de geboorte tot uiting. Het is echter ook mogelijk dat de symptomen nog verschijnen voor de leeftijd van vijf jaar.
Oorzaken en erfelijkheid
De oorzaak van het Chediak-Higashi-syndroom is een mutatie in het Lyst-gen. De overervingswijze van deze aandoening verloopt autosomaal recessief. De ouders van een patiënt met een autosomaal recessieve aandoening dragen elk één kopie van het gemuteerde gen, maar vertonen meestal zelf geen symptomen van de aandoening.
Symptomen: Albinisme met leukocytendefect
Zuigelingen
Een
baby die met het syndroom ter wereld komt heeft makkelijk volgende symptomen:
Immuunsysteem
Aangezien cellen van het
immuunsysteem zijn aangetast, zijn ze zwakker tegen indringers zoals virussen en bacteriën. Hierdoor ervaren de meeste patiënten met het Chediak-Higashi-syndroom vanaf de geboorte en/of in de kindertijd herhaalde en aanhoudende infecties. Deze infecties zijn veelal ernstig of levensbedreigend.
Oculocutaan albinisme
Een ander primair symptoom van het Chediak-Higashi-syndroom is
oculocutaan albinisme, waardoor een patiënt abnormaal lichtgekleurde huid, haar en ogen heeft (
hypopigmentatie). Getroffen patiënten hebben meestal een lichte huid en licht blond of zilvergrijs haar. Oculocutaan albinisme veroorzaakt ook problemen met het gezichtsvermogen zoals een verminderde scherpte, snelle, onwillekeurige oogbewegingen (
medische term is "nystagmus") en een verhoogde gevoeligheid voor licht (
fotofobie).
Bloedstollingsproblemen
Veel patiënten met Het Chediak-Higashi-syndroom hebben
bloedstollingsproblemen (coagulatie), waardoor ze gemakkelijk
blauwe plekken krijgen en abnormaal bloeden. Het syndroom tast bij volwassenen soms het zenuwstelsel aan, waardoor
zwakte, onhandigheid, moeite met lopen en
epileptische aanvallen optreden.
Versnelde fase
Zonder succesvolle behandeling komt een patiënt terecht in een
versnelde fase, waarbij door een virale infectie witte bloedcellen zich ongecontroleerd delen en binnenvallen in vele organen van het lichaam. Deze ernstige, versnelde fase die zich presenteert bij 85% van de patiënten, gaat gepaard met koorts, abnormale bloedingen, overweldigende infecties en orgaanfalen. Voor de meeste patiënten zijn deze medische problemen levensbedreigend waardoor veelal een vroegtijdig overlijden plaatsvindt.
Mildere vorm
Een klein percentage van de patiënten met het Chediak-Higashi-syndroom heeft een
mildere vorm van de aandoening die op latere leeftijd optreedt. Zij hebben minder pigmentveranderingen alsook minder vaak terugkerende, ernstige infecties. Ze hebben echter wel een aanzienlijk risico op progressieve neurologische problemen, zoals tremoren (
bevingen), bewegings- en evenwichtsstoornissen (
ataxie), een verminderd gevoel en
zwakte in de armen en
benen (perifere neuropathie), en een verminderde intellectuele functie.
Diagnose en onderzoeken
Een
bloedonderzoek, een
beenmergbiopsie, een uitgebreid
oogheelkundig onderzoek en een microscopisch onderzoek van de haren geeft informatie voor de diagnose van het syndroom. De definitieve diagnose gebeurt via een genetisch onderzoek.

Bescherming tegen de zon is nodig /
Bron: Dimitrisvetsikas1969, PixabayBehandeling
De aandoening valt niet te genezen en daarom is de multidisciplinaire behandeling vooral ondersteunend en verlichtend gericht. Hierbij is het belangrijk de behandeling zo vroeg mogelijk op te starten. Bij sommige patiënten helpt een
beenmergtransplantatie.
Antibiotica bestrijden de infecties. Het immuunsysteem en de stolling zijn bij een aantal patiënten verbeterd dankzij een vitamine C-therapie. Een corrigerende bril helpt bij een verminderd gezichtsvermogen. Verder is blootstelling aan
zonlicht uit den boze waardoor
zonnebrandmiddelen, een zonnehoed, een
zonnebril met een speciale filter, een breedgerande hoed enzovoort nuttig zijn.
Chemotherapie en
antivirale geneesmiddelen zijn nodig wanneer de patiënt in de versnelde fase zit.
Prognose van de aandoening
De prognose van dit syndroom is bijzonder somber. Veel patiënten overlijden voor de leeftijd van tien jaar. Patiënten waarbij het syndroom later tot uiting komt, leven tot ze gemiddeld twintig jaar zijn. Zij krijgen dan af te rekenen met progressieve neurologische symptomen zoals
dementie,
perifere neuropathie (schade aan zenuwen met
pijn, zwakte, gevoelloosheid en tintelingen aan vooral de
handen en
voeten),
parkinsonisme (sommige symptomen van de
ziekte van Parkinson en andere neurologische symptomen), evenwichtsproblemen, tremor, …