Ziekte van Machado-Joseph: Neurodegeneratieve aandoening
De zeldzame neurodegeneratieve aandoening van Machado-Joseph is een vorm van ataxie (een gebrek aan spiercontrole of coördinatie) waarbij tal van symptomen mogelijk zijn. Deze erfelijke en progressieve aandoening bestaat uit drie subtypes en komt vooral voor bij mensen van Portugese afkomst. De naam "Machado-Joseph" is afkomstig van de eerste twee patiënten die in de medische literatuur beschreven zijn in 1972: “William Machado” en “Antone Joseph”.
Synoniemen ziekte van Machado-Joseph
De ziekte van Machado-Joseph (MJD) is eveneens gekend onder deze synoniemen:
- autosomaal dominante Spinocerebellaire Degeneratie
- Azoren Neurologische Ziekte
- Groote Eylandt Syndroom
- Joseph Ziekte
- Machado Ziekte
- nigrospinodentatale Degeneratie
- spinocerebellaire ataxie (progressieve evenwichts- en coördinatieproblemen) Type III (SCA 3)
- striatonigrale Degeneratie, autosomaal dominant type
Epidemiologie MJD
MJD is een zeldzame erfelijke neurologische aandoening die meer mensen van Portugese afkomst treft. Vooral mensen met afkomst van de Azoren, een eiland gekoloniseerd door Portugezen, zijn vatbaar voor de ziekte. De hoogste prevalentie is te vinden in het Azoren eiland Flores waar 1 op 140 mensen ter wereld komt met de ziekte. De ziekte komt vooral voor bij mensen van Portugese afkomst, maar MJD is ook gevonden in andere etnische groepen, nationaliteiten en rassen. De ziekte van Machado-Joseph treft verder meer mannen dan vrouwen. Zowel kinderen als zeventigplussers zijn getroffen, maar gemiddeld treden de symptomen op tussen dertigjarige en veertigjarige leeftijd.
Oorzaken en indeling aandoening
Een genmutatie in het ATXN3-gen veroorzaakt de ziekte van Machado-Joseph. De overerving van het syndroom verloopt via autosomaal dominante wijze. Hierdoor is slechts één kopie van het gewijzigde gen voldoende om de aandoening te veroorzaken.
De ziekte kent vijf subtypes met name MJD type I, type II, type III, type IV en type V, hoewel naar type IV en V nog verder onderzoek nodig is. Veel onderzoekers prefereren daarom drie subtypes. De aard en het ontstaan van de symptomen zijn verschillend bij elk type.
Bij de genmutatie produceert het lichaam een abnormaal eiwit. Dit eiwit doet zenuwcellen vroegtijdig sterven in het cerebellum (
medische term voor "kleine
hersenen"). De schade aan het cerebellum veroorzaakt in eerste instantie
spierzwakte en ontwikkelt zich na verloop van tijd tot een totaal gebrek aan vrijwillige controle, hetgeen resulteert in een belangrijke blijvende lichamelijke handicap.
Symptomen
De ernst, uitgebreidheid en het optreden van de symptomen variëren per patiënt, zelfs binnen dezelfde familie. Naast de typische kenmerken die per type verschillen, komen plas- en
slaapproblemen eveneens voor.
MJD-Type I
De symptomen van MJD Type I presenteren zich veelal tussen de leeftijd van tien en dertig jaar en ze zijn snel progressief. De patiënt heeft ernstige
zwakte in de armen en benen (
dystonie),
spasticiteit,
spierstijfheid (hypertonie),
ataxie (coördinatie- en evenwichtsproblemen) en hij maakt langzame, slingerende bewegingen die mensen soms verwarren met dronkenschap. Voorts heeft de patiënt een onduidelijke spraak (
dysartrie) en
slikproblemen. Ook het gezichtsvermogen is aangetast waardoor de patiënt een
visuele handicap heeft. Zo heeft hij mogelijk een oogspierverlamming (
oftalmoplegie), uitpuilende ogen (
exoftalmie). Ook ziet hij soms dubbel (
diplopie) of wazig (
wazig gezichtsvermogen) en komt
nystagmus (wiebelogen) voor. Ook verliest de patiënt soms het vermogen om kleuren en/of contrasten goed te onderscheiden. De patiënt heeft een normale intelligente functie.
MJD-Type II
Meestal ontstaan de symptomen bij de patiënt tussen twintig- en vijftigjarige leeftijd. MJD-Type II heeft vergelijkbare symptomen als type I, maar de ziekte vordert langzamer. Ataxie en coördinatieproblemen bij de armen en spastische spierbewegingen treden dit type meer op de voorgrond.
MJD-Type III
MJD-Type III ontstaat bij patiënten die tussen de veertig en zeventig jaar oud zijn. Een onvaste gang (ataxie) en het
verlies van spiermassa (amyotrofie) als gevolg van
ontsteking en degeneratie van de perifere zenuwen (motorische
polyneuropathie) zijn primaire symptomen van dit type. Ook het verlies van gevoel, gebrek aan gevoeligheid voor
pijn, abnormale
tintelingen, een verminderd vermogen om de arm- en beenbewegingen te coördineren en
diabetes mellitus (suikerziekte) presenteren zich vaak. De progressie van type III is het langzaamst van de drie types.
MJD-Type IV
Bij dit type zijn vooral symptomen van de
ziekte van Parkinson (neurologische aandoening met verlies van beweging en coördinatie en
bevingen) te vinden.
MJD-Type V
De ziektesymptomen lijken op de erfelijke aandoening van spastische
paraplegie (
verlamming van onderlichaam met verlies van gevoel).
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen kunnen wijzen op een verslechtering van de aandoening en vereisen onmiddellijke medische aandacht. Deze symptomen omvatten:
- Plotselinge verergering van spierzwakte
- Snel verslechterende coördinatieproblemen
- Verlies van spraakvermogen
- Ernstige visuele veranderingen
- Ongewone pijn of tintelingen
- Verlies van gevoel in ledematen
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De diagnose van het syndroom gebeurt door middel van een grondig lichamelijk onderzoek op basis van de zichtbare symptomen. De bevestiging van de diagnose gebeurt aan de hand van een genetisch onderzoek. Een aantal van de symptomen lijken op de symptomen van andere neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson en
multiple sclerose (chronische neurologische auto-immuunaandoening). Een juiste diagnose is daarom moeilijk en te stellen door de neuroloog.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses omvatten de ziekte van Hallervorden-Spatz, olivopontocerebellaire atrofie, progressieve supranucleaire verlamming,
amyotrofe laterale sclerose (neurodegeneratieve aandoening met eerst verlamming van ledematen en vervolgens andere spieren en zenuwen),
Ataxie van Friedreich, Ataxie van Marie en Parenchymateuze corticale degeneratie van de kleine hersenen.
Behandeling
Voor deze aandoening is geen effectief bewezen behandeling beschikbaar. Het syndroom valt bijgevolg niet te genezen. Wel is een ondersteunde en symptomatische behandeling voorhanden.
Medicatie verlicht sommige symptomen van spierstijfheid, spasticiteit en spraakproblemen. Logopedie, ergotherapie en fysiotherapie zijn verder aangewezen. Een prismabril vermindert de symptomen van wazig zien of
dubbelzien (diplopie). Oogchirurgie is eerder afgeraden daar de ziekte progressief is en het effect van de ingreep daarom slechts kort is.
Prognose
De levensverwachting varieert van het type, het ontstaan, de ernst en de uitgebreidheid van de symptomen. Patiënten met een milde vorm hebben een (bijna) normale levensverwachting, terwijl anderen met veel en ernstige symptomen reeds overlijden tussen dertigjarige en veertigjarige leeftijd. De doodsoorzaak voor patiënten die vroeg overlijden aan de ziekte is vaak
aspiratiepneumonie. De meeste patiënten zijn rolstoelgebonden en volledig afhankelijk zijn voor de activiteiten van het dagelijks leven binnen tien tot vijftien jaar nadat de eerste symptomen zich presenteren.
Complicaties
Complicaties van de ziekte van Machado-Joseph kunnen ernstig zijn en omvatten:
- Aspiratiepneumonie door slikproblemen
- Zware lichamelijke beperkingen en rolstoelafhankelijkheid
- Problemen met ademhaling en circulatie
- Psychologische problemen zoals depressie
Preventie
Er zijn momenteel geen effectieve preventieve maatregelen tegen de ziekte van Machado-Joseph. Omdat het een genetische aandoening is, richt de preventie zich voornamelijk op genetische expertise en het informeren van families over de risico’s. Voor mensen met een familiaire geschiedenis kan prenatale diagnostiek overwogen worden om de aanwezigheid van de genetische mutatie te bepalen.