Pulsoximetrie: Meting van het zuurstofgehalte in het bloed
Bij een pulsoximetrie (ook bekend als "polsoximetrie") meet de arts het zuurstofgehalte in het bloed, ook wel zuurstofsaturatie genoemd. Deze test maakt gebruik van een sensor, vaak een klemmetje, dat op een lichaamsdeel wordt geplaatst, meestal de vinger, teen of oorlel. De sensor maakt gebruik van licht om de hoeveelheid zuurstof in het bloed te meten. Door te analyseren hoe het licht door het bloed wordt doorgelaten, kan de arts bepalen hoeveel zuurstof aanwezig is in het bloed. Dit helpt om te beoordelen of extra zuurstof nodig is voor de patiënt, wat nuttig kan zijn bij bepaalde aandoeningen of medische situaties. Dit veilige, niet-invasieve, pijnloze en kosteneffectieve onderzoek brengt slechts minimale risico's met zich mee.
Pulsoximetrie: Toepassingen en interpretatie
Pulsoximetrie is een niet-invasieve test die het zuurstofgehalte in het bloed meet. Dit gebeurt met behulp van een klein apparaat, een pulsoximeter, dat doorgaans op een vingertop, oorlel of voet van de patiënt wordt bevestigd. De test meet het percentage van hemoglobine in het bloed dat verzadigd is met zuurstof (SpO₂). Pulsoximetrie is nuttig bij het monitoren van patiënten met ademhalings- of hartproblemen, of bij het volgen van zuurstofniveaus tijdens een operatie of behandelingsproces.
Toepassing | Meetwaarden | Interpretatie en Acties |
Routine monitoring bij ademhalingsproblemen | SpO₂ 95-100% | Een SpO₂ van 95% of hoger wordt als normaal beschouwd bij gezonde patiënten. Dit betekent dat het bloed voldoende zuurstof bevat voor de meeste fysiologische processen. |
Monitoring bij longziekten (zoals COPD, astma, longontsteking) | SpO₂ 90-94% | Een SpO₂ van 90% tot 94% duidt op een verminderde zuurstofverzadiging. Dit kan wijzen op een onderliggende longziekte. Afhankelijk van de symptomen en de medische toestand van de patiënt, kan aanvullende zuurstoftherapie nodig zijn. |
Monitoring tijdens anesthesie of postoperatief herstel | SpO₂ 94-98% | Tijdens en na een operatie wordt een SpO₂ tussen 94% en 98% als ideaal beschouwd. Als de SpO₂ onder de 94% daalt, moet onmiddellijk worden ingegrepen om hypoxie te voorkomen en zuurstoftherapie te overwegen. Anesthesie kan hierbij essentieel zijn. |
Acute ademhalingsinsufficiëntie (bijvoorbeeld door COVID-19, longembolie) | SpO₂ < 90% | Een SpO₂ lager dan 90% duidt op hypoxie (te laag zuurstofgehalte in het bloed) en vereist onmiddellijke medische aandacht. Behandeling met extra zuurstof, en mogelijk invasieve interventies zoals mechanische ventilatie, kunnen nodig zijn om de zuurstofniveaus te herstellen. Longen spelen een cruciale rol in deze situatie. |
Zuurstoftherapie bij chronische aandoeningen (bijv. COPD) | SpO₂ > 88% | Bij patiënten met chronische aandoeningen zoals suikerziekte of diabetes mellitus, is een SpO₂ van 88% of hoger vaak het streefdoel. Dit komt doordat deze patiënten zich kunnen aanpassen aan lagere zuurstofniveaus. Aanpassing van de zuurstoftherapie kan nodig zijn op basis van de klinische situatie. |
Evaluatie van zuurstofniveaus bij sporters of bij fysieke inspanning | SpO₂ 96-100% | Gezonde sporters zullen doorgaans een SpO₂ tussen 96% en 100% behouden, zelfs bij intensieve activiteit. Als het zuurstofgehalte onder de 95% daalt, kan dit wijzen op een probleem met de longfunctie of zuurstoftransport. Hart en longen moeten goed functioneren om goede zuurstofopname te waarborgen. |
Evaluatie van zuurstofniveaus bij hoogtestress (bijv. bergbeklimmers) | SpO₂ < 90% | Bij hoge hoogtes kan het zuurstofgehalte in de lucht lager zijn, wat resulteert in lagere SpO₂-niveaus. SpO₂-waarden onder de 90% kunnen wijzen op hoogteziekte of onvoldoende zuurstofopname. Het is essentieel om de hoogte aan te passen of zuurstoftherapie toe te passen. Oksel kan de verandering in zuurstofniveaus reflecteren door verhoging van de temperatuur. |
Monitoring bij acute of chronische infecties (zoals sepsis of longontsteking) | SpO₂ 92-96% | Tijdens infecties kunnen de SpO₂-waarden fluctueren, vooral bij acute infecties zoals sepsis of huidinfectie. Bij SpO₂-waarden onder de 94% is aanvullende zuurstof vaak noodzakelijk. |
Gebruik bij patiënten met obesitas of overgewicht | SpO₂ 94-98% | Bij patiënten met obesitas kan de SpO₂ soms verlaagd zijn door obstructieve slaapapneu of verminderde longcapaciteit. Monitor regelmatig en pas de zuurstoftherapie aan om hypoxie te voorkomen. |
SpO₂-waarden interpreteren
De SpO₂-waarde geeft de hoeveelheid zuurstof aan die aan de hemoglobine in het bloed is gebonden. Bij gezonde mensen moet deze waarde tussen 95% en 100% liggen. Lager dan 90% wordt als een ernstige indicator voor hypoxie beschouwd, wat kan wijzen op ernstige ademhalings- of hartproblemen. Dit moet snel worden aangepakt met extra zuurstof of andere medische interventies.
Toepassing van pulsoximetrie in de klinische praktijk
Pulsoximetrie wordt in veel medische settings gebruikt, van spoedeisende zorg tot postoperatieve monitoring en de zorg van patiënten met chronische aandoeningen. Het stelt zorgverleners in staat om zuurstoftekorten snel te detecteren en tijdig interventies te plannen. In de thuiszorg kan het ook worden gebruikt om het zuurstofniveau van patiënten met aandoeningen zoals
suikerziekte of
longen te monitoren.
Principes van zuurstofsaturatiemeting in het bloed
Pulsoximeters meten de absorptie van rood en infrarood licht door het bloed. Zuurstofarm bloed absorbeert voornamelijk rood licht, terwijl zuurstofrijk bloed voornamelijk infrarood licht absorbeert. De pulsoximetrie meet de verhouding van deze absorptie. Omdat de absorptie van licht varieert met elke hartslag, voert het apparaat honderden metingen per seconde uit. Deze informatie wordt omgezet in een percentage dat de zuurstofverzadiging in het bloed aangeeft.
Indicaties voor pulsoximetrie door de arts
Een pulsoximetrie wordt uitgevoerd met een draagbaar apparaatje waarin de vinger, teen of oorlel van de patiënt wordt geplaatst. Het apparaat meet de zuurstofsaturatie en de hartslagfrequentie (polsfrequentie) van de patiënt, zowel in rust als tijdens inspanning, zonder dat een bloedmonster nodig is. Dit onderzoek is bijzonder waardevol voor het monitoren van de algemene gezondheid van patiënten met longaandoeningen en andere medische situaties.
Aandoeningen waarbij pulsoximetrie nuttig is
Longaandoeningen
Patiënten met de volgende aandoeningen ondergaan regelmatig pulsoximetrie:
Daarnaast helpt pulsoximetrie bij het beoordelen van de effectiviteit van
medicatie voor longaandoeningen.
Hartaandoeningen
Pulsoximetrie wordt ook toegepast bij
hartaandoeningen, zoals
hartaanvallen en
hartfalen (verminderde efficiëntie van de bloedcirculatie door het hart).
Andere aandoeningen
Pulsoximetrie kan nuttig zijn bij
anemie (bloedarmoede), neonatale zorgen,
slaapapneu (slaapstoornis met tijdelijke onderbrekingen in de ademhaling), en
slaapstoornissen in sommige gevallen.
Andere medische situaties
De meting van het zuurstofgehalte helpt de arts te bepalen of een patiënt in staat is om meer inspanning te leveren en activiteiten uit te voeren. Het biedt ook inzicht in de noodzaak van kunstmatige beademing (ventilatie) en de effectiviteit daarvan. Bovendien wordt pulsoximetrie toegepast tijdens of na operaties of behandelingen om de zuurstofsaturatie te monitoren.
Gebruik van pulsoximetrie bij chronische ziekten
Pulsoximetrie wordt vaak ingezet voor patiënten met chronische aandoeningen zoals COPD, astma en andere longziekten. Deze patiënten hebben vaak baat bij regelmatige metingen van hun zuurstofverzadiging, om mogelijke achteruitgang tijdig te signaleren en indien nodig het behandelplan aan te passen. Bij deze patiënten wordt pulsoximetrie niet alleen gebruikt voor diagnose, maar ook voor monitoring, waardoor artsen beter inzicht krijgen in de effectiviteit van behandelingen en preventieve maatregelen kunnen nemen bij tekenen van achteruitgang.
Langdurige monitoring bij COPD-patiënten
Voor COPD-patiënten kan pulsoximetrie helpen om perioden van exacerbatie of verergering vroegtijdig te identificeren. Doordat COPD een progressieve longziekte is die de ademhaling en het zuurstoftransport in het bloed beïnvloedt, kan pulsoximetrie artsen en patiënten ondersteunen bij het monitoren van veranderingen in de gezondheidstoestand. Dagelijkse metingen kunnen inzicht geven in patronen van zuurstofverzadiging en helpen bij het opstellen van behandelplannen, vooral bij patiënten die thuis zuurstoftherapie ontvangen.
Gebruik bij astmapatiënten
Bij astmapatiënten kan pulsoximetrie waardevol zijn om te bepalen hoe goed de longen functioneren tijdens en na een astma-aanval. Tijdens een aanval kunnen de luchtwegen vernauwd raken, waardoor het zuurstofgehalte in het bloed kan dalen. Pulsoximetrie stelt zorgverleners in staat om snel en accuraat vast te stellen of aanvullende behandelingen, zoals bronchodilatoren of zuurstofsuppletie, nodig zijn. Regelmatige metingen kunnen ook bijdragen aan betere controle en beheer van astmasymptomen.
Toepassing van pulsoximetrie bij acute aandoeningen
Bij acute medische situaties, zoals hartaanvallen, longontstekingen of ernstige allergische reacties, kan pulsoximetrie direct informatie verschaffen over de zuurstofstatus van de patiënt. In spoedeisende situaties kan een snel gemeten lage zuurstofsaturatie artsen helpen om onmiddellijk in te grijpen en passende maatregelen te treffen.
Rol bij longontstekingen
Longontsteking kan leiden tot een verminderd zuurstoftransport in het bloed, doordat de longblaasjes gevuld kunnen raken met vocht of ontstekingscellen. Pulsoximetrie biedt de mogelijkheid om het zuurstofgehalte in de bloedbaan continu te monitoren en vroegtijdig signalen van ademhalingsproblemen te detecteren. Bij patiënten met een ernstige longontsteking kan pulsoximetrie ook helpen om te bepalen of zuurstoftherapie of intensievere behandeling noodzakelijk is, waardoor tijdige zorg kan worden verleend.
Gebruik bij allergische reacties en anafylaxie
Bij ernstige allergische reacties, zoals anafylaxie, kan de luchtweg snel vernauwen, waardoor de zuurstoftoevoer naar het bloed wordt belemmerd. Pulsoximetrie stelt zorgverleners in staat om snel vast te stellen of het zuurstofgehalte gevaarlijk laag is, zodat ze indien nodig kunnen overgaan op zuurstoftherapie of andere levensreddende maatregelen. Omdat anafylaxie zich snel kan ontwikkelen, biedt pulsoximetrie een waardevolle aanvulling op de acute zorg door een onmiddellijke beoordeling van de ademhalingsstatus van de patiënt.
Voorbereiding op de meting van het zuurstofgehalte in het bloed
De patiënt ontvangt voorafgaande uitleg van de arts over de procedure. Indien een vingerprobe wordt gebruikt, moet nagellak worden verwijderd, omdat dit de metingen kan beïnvloeden. Voor een nauwkeurige meting is het nuttig als de handen warm zijn, omdat
koude handen foutieve resultaten kunnen geven. Indien nodig, zal de arts de specifieke voorbereidingen bespreken die voor de patiënt nodig zijn. Het warm wrijven van de handen kan helpen als deze koud zijn en de pulsoximetrie via een vingerklemmetje wordt uitgevoerd.
Tijdens het onderzoek: Sensor op vinger, teen of oorlel
De meting kan zowel poliklinisch worden uitgevoerd, waarbij de patiënt na de test naar huis kan, als deel uitmaken van een langer ziekenhuisverblijf, afhankelijk van de gezondheidstoestand en de gebruikte methode. De arts plaatst een sensor (meestal een klemmetje of knijper) op de vinger, teen of oorlel van de patiënt. Soms wordt een sensor met kleverige lijm op het voorhoofd of de vinger bevestigd. Bij gebruik van een vingerprobe moet de hand op de borst rusten. Beweging van de hand kan de metingen beïnvloeden. De sensor kan tijdelijk of langdurig worden bevestigd, afhankelijk van de noodzaak voor continue monitoring. De resultaten worden digitaal weergegeven op het scherm van de pulsoximeter, met het zuurstofgehalte in percentage en de hartslag in getallen.
Na het onderzoek
Afhankelijk van de reden van het onderzoek en de behandeling kan de patiënt na de pulsoximetrie naar huis gaan of in het ziekenhuis blijven. De patiënt kan doorgaans zijn normale voeding en activiteiten hervatten, tenzij de arts anders aangeeft. Dit hangt af van de onderliggende aandoening en niet direct van de pulsoximetrie zelf.
Risico's van zuurstofsaturatiemeting
Hoewel pulsoximetrie over het algemeen veilig is, kunnen er enkele complicaties optreden. Deze omvatten lichte huidirritatie door de lijm op de sensor. Onnauwkeurige resultaten kunnen optreden als de sensor van de oorlel, teen of vinger valt, als de handen te koud zijn, of als de hand waarop de sensor is bevestigd, te veel beweegt.
Praktische tips voor het gebruik van pulsoximetrie
Pulsoximetrie is een eenvoudige en niet-invasieve manier om de zuurstofsaturatie van je bloed te meten. Dit wordt vaak gebruikt bij mensen met ademhalingsproblemen of bepaalde hartaandoeningen. Het is belangrijk om de juiste technieken te gebruiken bij het meten, zodat je de meest nauwkeurige resultaten krijgt.
Controleer je zuurstofsaturatie regelmatig
Bij patiënten met aandoeningen zoals
alvleesklieraandoeningen of
bloeddrukproblemen kan het belangrijk zijn om regelmatig je zuurstofsaturatie te controleren. Dit helpt om te bepalen of je lichaam voldoende zuurstof krijgt, vooral wanneer je ademhalingsproblemen ervaart.
Zorg voor een goed werkend apparaat
Zorg ervoor dat je pulsoximeter goed werkt. Controleer of de batterijen van het apparaat vol zijn en of de sensor goed op je vingertop zit. Een goed functionerende pulsoximeter is essentieel voor het verkrijgen van betrouwbare metingen, vooral wanneer je gezondheidsproblemen hebt zoals
darmproblemen of
bloedaandoeningen.
Raadpleeg je arts bij afwijkende metingen
Wanneer je zuurstofsaturatie onder de 90% ligt, is het belangrijk om onmiddellijk je arts te raadplegen, vooral als je lijdt aan aandoeningen zoals
bloeddrukproblemen of
pancreasaandoeningen. Dit kan wijzen op een ernstiger gezondheidsprobleem waarvoor medische aandacht nodig is.
Gebruik pulsoximetrie als aanvulling op medische behandelingen
Pulsoximetrie kan een waardevolle aanvulling zijn op andere medische onderzoeken, zoals
beeldvormende onderzoeken, om te bepalen hoe goed je lichaam zuurstof opneemt. Het is echter belangrijk om pulsoximetrie niet als vervanging voor medisch advies of behandelingen te gebruiken, vooral als je te maken hebt met ernstige aandoeningen zoals
diabetes of
darmaandoeningen.
Misvattingen rond pulsoximetrie
Pulsoximetrie is een eenvoudige, niet-invasieve methode om het zuurstofgehalte in het bloed te meten. Dit gebeurt met een pulsoximeter, een klein apparaatje dat meestal op de vinger wordt geplaatst. Hoewel deze methode veel wordt gebruikt in ziekenhuizen, huisartsenpraktijken en zelfs thuis, bestaan er veel misvattingen over de betrouwbaarheid, het gebruik en de interpretatie van de resultaten.
Een pulsoximeter geeft altijd een nauwkeurige meting
Hoewel pulsoximeters nuttige informatie kunnen geven over het zuurstofgehalte in het bloed, zijn ze niet altijd 100% accuraat. Factoren zoals een slechte doorbloeding, kou, nagellak, kunstnagels en beweging kunnen de metingen verstoren. Ook kan een lage bloeddruk ervoor zorgen dat de sensor minder goed werkt. Daarom is het belangrijk om de resultaten kritisch te bekijken en, bij twijfel, aanvullende
bloedonderzoeken te laten doen.
Een normale zuurstofsaturatie betekent dat er geen ademhalingsprobleem is
Een saturatiewaarde van 95% of hoger wordt doorgaans als normaal beschouwd, maar dit betekent niet per se dat er geen ademhalingsprobleem is. Sommige patiënten met aandoeningen zoals chronische obstructieve longziekte (COPD) of slaapapneu kunnen een normale saturatie hebben terwijl ze toch last hebben van ademhalingsproblemen. Andere tests, zoals een uitgebreide longfunctieonderzoek of een inspanningstest, kunnen nodig zijn om de ademhalingstoestand volledig te beoordelen.
Een lage saturatie betekent altijd dat er iets ernstigs aan de hand is
Een saturatiewaarde onder de 90% kan zorgwekkend zijn, maar dit betekent niet altijd dat er sprake is van een ernstige medische noodsituatie. Bij sommige mensen, zoals patiënten met chronische longaandoeningen, is een lagere zuurstofsaturatie gebruikelijk. Daarnaast kunnen tijdelijke factoren zoals hyperventilatie of een slechte sensorplaatsing ook een lage waarde veroorzaken. Een arts kan helpen om de oorzaak van een lage saturatie te bepalen.
Pulsoximetrie is alleen nuttig voor patiënten met longproblemen
Hoewel pulsoximetrie vaak wordt gebruikt bij patiënten met
longenaandoeningen zoals astma, COPD of COVID-19, kan het ook nuttig zijn voor andere medische situaties. Het kan bijvoorbeeld helpen bij het monitoren van patiënten met
hartproblemen, slaapstoornissen of ernstige infecties. Ook bij bergsporters en piloten wordt pulsoximetrie soms gebruikt om het zuurstofgehalte op grote hoogten te controleren.
Pulsoximeters zijn allemaal van dezelfde kwaliteit
Er is een groot verschil in kwaliteit tussen medische pulsoximeters en goedkope apparaten die online of in winkels verkrijgbaar zijn. Goedkope consumentenmodellen kunnen minder betrouwbaar zijn en grotere afwijkingen vertonen in de metingen. Medische pulsoximeters, zoals die in ziekenhuizen worden gebruikt, ondergaan strenge kwaliteitscontroles en zijn over het algemeen nauwkeuriger. Het is dus belangrijk om bij het kopen van een pulsoximeter rekening te houden met de betrouwbaarheid van het apparaat.
Pulsoximetrie kan een COVID-19-infectie opsporen
Tijdens de COVID-19-pandemie werd pulsoximetrie populair om thuis het zuurstofgehalte te controleren, maar het kan geen infectie opsporen. Een normale saturatie sluit een infectie niet uit, en een lage saturatie betekent niet automatisch dat iemand COVID-19 heeft. Andere symptomen en diagnostische tests, zoals een PCR-test of een CT-scan van de longen, zijn nodig om de diagnose te bevestigen.
Een pulsoximeter meet ook koolstofmonoxidevergiftiging
Pulsoximeters meten alleen het zuurstofgehalte in het bloed, niet de aanwezigheid van andere gassen zoals koolstofmonoxide. Bij een koolstofmonoxidevergiftiging kan de pulsoximeter zelfs een vals normale waarde aangeven, omdat koolstofmonoxide zich aan hemoglobine bindt en de sensor daardoor misleidt. In geval van een vermoeden van koolstofmonoxidevergiftiging is een speciaal bloedonderzoek noodzakelijk.
Pulsoximetrie is een nuttig hulpmiddel om het zuurstofgehalte in het bloed te controleren, maar het is belangrijk om de resultaten in de juiste context te plaatsen en niet uitsluitend op basis van een enkele meting conclusies te trekken. Bij twijfel of aanhoudende klachten is medisch advies altijd noodzakelijk.