Homocystinurie: Erfelijke stofwisselingsaandoening
Homocystinurie is een erfelijke aandoening waarbij het lichaam niet in staat is om bepaalde bouwstenen van eiwitten (aminozuren) te verwerken, en dan vooral het aminozuur methionine. Dit is een belangrijk eiwit dat bij baby's nodig is om te groeien, en bij volwassenen zorgt voor het behoud van de stikstofbalans van het lichaam. De symptomen van de ziekte verschijnen ofwel bij jonge of pas volwassen patiënten. Bij de patiënt treden afwijkingen aan de ogen, het bloed en het skelet op in combinatie met cognitieve afwijkingen. Een aangepaste voeding en supplementen zijn nodig bij deze aandoening. Complicaties zijn evenwel mogelijk. De vooruitzichten van deze aandoening zijn zeer variabel.
Epidemiologie homocystinurie
De meest voorkomende vorm van homocystinurie treft wereldwijd ten minste 1 op 50.000 tot 335.000 mensen. De aandoening komt vaker voor in Ierland, Duitsland, Noorwegen en Qatar. De meest zeldzame vormen zijn weinig beschreven in de medische literatuur.
Oorzaken
Genmutaties
Mutaties (= veranderingen) in de CBS-, MTHFR-, MTR-, MTRR- en MMADHC-genen veroorzaken homocystinurie. De meeste patiënten hebben een genmutatie van het CBS-gen. Door de genmutatie ontstaat een te hoge hoeveelheid homocysteïne in het bloed. De aandoening kent een autosomaal recessief overervingspatroon. Dit betekent dat de patiënt beide kopieën van het gemuteerde gen moet hebben alvorens de ziekte zich openbaart.
Risicofactoren homocystinurie
De risicofactoren voor homocystinurie zijn:
- Een familiegeschiedenis van de aandoening, aangezien het een erfelijke ziekte is.
- Genetische aanleg door mutaties in de CBS-, MTHFR-, MTR-, MTRR- of MMADHC-genen.
Symptomen: Afwijkingen aan o.a. bloed, ogen en skelet
De symptomen van homocystinurie ontwikkelen zich meestal binnen het eerste levensjaar, hoewel sommige milde gevallen pas in de kindertijd of op volwassen leeftijd symptomen vertonen. De symptomen zijn afhankelijk van de vorm van de ziekte. De symptomen kunnen cognitief zijn, maar ook afwijkingen aan het bloed, de ogen en het skelet omvatten. Aanvankelijk komen patiënten zonder symptomen ter wereld. De ooggerelateerde problemen zijn meestal als eerste zichtbaar.
Cognitief
Volgende cognitieve problemen komen mogelijk tot stand:
- een (acute) beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen met mentale en lichamelijke symptomen)
- een ontwikkelingsachterstand
- een verstandelijke beperking (progressief)
- leerproblemen
- psychiatrische problemen
- toevallen
Bloed
Ook bloedafwijkingen zijn mogelijk:
- een verhoogd risico op bloedstolsels
- megaloblastaire anemie (bloedarmoede waarbij de rode bloedcellen groter zijn dan normaal)
Ogen
Oogafwijkingen komen tevens voor:
Skelet
De patiënt presenteert zich bovendien met skeletafwijkingen:
Alarmsymptomen homocystinurie
Alarmsymptomen voor homocystinurie zijn onder andere:
- Een zichtbare lensdislocatie of andere oogafwijkingen zoals bijziendheid of glaucoom.
- Een extreme groeiachterstand bij zuigelingen of kinderen.
- Verschijnselen van bloedstolsels zoals onverklaarbare zwelling of pijn.
- Bewegingsproblemen of afwijkende botstructuren zoals een kromming van de wervelkolom.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk en oogheelkundig onderzoek
De arts beoordeelt de symptomen van de patiënt en voert een lichamelijk en
neurologisch onderzoek uit. Vaak wijst een extreem
mager of groot kind reeds in de richting van de aandoening. Borstkasmisvormingen, een kromming van de wervelkolom en verplaatste ooglenzen zijn andere zichtbare kenmerken. Een
oogonderzoek onthult lensdislocatie en bijziendheid.
Diagnostisch onderzoek
Bij de geboorte kan deze aandoening worden opgespoord via een hielprik. Andere diagnostische onderzoeken zijn
urineonderzoek,
bloedonderzoek, een
leverbiopsie, een huidbiopsie en een
RX-foto (om symptomen van osteoporose te onderzoeken). Een genetisch onderzoek bevestigt veelal de diagnose.
Differentiële diagnose
De
ziekte van Fabry (stapelingsziekte met opbouw van vetten), een beroerte,
het Marfan-syndroom, methylmalonische acidemie en propionzuur acidemie zijn de differentiële diagnoses voor homocystinurie. Deze aandoeningen vertonen met andere woorden gelijkaardige symptomen.
Behandeling
Aangezien deze aandoening genetisch bepaald is, is er geen effectief bewezen behandeling beschikbaar. Hoge doses vitamine B6 zijn succesvol bij ongeveer de helft van de mensen met deze aandoening die deze supplementen levenslang innemen. Indien deze supplementen niet effectief zijn, moet de patiënt een voeding volgen die arm is aan methionine. Een foliumzuursupplement en het toevoegen van het aminozuur cysteïne aan de voeding kunnen ook nuttig zijn.
Prognose ziekte
Een vroege diagnose van homocystinurie, samen met een aangepaste voeding en goede medische zorg, zijn cruciaal voor een betere prognose op lange termijn. Deze maatregelen kunnen complicaties voorkomen of zelfs omkeren. Zuigelingen of kinderen die op jonge leeftijd worden gediagnosticeerd, reageren meestal goed op een voeding met weinig methionine, wat sommige mentale problemen kan voorkomen. Ondanks de behandeling kunnen echter ernstige complicaties optreden. Het is daarom belangrijk dat patiënten regelmatig controleonderzoeken ondergaan bij diverse artsen. Tot de leeftijd van dertig jaar komt 18% van de patiënten te overlijden, meestal door cerebrovasculaire of cardiovasculaire oorzaken.
Complicaties aandoening
Volgende complicaties kunnen optreden:
Preventie homocystinurie
Omdat homocystinurie een erfelijke aandoening is, ligt de nadruk van preventie op genetische expertise voor gezinnen met een geschiedenis van de aandoening. Vroegtijdige diagnose door genetisch onderzoek kan helpen bij het identificeren van dragers van de mutatie en kan toekomstige ouders informeren over de risico’s. Regelmatige medische controles zijn belangrijk om de symptomen te beheren en complicaties te voorkomen.